Home

Raad van State, 30-12-2020, ECLI:NL:RVS:2020:3147, 201900677/1/R3

Raad van State, 30-12-2020, ECLI:NL:RVS:2020:3147, 201900677/1/R3

Gegevens

Instantie
Raad van State
Datum uitspraak
30 december 2020
Datum publicatie
30 december 2020
Annotator
ECLI
ECLI:NL:RVS:2020:3147
Zaaknummer
201900677/1/R3

Inhoudsindicatie

Bij besluit van 19 december 2018 heeft de minister van Infrastructuur en Waterstaat het "Tracébesluit N35 Nijverdal - Wierden" vastgesteld. Het tracébesluit voorziet in de opwaardering van de N35 tussen Nijverdal en Wierden tot een autoweg. Het Rijk wil de N35 opwaarderen naar een regionale stroomweg met 2x2 rijstroken, ongelijkvloerse aansluitingen en een maximumsnelheid van 100 kilometer per uur op dit deel van de N35. Het tracébesluit voorziet in deze ambitie. De weg wordt verbreed van 1x2 rijstroken naar 2x2 rijstroken. Tussen km 34,6 en km 42,8 wordt de weg in noordwaartse richting verlegd. De term ‘km’ staat daarbij voor de hectometerpaalaanduiding. Appellanten wonen of zijn gevestigd in de omgeving van het deel van de N35 waarover het tracébesluit gaat. Zij richten zich in beroep tegen het tracébesluit. Een aantal appellanten heeft daarbij een verzoek om schadevergoeding ingediend

Uitspraak

201900677/1/R3.Datum uitspraak: 30 december 2020

Uitspraak in het geding tussen:

1. appellant sub 1], wonend te [woonplaats],

2. [ appellante sub 2], gevestigd te [plaats],

3. [ appellant sub 3], wonend te [woonplaats],

4. [ appellant sub 4], wonend te [woonplaats],

5. [ appellant sub 5A] en [appellant sub 5B] (hierna: [appellanten sub 5]), beiden wonend te [woonplaats],

6. [ appellant sub 6], wonend te [woonplaats],

7. [ appellant sub 7] en anderen, allen wonend te [woonplaats],

8. Wijkvereniging de Kruidenwijk, gevestigd te Nijverdal, gemeente Hellendoorn,

9. [ appellant sub 9], wonend te [woonplaats],

10. [ appellant sub 10], wonend te [woonplaats],

11. [ appellant sub 11], wonend te [woonplaats],

12. [ appellant sub 12], wonend te [woonplaats],

13. [ appellant sub 13], wonend te [woonplaats],

14. [ appellant sub 14], wonend te [woonplaats],

15. [ appellant sub 15], wonend te [woonplaats],

16. [ appellant sub 16] en anderen, allen wonend te [woonplaats],

17. Wijkvereniging Nijverdal-Oost, gevestigd te Nijverdal, gemeente Hellendoorn,

18. [ appellant sub 18], wonend te [woonplaats],

appellanten,

en

de minister van Infrastructuur en Waterstaat,

verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 19 december 2018 heeft de minister het "Tracébesluit N35 Nijverdal - Wierden" (hierna: het tracébesluit) vastgesteld.

Tegen dit besluit hebben [appellant sub 1], [appellante sub 2], [appellant sub 3], [appellant sub 4], [appellanten sub 5], [appellant sub 6], [appellant sub 7] en anderen, Wijkvereniging de Kruidenwijk, [appellant sub 9], [appellant sub 10], [appellant sub 11], [appellant sub 12], [appellant sub 13], [appellant sub 14], [appellant sub 15], [appellant sub 16] en anderen, Wijkvereniging Nijverdal-Oost en [appellant sub 18] beroep ingesteld.

De minister heeft een verweerschrift ingediend.

Een aantal partijen heeft nadere stukken ingediend.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 8 en 9 juli 2020, waar een aantal partijen is verschenen of zich heeft laten vertegenwoordigen. Ook de minister heeft zich ter zitting laten vertegenwoordigen.

Na de zitting heeft [partij] zijn beroep ingetrokken.

