Home

Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers

Geldig van 9 april 1997 tot 11 oktober 1997
Geldig van 9 april 1997 tot 11 oktober 1997

Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 09-04-1997 tot 11-10-1997]

Aanhef

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de regelingen tot toekenning van uitkering en van pensioen aan politieke ambtsdragers, zomede van pensioen aan hun nabestaanden, te herzien;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Eerste afdeling. Algemeen gedeelte

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

1.

Voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde wordt verstaan onder Onze Minister: Onze Minister van Binnenlandse Zaken.

2.

Voor zover de voor uitkering en pensioen in aanmerking komende tijd kalenderjaren of kalendermaanden omvat, wordt deze tijd uitgedrukt in jaren, onderscheidenlijk maanden voor uitkering en pensioen in aanmerking komende tijd. De overige tijd wordt uitgedrukt in gedeelten van jaren, onderscheidenlijk gedeelten van maanden, waarbij het jaar op 12 maanden en de maand op 30 dagen wordt gesteld.

3.

Voor de toepassing van het bij of krachtens deze wet bepaalde worden onder pensioen tevens begrepen de toeslagen bedoeld in de artikelen 14b, 22a, 25a, 27a, 27b, 59b, 67a, 70a, 73, 73a, 139b, 145a, 148a, 150a en 150b, tenzij uit de desbetreffende bepalingen het tegendeel blijkt.

Artikel 2

Eerste afdeling. Algemeen gedeelte

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Aanmelding

Artikel 2a
Artikel 2b

Artikel 3. Bijzonder nabestaandenpensioen

Artikel 4. Tijdelijk pensioen

Tweede afdeling. Ministers en staatssecretarissen

Hoofdstuk 2. Begripsomschrijvingen

Artikel 5

Hoofdstuk 3. De uitkering

Artikel 6. Het recht op uitkering

Artikel 7. Duur van de uitkering

Artikel 7a [Vervallen per 01-01-1995]

Artikel 7b [Vervallen per 01-01-1995]

Artikel 8. Bedrag van de uitkering

Hoofdstuk 3. De uitkering

Voortzetting van de uitkering bij invaliditeit

Artikel 8a
Artikel 8b
Artikel 8c
Artikel 8d
Artikel 8e
Artikel 9. Inkomsten uit of in verband met arbeid of bedrijf
Artikel 9a
Artikel 10. Betaling
Artikel 11. Einde en verval van de uitkering
Artikel 12. Uitkering bij overlijden

Hoofdstuk 4. Het eigen pensioen

Artikel 13. Het recht op eigen pensioen

Artikel 13a

Artikel 14. Berekening van het eigen pensioen over tijd voor 1 januari 1986

Artikel 14a. Berekening van het eigen pensioen over tijd tussen 31 december 1985 en 1 januari 1995

Artikel 14aa

Artikel 14b. Samenvallende diensttijd van echtgenoten tussen 31 december 1985 en 1 januari 1995

Artikel 14c. Verstrekken van inlichtingen

Hoofdstuk 5. Het nabestaanden- en wezenpensioen

§ 1. Het recht op pensioen

Artikel 15. Nabestaandenpensioen
Artikel 16 [Vervallen per 18-12-1992]
Artikel 17. Bijzonder nabestaandenpensioen
Artikel 18
Artikel 19
Artikel 20
Artikel 21. Tijdelijk pensioen

§ 2. Bedrag van het pensioen

Artikel 22. Nabestaandenpensioen
Artikel 22a
Artikel 22b
Artikel 23. Bijzonder nabestaandenpensioen
Artikel 24. Nabestaandenpensioen bij hertrouwen dan wel aanmelding
Artikel 25. Wezenpensioen
Artikel 25a
Artikel 26
Artikel 27. Beperking gezamenlijk bedrag nabestaanden- en wezenpensioen
Artikel 27a. Toeslag op nabestaandenpensioen
Artikel 27b. Toeslag op wezenpensioen
Artikel 28. Tijdelijk pensioen

