Home

Wet grensoverschrijdend vervoer van aan bederf onderhevige levensmiddelen

Geldig vanaf 1 januari 1998
Geldig vanaf 1 januari 1998

Wet grensoverschrijdend vervoer van aan bederf onderhevige levensmiddelen

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 01-01-1998]

Aanhef

Wij Juliana, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de op 1 september 1970 te Genève tot stand gekomen Overeenkomst inzake het internationale vervoer van aan bederf onderhevige levensmiddelen en het gebruik van speciale vervoermiddelen bij dit vervoer (ATP), met Bijlagen, ingevolge artikel 60, tweede lid, van de Grondwet de goedkeuring der Staten-Generaal behoeft alvorens te kunnen worden bekrachtigd;

dat zodanige bekrachtiging het stellen van regelen ter uitvoering van de Overeenkomst vereist;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

De op 1 september 1970 te Genève tot stand gekomen Overeenkomst inzake het internationaal vervoer van aan bederf onderhevige levensmiddelen en het gebruik van speciale vervoermiddelen bij dit vervoer (ATP), met Bijlagen, waarvan de Engelse en Franse tekst en de vertaling in het Nederlands in Tractatenblad 1972, 112 zijn geplaatst, wordt goedgekeurd voor Nederland.

Artikel 2

1.

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  1. "Overeenkomst": de in artikel 1 genoemde Overeenkomst;

  2. "aan bederf onderhevige levensmiddelen": de in de Bijlagen 2 en 3 van de Overeenkomst genoemde levensmiddelen welke kennelijk bestemd zijn voor menselijke consumptie;

  3. "grensoverschrijdend vervoer": vervoer van goederen waarbij tenminste de grens tussen twee landen wordt overschreden van de plaats van inlading tot de plaats van lossing van die goederen, het laden en lossen inbegrepen;

  4. "goederenwagen": een voertuig, ingericht tot het vervoer van goederen, bestemd om langs spoorstaven te worden voortbewogen;

  5. "vrachtauto": een rij- of voertuig, ingericht tot het vervoer van goederen, op meer dan twee wielen, bestemd om over de weg te worden voortbewogen uitsluitend of mede door een mechanische kracht, op of aan het rij- of voertuig zelf aanwezig dan wel door elektrische tractie met stroomtoevoer van elders;

  6. "vervoermiddel": een goederenwagen, waaronder een laadkist wordt medebegrepen, of een vrachtauto, waaronder een laadkist, een aanhangwagen of een oplegger wordt medebegrepen.

2.

Deze wet is uitsluitend van toepassing op grensoverschrijdend vervoer van aan bederf onderhevige levensmiddelen met vervoermiddelen per spoor of over de weg of ten dele per spoor en ten dele over de weg.

3.

In deze wet wordt onder grensoverschrijdend vervoer niet begrepen vervoer van goederen waarbij de plaats van inlading en de plaats van lossing in Nederland zijn gelegen.

Artikel 3

Het is verboden voor het grensoverschrijdend vervoer van aan bederf onderhevige levensmiddelen bestemde vervoermiddelen aan te duiden als "geïsoleerde", "niet mechanisch gekoelde", "mechanisch gekoelde" of "verwarmde" vervoermiddelen tenzij zij beantwoorden aan de in Bijlage 1 van de Overeenkomst vastgelegde definities en normen.

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 11

Artikel 12

Artikel 13

Artikel 14

Artikel 15