Overwegingen

1. Het tracébesluit voorziet in de opwaardering van de N35 tussen Nijverdal en Wierden tot een autoweg. Volgens de toelichting bij het tracébesluit rijden in de huidige situatie ongeveer 21.000 motorvoertuigen per etmaal over deze weg. De weg is verder op dit moment ingericht als gebiedsontsluitingsweg met één rijbaan met twee rijstroken zonder fysieke rijbaanscheiding, een maximumsnelheid van 80 kilometer per uur, gelijkvloerse kruispunten en oversteken en op meerdere plaatsen een beperkte obstakelvrije ruimte. Mede door de verkeerintensiteiten en het wisselende wegbeeld op de N35 tussen de Salland-Twentetunnel en de A35 geeft dit een verhoogd risico op ongevallen. Verder vermeldt de toelichting bij het tracébesluit dat door een toename van het verkeer de verkeersafwikkeling de komende jaren zal verslechteren en in de spits tot vertraging zal leiden. Het Rijk wil daarom de N35 opwaarderen naar een regionale stroomweg met 2x2 rijstroken, ongelijkvloerse aansluitingen en een maximumsnelheid van 100 kilometer per uur op dit deel van de N35. Het tracébesluit voorziet in deze ambitie.

De weg wordt verbreed van 1x2 rijstroken naar 2x2 rijstroken. Tussen km 34,6 en km 42,8 wordt de weg in noordwaartse richting verlegd. De term ‘km’ staat daarbij voor de hectometerpaalaanduiding. Deze verlegging in noordwaartse richting ligt tussen de nieuwe aansluiting Nijverdal-Oost / ’t Lochter bij de Burgemeester H. Boersingel (N347) en de nieuwe aansluiting Wierden-West bij de Nijverdalsestraat/Haarkampsweg. Verder zullen een aantal ongelijkvloerse aansluitingen en kruisingen worden gerealiseerd en zullen onlosmakelijk met de verlegging en de verbreding van de N35 maatregelen worden getroffen aan het hoofdwegennet en het onderliggend wegennet op het genoemde traject. Tevens zal de maximumsnelheid tussen km 34,6 en km 35,1 80 kilometer per uur, tussen km 35,1 en km 42,6 100 kilometer per uur en tussen km 42,6 en km 42,8 130 kilometer per uur bedragen.

2. Appellanten wonen of zijn gevestigd in de omgeving van het deel van de N35 waarover het tracébesluit gaat. Zij richten zich in beroep tegen het tracébesluit. Een aantal appellanten heeft daarbij een verzoek om schadevergoeding ingediend. De Afdeling beoordeelt aan de hand van de naar voren gebrachte beroepsgronden de rechtmatigheid van het tracébesluit.

Hierna zal de Afdeling eerst ingaan op de ontvankelijkheid van de beroepen. Daarna zal de Afdeling de beroepsgronden over onderwerpen van algemene aard bespreken, zoals procedurele aspecten, de totstandkoming van het besluit en de alternatieven. Vervolgens komen aan de orde de beroepsgronden over de gevolgen van het tracébesluit voor het verkeer, geluid, licht, water, luchtkwaliteit en de natuur. Aansluitend zal de Afdeling ingaan op enkele overige, meer specifieke, beroepsgronden. Daarna zullen de verzoeken om schadevergoeding worden behandeld. Ten slotte volgt een conclusie. Een en ander overeenkomstig de hierna opgenomen inhoudsopgave.

3. De relevante wetgeving is met het oog op de leesbaarheid deels opgenomen in de uitspraak zelf en voor een ander deel in de bijlage bij deze uitspraak. De wetgeving waarnaar wordt verwezen is de wetgeving geldend ten tijde van het nemen van het bestreden besluit, tenzij anders vermeld. De bijlage maakt deel uit van de uitspraak.

INTREKKING BEROEPSGRONDEN

4. [ appellant sub 12] heeft ter zitting zijn beroepsgronden over de berekening van de geluidsbelasting vanwege de N35 en de omstandigheid dat bij deze berekening geen rekening zou zijn gehouden met het geluid afkomstig van andere geluidbronnen, ingetrokken.