Hoofdstuk 6. Verval van pensioen

Artikel 29. Verval van uitzicht of recht op pensioen

Artikel 30. Herstel van uitzicht op pensioen

Artikel 31. Verval van recht op pensioen bij het niet-invorderen

Hoofdstuk 7. Samenloop van pensioenen

Artikel 32 [Vervallen per 01-01-1979]

Artikel 33 [Vervallen per 01-01-1979]

Artikel 34. Samenloop nabestaandenpensioenen na hertrouwen of aanmelding

Artikel 34a. Samenloop van wezenpensioenen

Hoofdstuk 8. Overgangsbepalingen

Artikel 35. Intrekking wet van 1 augustus 1956, Stb. 455

Artikel 36

Artikel 37. Toepasselijkheid van deze wet

Artikel 38. Keuze-bepaling

Artikel 39. Het bedrag van de uitkering (behoort bij hoofdstuk 3)

Artikel 40. Het bedrag van het eigen pensioen (behoort bij hoofdstuk 4)

Artikel 41. Het recht op weduwen- en wezenpensioen (behoort bij hoofdstuk 5, § 1)

Artikel 41a

Artikel 42

Artikel 43

Artikel 44 [Vervallen per 18-12-1992]

Artikel 45

Artikel 46. De berekening van het weduwen- en wezenpensioen (behoort bij hoofdstuk 5, § 2)

Artikel 47

Artikel 48. Verval van pensioen (behoort bij hoofdstuk 6)

Artikel 49. Samenloop van pensioenen (behoort bij hoofdstuk 7)

Derde afdeling. Leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Hoofdstuk 9. Algemeen gedeelte

Artikel 50. Begripsomschrijvingen

Hoofdstuk 10. De uitkering

Artikel 51. Het recht op uitkering

Artikel 52. Duur van de uitkering

Artikel 52a [Vervallen per 01-01-1995]

Artikel 52b [Vervallen per 01-01-1995]

Artikel 53. Bedrag van de uitkering

Hoofdstuk 10. De uitkering

Voortzetting van de uitkering bij invaliditeit

Artikel 53a
Artikel 53b
Artikel 53c
Artikel 53d
Artikel 53e
Artikel 54. Inkomsten uit of in verband met arbeid of bedrijf
Artikel 54a
Artikel 55. Betaling
Artikel 56. Einde en verval van de uitkering
Artikel 57. Uitkering bij overlijden

Hoofdstuk 11. Het eigen pensioen

Artikel 58. Het recht op eigen pensioen

Artikel 58a

Artikel 59. Berekening van het eigen pensioen over tijd voor 1 januari 1986

Artikel 59a. Berekening van het eigen pensioen over tijd tussen 31 december 1985 en 1 januari 1995

Artikel 59aa

Artikel 59b. Samenvallende diensttijd van echtgenoten tussen 31 december 1985 en 1 januari 1995

Artikel 59c. Verstrekken van inlichtingen

Hoofdstuk 12. Het nabestaanden- en wezenpensioen

§ 1. Het recht op pensioen

Artikel 60. Nabestaandenpensioen
Artikel 61 [Vervallen per 18-12-1992]
Artikel 62. Bijzonder nabestaandenpensioen
Artikel 63
Artikel 64
Artikel 65
Artikel 66. Tijdelijk pensioen

§ 2. Bedrag van het pensioen

Artikel 67. Nabestaandenpensioen
Artikel 67a
Artikel 67b
Artikel 68. Bijzonder nabestaandenpensioen
Artikel 69. Nabestaandenpensioen bij hertrouwen dan wel aanmelding
Artikel 70. Wezenpensioen
Artikel 70a
Artikel 71
Artikel 72. Beperking gezamenlijk bedrag nabestaanden- en wezenpensioen
Artikel 73. Toeslag op nabestaandenpensioen
Artikel 73a. Toeslag op wezenpensioen
Artikel 74. Tijdelijk pensioen

