Home

Raad van State, 18-01-2023, ECLI:NL:RVS:2023:198, 202202842/1/V6

Raad van State, 18-01-2023, ECLI:NL:RVS:2023:198, 202202842/1/V6

Gegevens

Instantie
Raad van State
Datum uitspraak
18 januari 2023
Datum publicatie
18 januari 2023
ECLI
ECLI:NL:RVS:2023:198
Zaaknummer
202202842/1/V6

Inhoudsindicatie

Bij uitspraak van 4 mei 2022 in zaak nr. 202106705/1/V6 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak het verzoek van [verzoekster] om herziening van de uitspraak van de Afdeling van 31 maart 2021 in zaak nr. 202100189/1/V6 niet-ontvankelijk verklaard.

Uitspraak

202202842/1/V6.

Datum uitspraak: 18 januari 2023

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak op het verzoek van:

[verzoekster], wonend te Amsterdam,

om herziening (artikel 8:119 van de Algemene wet bestuursrecht) van de uitspraak van de Afdeling van 4 mei 2022, in zaak nr. 202106705/1/V6.

Procesverloop

Bij uitspraak van 4 mei 2022 in zaak nr. 202106705/1/V6 heeft de Afdeling het verzoek van [verzoekster] om herziening van de uitspraak van de Afdeling van 31 maart 2021 in zaak nr. 202100189/1/V6 niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak is aangehecht.

Bij brief van 8 mei 2022 heeft [verzoekster] de Afdeling verzocht die uitspraak te herzien.

De Afdeling heeft het verzoek op een zitting aan de orde gesteld op 20 december 2022.

Overwegingen

1.       U kunt niet krijgen waar u op hoopt. De argumenten in uw brief gaan niet over de uitspraak van de Afdeling van 4 mei 2022, maar over de uitspraak van de rechtbank. In de uitspraak van 31 maart 2021 in zaak nr. 202100189/1/V6 heeft de Afdeling uw hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank niet-ontvankelijk verklaard, omdat u in die zaak geen griffierecht had betaald. Dat houdt in dat de Afdeling niet inhoudelijk ingaat op uw argumenten. Uw verzoek om herziening kan dan alleen gaan over het oordeel van de Afdeling over het betalen van griffierecht. U kunt dit ook niet repareren door alsnog griffierecht te betalen.

Daarom is en blijft uw hoger beroep van januari 2021 niet-ontvankelijk. Het heeft geen zin om hierna opnieuw om herziening te vragen.

2.       Uw verzoek om herziening wordt dus afgewezen. Proceskosten hoeven niet te worden vergoed.

 Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

wijst het verzoek af.

Aldus vastgesteld door mr. D.A. Verburg, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. N.R. van Ark, griffier.

w.g. Verburg

lid van de enkelvoudige kamer

w.g. Van Ark

griffier

Uitgesproken in het openbaar op 18 januari 202