INHOUDSOPGAVE (met overwegingen)

Ontvankelijkheid (rechtsoverwegingen 5 t/m 7.3)

- Ontvankelijkheid van de beroepen van [appellant sub 13], [appellant sub 16] en anderen, [appellant sub 11] en [appellant sub 15]

- Ontvankelijkheid van het beroep van [appellant sub 18]

Doelstelling (rechtsoverwegingen 8 t/m 10.3)

- Aanleiding van het tracébesluit

- Besluitvormingsproces

- Relatie met Combiplan Nijverdal

Procedureel (rechtsoverwegingen 11 t/m 15.2)

- Toepasselijkheid Crisis- en herstelwet

- Toepasselijkheid Tracéwet

- Terinzagelegging

- Participatie, overleg en behandeling zienswijzen

- Vooringenomenheid

Alternatieven (rechtsoverwegingen 16 t/m 18.2)

- Alternatieven in het kader van het milieueffectrapport

- Alternatieven in het kader van de vaststelling van het tracébesluit

- Geotechnisch onderzoek

Verkeer (rechtsoverwegingen 19 t/m 22.1)

- Verkeersdoorstroming en verkeersveiligheid op de N35

- Gevolgen onderliggend wegennet

Geluid (rechtsoverwegingen 23 t/m 37.1)

- Inleiding geluid

- Kritiekpunten akoestisch onderzoek

Geluidsbelastingskaart en indicatie geluidkwaliteit

Berekening cumulatieve geluidsbelasting

Gehanteerde maximumsnelheid

Rekenmodel

- Hoogte geluidsbelasting, maatregelen en doelmatigheid

- Overige beroepsgronden over het onderwerp "geluid"

Maatregel geluidreducerend asfalt en slijtage

Verplichte metingen

Geluid en gezondheid (WHO)

Industrielawaai tegenover wegverkeerslawaai

Berekening geluid in het MER

Licht (rechtsoverwegingen 38 t/m 39)

Water (rechtsoverwegingen 40 t/m 42)

Luchtkwaliteit (rechtsoverwegingen 43 t/m 44.1)

Natuur (rechtsoverwegingen 45 t/m 49.3)

- Programma aanpak stikstof

- Natuuronderzoek

Overige beroepsgronden (rechtsoverwegingen 50 t/m 58.7)

- [ appellant sub 3]. [appellant sub 13], [appellant sub 16] en anderen, [appellant sub 11] en [appellant sub 15]

Hinder en schade van bouw- en aanlegwerkzaamheden

Aantasting woongenot en waardedaling woningen en opstallen

- [ appellant sub 14]

- [ appellant sub 1] en [appellanten sub 5]

- [ appellante sub 2]

Verzoeken om schadevergoeding (rechtsoverwegingen 59 t/m 60.2)

Conclusie (rechtsoverwegingen 61 t/m 61.1)

Proceskosten (rechtsoverwegingen 62 t/m 62.1)

ONTVANKELIJKHEID

5. De minister stelt dat de beroepen van [appellant sub 13], [appellant sub 11], [appellant sub 16] en anderen, [appellant sub 15] en [appellant sub 18] niet-ontvankelijk zijn, omdat zij geen dan wel te laat zienswijzen over het ontwerptracébesluit naar voren hebben gebracht.

5.1.

Ingevolge de artikelen 3:11, 3:15 en 3:16 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) gelezen in samenhang met artikel 11 van de Tracéwet, wordt een ontwerptracébesluit ter inzage gelegd voor de duur van zes weken en kunnen gedurende deze termijn zienswijzen naar voren worden gebracht.

5.2.

Ingevolge artikel 8:1 van de Awb, in samenhang gelezen met artikel 8:6 van de Awb en artikel 2 van bijlage 2 bij de Awb en met artikel 6:13 van de Awb, kan geen beroep worden ingesteld tegen het tracébesluit door een belanghebbende die over het ontwerptracébesluit niet tijdig een zienswijze naar voren heeft gebracht, tenzij hem redelijkerwijs niet kan worden verweten dit te hebben nagelaten.

