Home

Woningwet

Geldig van 13 juli 2002 tot 15 augustus 2002
Geldig van 13 juli 2002 tot 15 augustus 2002

Woningwet

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 13-07-2002 tot 15-08-2002]

Aanhef

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is mede uit het oogpunt van vereenvoudiging en vermindering van regelgeving, alsmede uit het oogpunt van decentralisatie nieuwe voorschriften te geven omtrent het bouwen en de volkshuisvesting;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk I. Begripsbepalingen

Artikel 1

1.

Voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde wordt verstaan onder:

  1. bouwen: het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een standplaats;

  2. slopen: het afbreken van een bouwwerk of een gedeelte daarvan;

  3. gebouw: elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke overdekte geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

  4. woonkeet: een loods, keet of ander soortgelijk bouwwerk, bestemd om te voorzien in een tijdelijke behoefte aan woongelegenheid;

  5. woonwagen: voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst;

  6. bestemmingsplan: een bestemmingsplan als bedoeld in de Wet op de Ruimtelijke Ordening dan wel een stadsvernieuwingsplan als bedoeld in de Wet op de stads- en dorpsvernieuwing;

  7. rooilijn: de lijn die, behoudens toegelaten afwijkingen, bij het bouwen aan de wegzijde of aan de van de weg afgekeerde zijde niet mag worden overschreden;

  8. standplaats: een kavel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, andere instellingen of van gemeenten kunnen worden aangesloten;

  9. norm: een document, uitgegeven door een deskundig, onafhankelijk instituut, waarin wordt omschreven aan welke eisen een bouwmateriaal, bouwdeel of bouwconstructie moet voldoen dan wel waarin een omschrijving wordt gegeven van een keurings-, meet- of berekeningsmethode;

  10. kwaliteitsverklaring: een schriftelijk bewijs, voorzien van een merkteken, aangewezen door Onze Minister, afgegeven door een deskundig, onafhankelijk instituut, aangewezen door Onze Minister, op grond waarvan een bouwmateriaal, bouwdeel of samenstel van bouwmaterialen of bouwdelen dan wel een bouwwijze, indien dat bouwmateriaal, bouwdeel of samenstel van bouwmaterialen of bouwdelen dan wel die bouwwijze bij het bouwen wordt toegepast, wordt geacht te voldoen aan krachtens deze wet aan dat bouwmateriaal, bouwdeel of samenstel van bouwmaterialen of bouwdelen dan wel die bouwwijze gestelde eisen;

  11. aansluitvoorwaarden: door representatieve organisaties van openbare nutsbedrijven, van andere instellingen of van gemeenten opgestelde voorschriften waaraan moet worden voldaan, opdat een woning of gebouw kan worden aangesloten op het leidingnet van die bedrijven, instellingen of gemeenten;

  12. Onze Minister: Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

  13. inspecteur: de inspecteur van de volkshuisvesting;

  14. toegelaten instelling: instelling als bedoeld in artikel 70;

  15. fonds: Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting, bedoeld in artikel 71.

2.

Voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde wordt onder woning mede verstaan een afzonderlijk gedeelte van een gebouw, welk gedeelte tot bewoning is bestemd.

Hoofdstuk II. Voorschriften betreffende het bouwen, de staat van bestaande bouwwerken en standplaatsen, het gebruik, het slopen en de welstand

Afdeling 1. Voorschriften betreffende het bouwen en de staat van bestaande bouwwerken en standplaatsen

Artikel 2

Artikel 3

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 7a

Afdeling 2. De bouwverordening

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 11

Afdeling 3. De welstand

Artikel 12

Hoofdstuk III. Bijzondere maatregelen

Afdeling 1. Toezicht op bouwwerken, open erven en terreinen

Artikel 13

Afdeling 2. Aanschrijving tot het treffen van voorzieningen en tot het aanbrengen van verbeteringen

Artikel 14

Artikel 15

Artikel 15a

Artikel 16

Artikel 16a

Artikel 17

Artikel 17a

Artikel 17b

Artikel 18

Artikel 19

Artikel 20

Artikel 21

Artikel 22

Artikel 23

Artikel 24

Artikel 25

Artikel 26

Artikel 27

Artikel 28

Afdeling 3. Onbewoonbaarverklaring

Artikel 29

Artikel 30

Artikel 31

Artikel 32

Artikel 33

Artikel 34

Artikel 35 [Vervallen per 01-01-1998]

