Home

Kernenergiewet

Geldig van 16 februari 2022 tot 1 januari 2024
Geldig van 16 februari 2022 tot 1 januari 2024

Kernenergiewet

Opschrift

[Tekst geldig vanaf 16-02-2022 tot 01-01-2024]

Aanhef

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is op het gebied van de kernenergie en de ioniserende stralen een regeling te treffen, in het bijzonder ter bevordering van een goede ontwikkeling op het gebied van de vrijmaking van kernenergie en de aanwending van radioactieve stoffen en ioniserende stralen uitzendende toestellen, zomede ter bescherming tegen de hieraan verbonden gevaren;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Hoofdstuk I. Begripsbepalingen en werkingssfeer

Artikel 1

1.

In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  1. kernenergie: energie, vrijkomend bij splijting of versmelting van atoomkernen;

  2. splijtstoffen: stoffen, welke ten minste een bij algemene maatregel van bestuur te bepalen percentage uranium, plutonium, thorium of andere daarbij aangewezen elementen bevatten;

  3. ertsen: ertsen die naar gewicht gerekend ten minste een tiende procent uranium of drie procent thorium bevatten en waarmee handelingen worden verricht wegens hun splijt- of kweekeigenschappen;

  4. radioactieve stoffen: stoffen met uitzondering van splijtstoffen en ertsen, die in zodanige mate radionucliden bevatten dat zij, voorzover het de bescherming tegen ioniserende straling betreft, niet mogen worden verwaarloosd;

  5. ioniserende straling: röntgen- en gammastraling, alsmede corpusculaire straling, die in staat is ionenvorming te veroorzaken;

  6. toestel: toestel dat ioniserende straling kan uitzenden en geen radioactieve stof, splijtstof of erts bevat;

  7. bevoegd gezag: bestuursorgaan dat bevoegd is tot het geven van een beschikking;

  8. Autoriteit: Autoriteit Nucleaire Veiligheid en Stralingsbescherming, genoemd in artikel 3, eerste lid.

2.

De voordracht tot vaststelling, wijziging of intrekking van een algemene maatregel van bestuur als in het eerste lid, onder b, bedoeld wordt Ons gedaan door Onze Ministers van Infrastructuur en Milieu en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Artikel 2

Het bij of krachtens deze wet bepaalde is mede van toepassing op een verkenningsonderzoek, het opsporen of het winnen van delfstoffen of aardwarmte, dan wel het opslaan van stoffen voorzover dit plaatsvindt op het continentaal plat, bedoeld in de Mijnbouwwet.

Hoofdstuk II. De autoriteit nucleaire veiligheid en stralingsbescherming

Artikel 3

Artikel 4

Artikel 5

Artikel 6

Artikel 7

Artikel 8

Artikel 9

Artikel 10

Artikel 11

Artikel 12

Artikel 12a

Artikel 12b

Artikel 12c

Artikel 12d

Artikel 12e

Hoofdstuk III. Splijtstoffen, ertsen en inrichtingen

Afdeling 1. Registratie van splijtstoffen en ertsen

Artikel 13

Artikel 14

Afdeling 2. Vergunningen

Artikel 15

Artikel 15a

Artikel 15aa

Artikel 15b

Artikel 15c

Artikel 15d

Artikel 15e

Artikel 15f

Artikel 16

Artikel 17

Artikel 17a

Artikel 18 [Vervallen per 01-10-2010]

Artikel 18a

Artikel 19

Artikel 20

Artikel 20a

Artikel 21

Afdeling 3. Inbezitneming van splijtstoffen en ertsen

Artikel 22

Artikel 23

Artikel 24

Artikel 25 [Vervallen per 01-03-1993]

Afdeling 5. Algemeen

Artikel 26

Artikel 27 [Vervallen per 30-07-1988]

Hoofdstuk IV. Radioactieve stoffen en toestellen

Afdeling 1. Radioactieve stoffen

Artikel 28

Artikel 29

Artikel 29a

Artikel 30 [Vervallen per 16-11-2010]

Artikel 31

Artikel 32

Artikel 33

Afdeling 2. Toestellen

Artikel 34

Afdeling 3. Algemeen

Artikel 35

Hoofdstuk V. Maatregelen met betrekking tot werkzaamheden of verblijf in ruimten

Artikel 36

Hoofdstuk Va. Metingen radioactiviteit en bedrijfsvoering

Artikel 37

Artikel 37a

Artikel 37b

Hoofdstuk VI. Bepalingen met betrekking tot interventie bij ongevallen of langdurige blootstellingen alsmede de voorbereiding daarop

Afdeling 1. Inleidende bepalingen

Artikel 38

Artikel 38a

Artikel 39

Afdeling 2. Organisatie en coördinatie

Artikel 40

Artikel 41

Artikel 42

Afdeling 3. Informatieverstrekking

Artikel 43

Artikel 43a

Artikel 43b

Artikel 44

Artikel 45

Afdeling 4. Regels en maatregelen bij een ongeval met een categorie A- of een categorie B-object

Artikel 46

Artikel 47

Artikel 48

Artikel 49

Artikel 49a

Artikel 49b

Artikel 49c

Artikel 49d

Afdeling 5. Schadevergoeding

Artikel 49e

Hoofdstuk VII. Beroep

Artikel 50 [Vervallen per 01-01-2013]

Artikel 51 [Vervallen per 23-02-1994]

Artikel 52 [Vervallen per 01-01-1994]

Artikel 53 [Vervallen per 01-01-1994]

Artikel 54 [Vervallen per 01-09-1980]

Artikel 55 [Vervallen per 01-09-1980]

Artikel 56 [Vervallen per 01-09-1980]

Artikel 57 [Vervallen per 01-09-1980]

Hoofdstuk VIII. Ambtelijke bevoegdheden

Artikel 58

Artikel 59

Artikel 60 [Vervallen per 01-01-1998]

Artikel 61 [Vervallen per 01-10-1994]

Artikel 62 [Vervallen per 01-01-1998]

Artikel 63 [Vervallen per 01-01-1998]

Artikel 64 [Vervallen per 01-01-1998]

Artikel 65

Artikel 66

Hoofdstuk IX. Algemene bepalingen

Artikel 67

Artikel 68

Artikel 69

Artikel 69a [Vervallen per 01-08-2017]

Artikel 69b [Vervallen per 01-08-2017]

Artikel 69c [Vervallen per 01-08-2017]

Artikel 69d [Vervallen per 01-08-2017]

Artikel 70

Artikel 70a

Artikel 71

Artikel 72

Artikel 73

Artikel 74

Artikel 75

Artikel 76

Artikel 76a

Hoofdstuk X. Handhaving

Artikel 77 [Vervallen per 01-04-1994]

Artikel 78 [Vervallen per 01-01-1995]

Artikel 79

Artikel 80

Artikel 80a

Artikel 80b

Artikel 81

Artikel 82

Artikel 83

Artikel 83a

Artikel 83b

Artikel 83c

Hoofdstuk XI. Slotbepalingen

Artikel 84

Artikel 85

Artikel 86

Artikel 87

Artikel 88

Artikel 89