BESLUIT van 14 maart 1967, houdende vaststelling van een algemene maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 9, eerste en zesde lid, van de Algemene Ouderdomswet, artikel 21, eerste en zesde lid, van de Algemene Weduwen- en Wezenwet, artikel 6, eerste, vijfde en zesde lid, van de Interimwet invaliditeitsrentetrekkers, artikel 11a, eerste en zesde lid, van de Algemene Kinderbijslagwet, artikel 22, eerste en zesde lid, van de Kinderbijslagwet voor loontrekkenden en artikel 11, eerste en zesde lid, van de Kinderbijslagwet voor kleine zelfstandigen (herziening uitkeringsbedragen ingevolge verschillende sociale verzekeringswetten).
BESLUIT van 14 maart 1967, houdende vaststelling van een algemene maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 9, eerste en zesde lid, van de Algemene Ouderdomswet, artikel 21, eerste en zesde lid, van de Algemene Weduwen- en Wezenwet, artikel 6, eerste, vijfde en zesde lid, van de Interimwet invaliditeitsrentetrekkers, artikel 11a, eerste en zesde lid, van de Algemene Kinderbijslagwet, artikel 22, eerste en zesde lid, van de Kinderbijslagwet voor loontrekkenden en artikel 11, eerste en zesde lid, van de Kinderbijslagwet voor kleine zelfstandigen (herziening uitkeringsbedragen ingevolge verschillende sociale verzekeringswetten).
Kenmerken