Home

Bekendmakingswet

Geldig van 1 mei 2022 tot 1 juli 2023
Geldig van 1 mei 2022 tot 1 juli 2023

Bekendmakingswet

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-05-2022 tot 01-07-2023]

Aanhef

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat ingevolge de artikelen 88 en 89 van de Grondwet de wet de bekendmaking en de inwerkingtreding van wetten, algemene maatregelen van bestuur en vanwege het Rijk anders dan bij wet of algemene maatregel van bestuur vastgestelde algemeen verbindende voorschriften dient te regelen, en dat het in verband daarmee tevens gewenst is enkele andere voorzieningen te treffen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

1.

De regering geeft het Staatsblad en de Staatscourant uit.

2.

De uitgifte van het Staatsblad en de Staatscourant geschiedt elektronisch op een algemeen toegankelijke wijze.

3.

De zorg voor de uitgifte van het Staatsblad berust bij Onze Minister van Justitie en Veiligheid.

4.

De zorg voor de uitgifte van de Staatscourant berust bij Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Artikel 2

1.

Gedeputeerde staten van de provincie geven een provinciaal blad uit.

2.

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente geeft een gemeenteblad uit.

3.

Het dagelijks bestuur van het waterschap geeft een waterschapsblad uit.

4.

Het bestuurscollege van het openbaar lichaam, bedoeld in artikel 1, onderdeel a, van de Wet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, geeft een afkondigingsblad uit.

5.

Het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam, het bestuur van de bedrijfsvoeringsorganisatie en het gemeenschappelijk orgaan, bedoeld in de Wet gemeenschappelijke regelingen, geven een publicatieblad uit.

6.

De zorg voor de uitgifte van de in het eerste tot en met vijfde lid genoemde publicatiebladen berust bij onderscheidenlijk gedeputeerde staten, het college van burgemeester en wethouders, het dagelijks bestuur van het waterschap, het bestuurscollege van het openbaar lichaam, bedoeld in het vierde lid, en het dagelijks bestuur van het openbaar lichaam, het bestuur van de bedrijfsvoeringsorganisatie of het gemeenschappelijk orgaan, bedoeld in het vijfde lid.

7.

Een bestuursorgaan dat behoort tot een van de in het eerste tot en met vijfde lid genoemde openbare lichamen dan wel tot een bedrijfsvoeringsorganisatie als bedoeld in het vijfde lid, dan wel een gemeenschappelijk orgaan als bedoeld in het vijfde lid, maakt slechts gebruik van het publicatieblad van het openbaar lichaam waartoe het behoort, tenzij bij of krachtens de wet anders is bepaald.

8.

De uitgifte van de in het eerste, tweede, derde en vijfde lid genoemde publicatiebladen geschiedt elektronisch op een algemeen toegankelijke wijze door middel van een door Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in stand gehouden digitale infrastructuur.

9.

Het afkondigingsblad, bedoeld in het vierde lid, kan elektronisch worden uitgegeven.

Artikel 3

1.

De in artikelen 1 en 2 genoemde publicatiebladen die elektronisch worden uitgegeven, blijven na de uitgifte elektronisch op een algemeen toegankelijke wijze beschikbaar.

2.

Voor de toegang tot deze publicatiebladen worden geen kosten in rekening gebracht.

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 11

Artikel 12

Artikel 13

Artikel 14

Artikel 14a

Artikel 15

Artikel 16

Artikel 17

Artikel 18

Artikel 19

Artikel 20

Artikel 21

Artikel 22

Artikel 23

Artikel 24

Artikel 25

Artikel 25a

Artikel 26