Besluit ex artikel 21 Bankwet 1948 (6)
Besluit ex artikel 21 Bankwet 1948 (6)
Opschrift
Aanhef
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Financiën, Centrale Directie juridische Zaken, dd. 7 juli 1981 nr. G 81-397;
Overwegende, dat het in het algemeen belang is te achten dat De Nederlandsche Bank N.V. bevoegd is een rechtspersoon naar Nederlands recht op te richten, welke belast zal zijn met het verrichten van bepaalde financiële werkzaamheden, verband houdende met de uitvoering van de tussen Iran en de Verenigde Staten van Amerika overeengekomen Akkoorden van Algiers dd. 19 en 20 januari 1981, daarin deel te nemen en functies te vervullen en alle handelingen te verrichten, die nodig zijn om de rechtspersoon binnen haar doelomschrijving naar behoren te doen functioneren;
Gelet op artikel 9 van de Bankwet 1998;
Gezien het advies van de Bankraad;
Hebben goedgevonden en verstaan:
art 1
Wij verlenen aan De Nederlandsche Bank N.V. goedkeuring om een rechtspersoon naar Nederlands recht op te richten, welke belast zal zijn met het verrichten van bepaalde financiële werkzaamheden, verband houdende met de uitvoering van de tussen Iran en de Verenigde Staten van Amerika overeengekomen Akkoorden van Algiers d.d. 19 en 20 januari 1981, daarin deel te nemen en functies te vervullen en alle handelingen te verrichten, die nodig zijn om de rechtspersoon binnen haar doelomschrijving naar behoren te doen functioneren.
Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit dat in het Staatsblad en in de Nederlandse Staatscourant zal worden geplaatst.
Beatrix
De Minister van Financiën,
De Minister van Justitie,