5.3.

Het ontwerptracébesluit is vanaf 1 december 2017 voor een periode van zes weken ter inzage gelegd. De termijn waarbinnen zienswijzen naar voren konden worden gebracht eindigde op 11 januari 2018. In de publicatie van de bekendmaking van de terinzagelegging van het ontwerptracébesluit staat dat op drie manieren een zienswijze naar voren kan worden gebracht: digitaal, mondeling en per post en dat de ontvangst daarvan wordt bevestigd met een ontvangstbevestiging.

Ontvankelijkheid van de beroepen van [appellant sub 13], [appellant sub 16] en anderen, [appellant sub 11] en [appellant sub 15]

6. [ appellant sub 13], [appellant sub 16] en anderen, [appellant sub 11] en [appellant sub 15] hebben geen zienswijzen over het ontwerptracébesluit naar voren gebracht. Het tracébesluit is ten opzichte van het ontwerptracébesluit op een aantal punten gewijzigd vastgesteld. Onder meer is het tracébesluit gebaseerd op geactualiseerde verkeersgegevens en nieuwe geluidberekeningen. Dit heeft ertoe geleid dat ter hoogte van de woningen van appellanten aan de Zandinksweg te Wierden de voorziene geluidsschermen zijn gewijzigd ten opzichte van het ontwerptracébesluit. Niet uitgesloten is dat appellanten als gevolg daarvan in een nadeliger positie zijn gebracht ten opzichte van het ontwerptracébesluit. Omdat [appellant sub 13], [appellant sub 16] en anderen, [appellant sub 11] en [appellant sub 15] zich in hun beroep richten tegen deze wijzigingen en hun vrees voor schade aan hun woningen is gerelateerd aan de te plaatsen geluidsschermen kan hun redelijkerwijs niet worden verweten dat zij geen zienswijzen over het tracébesluit naar voren hebben gebracht.

De beroepen van [appellant sub 13], [appellant sub 16] en anderen, [appellant sub 11] en [appellant sub 15] zijn dan ook ontvankelijk.

Ontvankelijkheid van het beroep van [appellant sub 18]

7. [ appellant sub 18] stelt zowel mondeling als digitaal een zienswijze over het ontwerptracébesluit naar voren te hebben gebracht. Hij voert aan op de informatiebijeenkomst van 13 december 2017 kenbaar te hebben gemaakt dat hij bezwaar heeft tegen het tracébesluit maar dat zijn zienswijze niet is opgenomen in de notulen. Verder voert hij aan foutief te zijn geïnformeerd over het maken van bezwaar. Over zijn digitaal naar voren gebrachte zienswijze stelt hij een ontvangstbevestiging te hebben ontvangen, maar dat daarin niet stond dat hij te laat was.

7.1.

Over de digitaal naar voren gebrachte zienswijze stelt de minister dat deze op 13 januari 2018, buiten de gestelde termijn voor het naar voren brengen van een zienswijze, is ontvangen. Dat [appellant sub 18] op die dag een ontvangstbevestiging heeft ontvangen, betekent niet dat de zienswijze tijdig naar voren is gebracht. De minister heeft een kopie van een brief aan [appellant sub 18] van 30 januari 2018 overgelegd waarin staat dat zijn zienswijze via het digitale systeem te laat is ontvangen. [appellant sub 18] bestrijdt niet dat zijn digitaal naar voren gebrachte zienswijze te laat was.

7.2.

