Home

Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen

Geldig van 1 juli 2015 tot 1 januari 2027
Geldig van 1 juli 2015 tot 1 januari 2027

Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-07-2015 tot 01-01-2027]

Aanhef

Wij Juliana, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is de Nederlandse wetgeving aan te passen met het oog op de richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 9 februari 1976 inzake de gelijke behandeling van mannen en vrouwen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

§ 1. Algemeen

Artikel 1

1.

In deze wet wordt verstaan onder:

  1. onderscheid: direct en indirect onderscheid, alsmede de opdracht daartoe;

  2. direct onderscheid: indien een persoon op grond van geslacht op een andere wijze wordt behandeld dan een ander in een vergelijkbare situatie wordt, is of zou worden behandeld;

  3. indirect onderscheid: indien een ogenschijnlijk neutrale bepaling, maatstaf of handelwijze personen van een bepaald geslacht in vergelijking met andere personen bijzonder treft.

2.

Onder direct onderscheid wordt mede verstaan onderscheid op grond van zwangerschap, bevalling en moederschap.

Artikel 1a

1.

Het in deze wet neergelegde verbod van direct onderscheid houdt mede in een verbod op intimidatie en een verbod op seksuele intimidatie.

2.

Onder intimidatie als bedoeld in het eerste lid wordt verstaan: gedrag dat met het geslacht van een persoon verband houdt en dat tot doel of gevolg heeft dat de waardigheid van de persoon wordt aangetast en dat een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende omgeving wordt gecreëerd.

3.

Onder seksuele intimidatie als bedoeld in het eerste lid wordt verstaan: enige vorm van verbaal, non-verbaal of fysiek gedrag met een seksuele connotatie dat als doel of gevolg heeft dat de waardigheid van de persoon wordt aangetast, in het bijzonder wanneer een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende situatie wordt gecreëerd.

4.

Het feit dat een persoon het in het tweede en derde lid bedoelde gedrag afwijst of lijdzaam ondergaat, mag niet ten grondslag liggen aan een beslissing die die persoon treft.

5.

De artikelen 3, tweede lid, 4, tweede lid, en 5, eerste en tweede lid, zijn niet van toepassing op het verbod van intimidatie en seksuele intimidatie, bedoeld in het eerste lid.

Artikel 1b

Artikel 1c

Artikel 2

Artikel 3

Artikel 4

Artikel 4a

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 6a

§ 2. Gelijke beloning voor arbeid van gelijke waarde

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 11 [Vervallen per 04-10-2000]

Artikel 12

§ 3. Gelijke behandeling wat betreft pensioenvoorzieningen

Artikel 12a

Artikel 12b

Artikel 12c

Artikel 12d

Artikel 12e

Artikel 12f

Artikel 13 [Vervallen per 01-09-1994]

Artikel 14 [Vervallen per 01-09-1994]

Artikel 15 [Vervallen per 01-09-1994]

Artikel 16 [Vervallen per 01-09-1994]

Artikel 17 [Vervallen per 01-09-1994]

Artikel 18 [Vervallen per 01-09-1994]

Artikel 19 [Vervallen per 01-09-1994]

Artikel 20 [Vervallen per 01-09-1994]

Artikel 20a [Vervallen per 01-07-1994]

§ 4. Slotbepalingen

Artikel 21

Artikel 22 [Vervallen per 01-01-1994]

Artikel 23

Artikel 24