Hoofdstuk 13. Verval van pensioen

Artikel 75. Verval van recht op pensioen bij niet-invorderen

Artikel 76. Herstel van uitzicht of recht op pensioen

Hoofdstuk 14. Samenloop van pensioenen

Artikel 77 [Vervallen per 01-01-1979]

Artikel 78 [Vervallen per 01-01-1979]

Artikel 79. Samenloop nabestaandenpensioenen na hertrouwen of aanmelding

Artikel 79a. Samenloop van wezenpensioenen

Hoofdstuk 15. Overgangsbepalingen

Artikel 80. Intrekking wet van 31 juli 1957, Stb. 324

Artikel 81

Artikel 82. Toepasselijkheid van deze wet

Artikel 83. Keuze-bepaling

Artikel 84. Uitkering (behoort bij hoofdstuk 10)

Artikel 85. Het bedrag van het eigen pensioen (behoort bij hoofdstuk 11)

Artikel 86. Het recht op weduwen- en wezenpensioen (behoort bij hoofdstuk 12, § 1)

Artikel 86a

Artikel 87

Artikel 88 [Vervallen per 18-12-1992]

Artikel 89

Artikel 90. De berekening van het weduwen- en wezenpensioen (behoort bij hoofdstuk 12, § 2)

Artikel 91. Verval van pensioen (behoort bij hoofdstuk 13)

Artikel 92. Samenloop van pensioenen (behoort bij hoofdstuk 14)

Vierde afdeling. Gemeenschappelijke bepalingen ten aanzien van de pensioenen bedoeld in de tweede en derde afdeling

Hoofdstuk 16

Artikel 93. Eigen pensioenen

Artikel 94. Nabestaanden- en wezenpensioen

Hoofdstuk 17. Samenloop van pensioen en algemeen pensioen over diensttijd vóór 1 januari 1986

Artikel 95. Begripsomschrijvingen

Artikel 96. Volle-wezenpensioen

Artikel 97. Inbouwbedrag

Artikel 98. Mededelingsplicht

Artikel 99. Algemeen pensioen en diensttijd

Artikel 100. Gehuwde vrouw met recht op pensioen

Artikel 101. Vermindering inbouwbedragen bij samenvallende diensttijd

Artikel 102. Vermindering inbouwbedragen bij korting op particulier pensioen

Artikel 103. Verrekening

Artikel 104. Gemoedsbezwaren

Hoofdstuk 18. Bepalingen van administratieve aard

§ 1. Financiële bepalingen

Artikel 105
Artikel 106. Inhoudingen
Artikel 107 [Vervallen per 01-06-1985]
Artikel 108 [Vervallen per 01-01-1986]

§ 2. Aanvraag en toekenning van pensioen

Artikel 109. Toekenning pensioen; voorschotverlening
Artikel 110. Pensioenbeschikking
Artikel 111. Vrijdom van leges

§ 3. Ingang en einde van de pensioenen

Artikel 112. Ingang eigen pensioen
Artikel 113. Ingang nabestaanden- en wezenpensioen en tijdelijk pensioen
Artikel 114. Ingang hersteld pensioen
Artikel 115. Einde pensioen
Artikel 116. Nabestaandenuitkering
Artikel 117. Terugvordering

§ 4. Betaling van de pensioenen

Artikel 118. Maandbetaling
Artikel 119. Pensioenbetaling zonder machtiging aan een ander dan gepensioneerde
Artikel 120. Verval van pensioentermijnen

§ 5. Beroep en herziening

Artikel 121. Beroep
Artikel 122. Herziening, wijziging en herstel
Artikel 123

Hoofdstuk 19. Overgangsbepalingen

Artikel 124. Samenloop van pensioenen bedoeld in de tweede en derde afdeling en samenloop van een of meer van die pensioenen met een pensioen krachtens een andere regeling (behoort bij hoofdstuk 16)