Artikel 36

Artikel 37

Artikel 38

Artikel 39

Hoofdstuk IV. Vergunningen

Afdeling 1. Bouwvergunning

Artikel 40

Artikel 41

Artikel 42

Artikel 43

Artikel 44

Artikel 45

Artikel 46

Artikel 47

Artikel 48

Artikel 49

Artikel 50

Artikel 51

Artikel 51a

Artikel 52

Artikel 52a

Artikel 53

Artikel 54

Artikel 55

Artikel 56

Artikel 57

Artikel 58

Artikel 59

Afdeling 2. Woonvergunning

Artikel 60

Afdeling 3. Vergunning tot hergebruik van een ontruimde onbewoonbaarverklaarde woning of woonwagen

Artikel 61

Hoofdstuk V. Voorziening in de woningbehoefte

Afdeling 1. Onderzoek naar de volkshuisvesting

Artikel 62

Artikel 63

Afdeling 2. Planning, programmering en verdeling

Artikel 64

Artikel 65

Artikel 66 [Vervallen per 01-01-1998]

Artikel 67 [Vervallen per 01-12-2000]

Artikel 68 [Vervallen per 01-12-2000]

Artikel 69

Afdeling 3. Instellingen werkzaam in het belang van de volkshuisvesting

Artikel 70

Artikel 70a

Artikel 70b

Artikel 70c

Artikel 70d

Artikel 70e

Artikel 70f

Artikel 70g

Artikel 70h

Artikel 70i

Artikel 70j

Artikel 70k

Afdeling 3A. Het Centraal Fonds voor de Volkshuisvesting

Artikel 71

Artikel 71a

Artikel 71b

Artikel 71c

Artikel 71d

Artikel 71e

Artikel 71f

Artikel 71g

Artikel 71h

Artikel 71i

Artikel 71j

Artikel 71k

Artikel 71l

Artikel 72 [Vervallen per 04-02-2000]

Artikel 73

Afdeling 4. Voorzieningen in het belang van de volkshuisvesting vanwege de gemeente of de provincie

Artikel 74 [Vervallen per 01-01-1998]

Artikel 75

Artikel 76 [Vervallen per 01-01-1998]

Artikel 77 [Vervallen per 01-01-1998]

Artikel 78 [Vervallen per 01-01-1998]

Artikel 79 [Vervallen per 01-01-1994]

Artikel 80

Afdeling 5. Verstrekking van geldelijke steun uit ’s Rijks kas

Artikel 81

Artikel 82

Artikel 83

Artikel 84

Artikel 85 [Vervallen per 01-01-1998]

Artikel 86

Artikel 87 [Vervallen per 01-12-2000]

Artikel 88

Hoofdstuk VI. Organen en diensten voor de volkshuisvesting

Afdeling 1. Het staatstoezicht op de volkshuisvesting

Artikel 89 [Vervallen per 21-02-1997]

Artikel 90 [Vervallen per 21-02-1997]

Artikel 91 [Vervallen per 21-02-1997]

Artikel 92 [Vervallen per 21-02-1997]

Artikel 93

Artikel 94

Artikel 95

Artikel 96

Artikel 97

Artikel 97a

Artikel 98

Artikel 99

Afdeling 2. Gemeentelijk bouw- en woningtoezicht

Artikel 100

Hoofdstuk VII. Voorzieningen in geval van buitengewone omstandigheden

Artikel 101

Artikel 101a [Nog niet in werking]

Artikel 102 [Nog niet in werking]

Artikel 103 [Nog niet in werking]

Hoofdstuk VIII. Dwang- en strafbepalingen

Artikel 104

Artikel 105

Artikel 105a

Artikel 106

Artikel 107

Artikel 108

Artikel 109

Artikel 110

Artikel 111

Artikel 112

Artikel 113

Artikel 114

Artikel 115

Hoofdstuk IX. Slot- en overgangsbepalingen

Artikel 116

Artikel 117 [Vervallen per 01-01-1994]

Artikel 118

Artikel 119

Artikel 119a

Artikel 120

Artikel 120a

Artikel 121

Artikel 122

Artikel 123

Artikel 124

Artikel 125

Artikel 126

Artikel 127

Artikel 128

Artikel 129

Artikel 130

Artikel 131

Artikel 132

Artikel 133

Artikel 134

Artikel 135

Artikel 136

Artikel 137

Artikel 138

Artikel 139 [Vervallen per 01-03-1999]

Artikel 140

Artikel 141

Artikel 142

Artikel 143

Artikel 144

Artikel 145

Artikel 146

Artikel 147

Artikel 148

Artikel 149

Artikel 150

Artikel 151

Artikel 152

Artikel 153