Ter zitting heeft [appellant sub 18] naar voren gebracht op informatieavonden in het gemeentehuis en in Het Anker in Wierden kenbaar te hebben gemaakt bezwaren te hebben tegen het tracébesluit, maar dat hij daarover niet goed is geïnformeerd. De minister stelt dat in de kennisgeving staat hoe zienswijzen naar voren kunnen worden gebracht. Op de informatieavond op 13 december 2017 in Het Anker was volgens de minister een notulist aanwezig voor het naar voren brengen van een zienswijze; de ontvangst daarvan werd bevestigd. De minister stelt dat uit zijn administratie niet blijkt dat [appellant sub 18] mondeling een zienswijze naar voren heeft gebracht. [appellant sub 18] heeft geen ontvangstbevestiging overgelegd van een mondeling naar voren gebrachte zienswijze. Uit de door [appellant sub 18] digitaal naar voren gebrachte zienswijze blijkt niet dat hij eerder mondeling een zienswijze naar voren heeft gebracht. Onder deze omstandigheden heeft [appellant sub 18] naar het oordeel van de Afdeling niet aannemelijk gemaakt dat hij tijdig een zienswijze over het ontwerptracébesluit kenbaar heeft gemaakt.

7.3.

Niet gesteld is dat [appellant sub 18] door een gewijzigde vaststelling van het tracébesluit in een nadeliger positie is gebracht ten opzichte van het ontwerptracébesluit. De conclusie is dat het niet tijdig naar voren brengen van een zienswijze over het ontwerptracébesluit niet verschoonbaar is en dat het beroep van [appellant sub 18] niet-ontvankelijk is. Dit betekent dat het beroep van [appellant sub 18] hierna niet inhoudelijk wordt beoordeeld.

DOELSTELLING

Aanleiding van het tracébesluit

8. In paragraaf 1.1 van de toelichting bij het tracébesluit staat dat de N35 een belangrijke verbinding vormt tussen Zwolle en Twente. De N35 heeft de functie van een hoofdverbinding en is gecategoriseerd als een regionale stroomweg, maar is niet zo ingericht. Dat leidt tot knelpunten met betrekking tot verkeersveiligheid, doorstroming en leefbaarheid. De N35 is onderdeel van het hoofdwegennet en in eigendom van het Rijk. Het Rijk heeft volgens de toelichting bij het tracébesluit de ambitie uitgesproken om op termijn de N35 feitelijk in te richten en te laten functioneren als bij zijn categorisering als regionale stroomweg past, zodat een volwaardige schakel tussen de stedelijk-economische centra Zwolle - Kampen en Twente tot stand kan komen. De regionale ambitie voor de N35 is beschreven in de zogenoemde Marsroute N35. De regio wil de hele N35 opwaarderen naar een weg die is ingericht als regionale stroomweg met 2x2 rijstroken, ongelijkvloerse aansluitingen en een maximumsnelheid van 100 kilometer per uur. Het Rijk kan zich vinden in deze ambitie. De aanpassing van de N35 moet voor de hier voor genoemde problemen een oplossing bieden en invulling geven aan deze ambities. Voor de aanpassing van de N35 Nijverdal-Wierden gelden specifiek de volgende doelstellingen: het verbeteren van de verkeersveiligheid en het verbeteren van de doorstroming. De weg is thans ingericht als gebiedsontsluitingsweg met een rijbaan met twee rijstroken zonder fysieke rijbaanscheiding, een maximumsnelheid van 80 kilometer per uur, gelijkvloerse kruispunten en oversteken en op meerdere plaatsen een beperkte obstakelvrije ruimte. Mede door de verkeersintensiteiten en het wisselende wegbeeld op de N35 tussen de Salland-Twentetunnel van het Combiplan Nijverdal en de A35 geeft dit volgens de toelichting bij het tracébesluit een verhoogd risico op frontale ongevallen (door inhalen), enkelvoudige ongevallen en kruispuntongevallen. Door een toename van het verkeer zal de verkeersafwikkeling de komende jaren verslechteren en vooral in de spits tot vertraging leiden op de wegvakken en bij de kruispunten. De reistijd op de N35 zal daarmee ook in de ochtend- en avondspits in beide richtingen toenemen als er geen maatregelen worden genomen, aldus de toelichting bij het tracébesluit.

