Home

Rijkswet houdende bepalingen inzake de behandeling van en de beschikking op verzoekschriften om gratie van straffen of maatregelen, opgelegd door instanties belast met de militaire strafrechtspraak

Geldig vanaf 1 januari 1988
Geldig vanaf 1 januari 1988

Rijkswet houdende bepalingen inzake de behandeling van en de beschikking op verzoekschriften om gratie van straffen of maatregelen, opgelegd door instanties belast met de militaire strafrechtspraak

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-01-1988]

Aanhef

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat in verband met de vaststelling van een Gratiewet het noodzakelijk is tevens voorzieningen te treffen met het oog op de behandeling van en de beschikking op verzoekschriften om gratie van straffen of maatregelen, opgelegd door instanties belast met de militaire strafrechtspraak;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State van het Koninkrijk gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, de bepalingen van het Statuut voor het Koninkrijk in acht genomen zijnde, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

Op de behandeling van en beschikking op verzoekschriften om vermindering, verandering of kwijtschelding van straffen of maatregelen, bij beslissing van een ingevolge de Wet militaire strafrechtspraak bevoegde rechter opgelegd, zijn de bepalingen van de Gratiewet van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat daarbij wordt verstaan onder Onze Minister: de Minister van Justitie van Nederland en onder Nederlandse strafrechter: elke ingevolge eerstgenoemde wet met de militaire strafrechtspraak belaste rechter.

Artikel 2

Zolang de Wet militaire strafrechtspraak niet in werking is getreden, zijn de bepalingen van de Gratiewet van overeenkomstige toepassing op de behandeling van en de beschikking op verzoekschriften om vermindering, verandering of kwijtschelding van straffen of maatregelen bij beslissing van de militaire rechter opgelegd, met dien verstande, dat onder openbaar ministerie worden begrepen de ambtenaren belast met de vervolging van strafbare feiten begaan door aan de rechtsmacht van de militaire rechter onderworpen personen.

Artikel 3

Deze Rijkswet treedt in werking op 1 januari 1988 of op een eerder bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.