Artikel 125. Samenloop van pensioen en algemeen pensioen (behoort bij hoofdstuk 17)

Artikel 126

Artikel 127

Hoofdstuk 19. Overgangsbepalingen

Bepalingen van administratieve aard

Artikel 128. Betaling AOW/AWW-premie (behoort bij hoofdstuk 18)
Artikel 129. Beroep en herziening

Vijfde afdeling. Leden van gedeputeerde staten en wethouders

Hoofdstuk 20. Algemene bepalingen

Artikel 130. Begripsomschrijvingen

Hoofdstuk 21. De uitkering

Het recht op uitkering

Artikel 131

Duur van de uitkering

Artikel 132

Hoofdstuk 21. De uitkering

Artikel 132a [Vervallen per 01-01-1995]

Artikel 132b [Vervallen per 01-01-1995]

Bedrag van de uitkering

Artikel 133

Voortzetting van de uitkering bij invaliditeit

Artikel 133a
Artikel 133b
Artikel 133c
Artikel 133d
Artikel 133e

Inkomsten uit of in verband met arbeid of bedrijf

Artikel 134

Betaling

Artikel 135. Betaling

Einde en verval van de uitkering

Artikel 136

Uitkering bij overlijden

Artikel 137

Hoofdstuk 22. Het eigen pensioen

Artikel 138. Het recht op eigen pensioen

Artikel 138a

Artikel 139. Berekening van het eigen pensioen over tijd voor 1 januari 1986

Artikel 139a. Berekening van het eigen pensioen over tijd tussen 31 december 1985 en 1 januari 1995

Artikel 139aa

Artikel 139b

Artikel 139c. Samenvallende diensttijd van echtgenoten tussen 31 december 1985 en 1 januari 1995

Artikel 139d. Verstrekken van inlichtingen

Hoofdstuk 23. Het nabestaanden- en wezenpensioen

§ 1. Het recht op pensioen

Artikel 140. Nabestaandenpensioen
Artikel 141 [Vervallen per 18-12-1992]
Artikel 142. Bijzonder nabestaandenpensioen
Artikel 143. Wezenpensioen
Artikel 144. Tijdelijk pensioen

§ 2. Bedrag van het pensioen

Artikel 145. Nabestaandenpensioen
Artikel 145a
Artikel 145b
Artikel 146. Bijzonder nabestaandenpensioen
Artikel 147. Nabestaandenpensioen bij hertrouwen dan wel aanmelding
Artikel 148. Wezenpensioen
Artikel 148a
Artikel 149
Artikel 150. Beperking gezamenlijk bedrag nabestaanden en wezenpensioen
Artikel 150a. Toeslag op nabestaandenpensioen
Artikel 150b. Toeslag op wezenpensioen
Artikel 151. Tijdelijk pensioen

Hoofdstuk 24. Verval van pensioen

Artikel 152

Hoofdstuk 25. Samenloop

§ 1. Samenloop van pensioenen

Artikel 153

§ 2. Samenloop van pensioenen bedoeld in de tweede, derde en vijfde afdeling en samenloop van die pensioenen met een pensioen krachtens een andere regeling

Artikel 154

§ 3. Samenloop van pensioen en algemeen pensioen

Artikel 155
Artikel 156. Verlaging inbouwbedrag

Hoofdstuk 26. Aanpassing der pensioenen aan algemene bezoldigingswijzigingen

Artikel 157

Hoofdstuk 27. Bepalingen van administratieve aard

Artikel 158

Artikel 159. Nabestaandenuitkering

Hoofdstuk 28. Algemene bepalingen

Artikel 160. Inhoudingen

Artikel 161

Artikel 162. Beroep

Hoofdstuk 29. Overgangsbepalingen

Artikel 163

Zesde afdeling

Hoofdstuk 30. Slotbepalingen

Artikel 164. Kosten uitkering en pensioen

Artikel 165

Artikel 166

Artikel 167