Besluitvormingsproces

9. Uit paragraaf 1.2 van de toelichting bij het tracébesluit volgt dat het traject om te komen tot een oplossing voor de hiervoor genoemde problemen is gestart met de in maart 2011 door de minister van Infrastructuur en Milieu genomen Startbeslissing N35 Verkenning Nijverdal-Wierden. Daarna is een verkenningsfase gestart met een Quickscan naar mogelijke alternatieven en de begrenzing van het zoekgebied N35 Nijverdal-Wierden. Ook is er een plan van aanpak en een Notitie Reikwijdte en detailniveau opgesteld. Doel van de verkenning was om als onderbouwing te dienen voor de strategisch verantwoorde bestuurlijke keuze die gemaakt moest worden voor de in het tracébesluit en het milieueffectrapport uit te werken voorkeursalternatief. De gekozen oplossing moest probleemoplossend en uitvoerbaar zijn en binnen het financieel taakstellend budget passen. Op de website van Rijkswaterstaat is de mogelijkheid geboden om varianten aan te dragen. Verder staat in de toelichting bij het tracébesluit dat er in deze fase ruimtelijke tracés zijn ontworpen voor een noordvariant met bundeling langs het spoor en een zuidvariant met verbreding van de bestaande N35. De noordvariant raakte in eerste instantie uit beeld vanwege de doorsnijding van een waterwingebied in Wierden. De zuidvariant is vervolgens versoberd om binnen het taakstellend budget te blijven. Die versobering hield in dat de twee ongelijkvloerse aansluitingen in Nijverdal gelijkvloerse kruispunten werden. Door inbreng van Stichting Bewonersbelangen Wierden West in 2013 is een noordvariant opnieuw onderzocht en besloten deze variant mee te nemen in de verkenning. Vervolgens heeft zowel de regio als het Rijk extra financiering toegezegd en is besloten om voor zowel de noord- als de zuidvariant bij Nijverdal ook een ongelijkvloerse kruising en aansluiting te onderzoeken. Voor de realisatie van een ongelijkvloerse aansluiting en kruising in Nijverdal is door de regio vervolgens nogmaals extra budget beschikbaar gesteld, aldus de toelichting bij het tracébesluit.

Verder staat er dat de wettelijke eisen vanuit de voor de besluitvorming relevante aspecten verkeersveiligheid, geluid, natuur, water, landschap en inpassing in de omgeving globaal in beeld zijn gebracht. Ook is er een maatschappelijke kosten-batenanalyse uitgevoerd. De resultaten daarvan zijn opgenomen in het Verkenningenrapport N35 Nijverdal-Wierden van 13 november 2014 (hierna: Verkenningenrapport), dat als bijlage bij de toelichting bij het tracébesluit is gevoegd. In hoofdstuk 6 van dit Verkenningenrapport is uiteengezet hoe bewoners en belangenorganisaties in de verkenning zijn betrokken. Daar staat onder meer dat op verschillende momenten ‘meedenktafels’ zijn georganiseerd waar belangenorganisaties op het gebied van milieu en economie en bewonersorganisaties langs het traject N35 tussen Nijverdal en Wierden ideeën over het project konden aandragen en conceptontwerpen konden inzien. Ook zijn er inloop- en informatieavonden georganiseerd en hebben er volgens het Verkenningenrapport verschillende overleggen plaatsgevonden en ‘keukentafelgesprekken’ met een aantal betrokkenen.

9.1.

Op basis van de resultaten uit de verkenningsfase heeft de minister van Infrastructuur en Milieu in overleg met de regio op 2 maart 2015 een voorkeursalternatief vastgesteld. Het voorkeursalternatief gaat uit van de noordvariant met een ongelijkvloerse aansluiting en kruising bij Nijverdal.

Daarna is de planuitwerkingsfase gestart met de kennisgeving van het voornemen om een milieueffectrapport (hierna: MER) op te stellen van 30 september 2015. Over dit voornemen konden zienswijzen naar voren worden gebracht. Er zijn 33 zienswijzen naar voren gebracht waarop is gereageerd in de Nota van Antwoord Voornemen. Het voorkeursalternatief is vervolgens uitgewerkt en geoptimaliseerd.

9.2.

Op 16 november 2017 heeft de minister het ontwerptracébesluit vastgesteld en op 1 december 2017 zes weken ter inzage gelegd. Daarbij is ook het MER van 2 november 2017 ter inzage gelegd. Gedurende deze periode konden zienswijzen naar voren worden gebracht. Daarop is gereageerd in de Nota van Antwoord ontwerptracébesluit N35 Nijverdal-Wierden (hierna: Nota van Antwoord).

9.3.

Op 19 december 2018 heeft de minister het tracébesluit vastgesteld.

Relatie met Combiplan Nijverdal

10. Wijkvereniging de Kruidenwijk, Wijkvereniging Nijverdal-Oost en [appellant sub 4] voeren aan dat ten onrechte geen relatie is gelegd met het project "Combiplan Nijverdal" (hierna: Combiplan). Volgens beide wijkverenigingen moet het tracé van het Combiplan in de richting van de Burgemeester H. Boersingel als één project worden beschouwd. [appellant sub 4] voert aan dat er wijzigingen zijn doorgevoerd in het tracé van het Combiplan ten bate van het tracébesluit zonder daarover inspraak te bieden, zoals de verbreding van het tracé van 2x1 naar 2x2 rijstroken. Daardoor is volgens hem schade toegebracht aan de rechten van omwonenden.

10.1.

De minister bestrijdt dat het Combiplan en het project Nijverdal-Wierden één project zijn. Weliswaar hebben beide projecten dezelfde doelstelling en is er een ruimtelijke overlap, maar de projecten bevinden zich in verschillende fases, aldus de minister. Volgens de minister is de realisering van het Combiplan, ook wel traverse Nijverdal genoemd, gebaseerd op het tracébesluit van 22 december 1995 en werd dit project al gerealiseerd op het moment dat de verkenning voor het project waar het in deze zaak over gaat werd gestart. De minister stelt dat het spoorverkeer sinds 1 april 2013 door de Salland-Twentetunnel rijdt, die in het kader van het Combiplan is gerealiseerd en dat de tunnel op 29 augustus 2015 is opengesteld voor het wegverkeer. Daarna is volgens de minister de planstudie voor het project Nijverdal-Wierden gestart.

10.2.

In paragraaf 1.6 van de toelichting bij het tracébesluit staat dat de N35 Nijverdal-Wierden relaties heeft met verschillende ontwikkelingen in de omgeving. Het project Nijverdal-Wierden maakt onderdeel uit van de ook al hiervoor genoemde Marsroute N35. De Marsroute geeft het stappenplan voor de korte en lange termijn weer om de N35 op te waarderen naar een weg die is ingericht als stroomweg met 2x2 rijstroken. In de Marsroute is het traject van de N35 tussen Zwolle en Almelo opgesplitst in de volgende tracédelen: Zwolle-Wijthmen, Wijthmen-Raalte, Raalte, Raalte-Nijverdal, Combiplan Nijverdal en Nijverdal-Wierden, waarvan de tracédelen Zwolle-Wijthmen en Combiplan zijn gerealiseerd.

10.3.

De systematiek van de Tracéwet verzet zich niet tegen het stapsgewijs aanpassen van wegen. De minister komt daarbij beleidsruimte toe. In wat [appellant sub 4] en Wijkvereniging de Kruidenwijk en Wijkvereniging Nijverdal-Oost aanvoeren, ziet de Afdeling geen aanleiding voor het oordeel dat de minister bij afweging van de belangen niet in redelijkheid tot het aanpassen van het in het in geding zijnde onderdeel van de N35 heeft kunnen besluiten. Daarbij betrekt de Afdeling dat de besluitvorming over het Combiplan al heeft plaatsgevonden en het Combiplan ook al is uitgevoerd. Voor zover [appellant sub 4] en de wijkverenigingen zich tegen de besluitvorming over het Combiplan richten, kan dit in deze procedure niet aan de orde komen.

De betogen falen.

PROCEDUREEL

ALTERNATIEVEN

VERKEER

GELUID

LICHT

WATER

LUCHTKWALITEIT

NATUUR

OVERIGE BEROEPSGRONDEN

VERZOEKEN OM SCHADEVERGOEDING

CONCLUSIE

PROCESKOSTEN

BIJLAGE