Home

Raad van State, 28-08-2019, ECLI:NL:RVS:2019:2882, 201900228/1/A3

Raad van State, 28-08-2019, ECLI:NL:RVS:2019:2882, 201900228/1/A3

Gegevens

Instantie
Raad van State
Datum uitspraak
28 augustus 2019
Datum publicatie
28 augustus 2019
ECLI
ECLI:NL:RVS:2019:2882
Zaaknummer
201900228/1/A3

Inhoudsindicatie

Bij besluit van 17 oktober 2017 heeft het college een verzoek van [appellante] om wijziging van haar in de Basisregistratie personen (hierna: brp) geregistreerde gegevens afgewezen.

Uitspraak

201900228/1/A3.

Datum uitspraak: 28 augustus 2019

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak op het hoger beroep van:

[appellante], wonend te Leersum, gemeente Utrechtse Heuvelrug,

tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 12 december 2018 in zaak nr. 18/1027 in het geding tussen:

[appellante]

en

het college van burgemeester en wethouders van Utrechtse Heuvelrug.

Procesverloop

Bij besluit van 17 oktober 2017 heeft het college een verzoek van [appellante] om wijziging van haar in de Basisregistratie personen (hierna: brp) geregistreerde gegevens afgewezen.

Bij besluit van 12 februari 2018 heeft het college het door [appellante] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.

Bij uitspraak van 12 december 2018 heeft de rechtbank het door [appellante] daartegen ingestelde beroep gegrond verklaard, het besluit van 12 februari 2018 vernietigd en bepaald dat de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand blijven. Deze uitspraak is aangehecht.

Tegen deze uitspraak heeft [appellante] hoger beroep ingesteld.

Het college heeft een schriftelijke uiteenzetting gegeven.

De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 7 augustus 2019, waar [appellante], bijgestaan door mr. K.L. Sett, advocaat te Vleuten, en het college, vertegenwoordigd door J.G.M. ten Boske-van Brummelen, zijn verschenen.

Overwegingen

Inleiding

1.    [appellante] heeft verzocht om de haar betreffende gegevens in de brp, namelijk [naam A], geboren op [geboortedatum] 1983, te Heshangyang (China), met een onbekende nationaliteit en ongehuwd, te wijzigen. Volgens haar heet zij [naam B], is zij geboren op [geboortedatum] 1971 te Ruian City (China), is zij gehuwd en heeft zij de Chinese nationaliteit. Om aan te tonen dat de nu in de brp geregistreerde gegevens onjuist zijn, heeft zij de volgende documenten overgelegd:

- een kopie van een huwelijkscertificaat van 11 november 1991;

- een kopie van een bewijs van echtscheiding van 19 juni 2007;

- een kopie van een verklaring van geen bezwaar van 5 juli 2007 dat [dochter] voor emigratie naar haar vader in Nederland vertrekt;

- een Chinees paspoort, afgegeven op 4 mei 2011;

- een origineel huwelijksboekje van het op 12 juni 2015 op de Chinese ambassade te Den Haag gesloten huwelijk;

- een ‘notarial certificate’, afgegeven op 31 december 2015;

- een ‘Hukou’(register van mensen die in China wonen) afgegeven op 31 december 2015 van de schoonouders van [appellante] waarin [naam B] staat vermeld;

- een ‘certification’, met betrekking tot een verklaring van het Public Security Bureau (hierna: PSB) van 8 november 2016;

- een ‘Hukou’ afgegeven op 22 november 2016 van de schoonouders van [appellante] waarin [naam B] staat vermeld;

- een originele huwelijksverklaring van de Chinese ambassade te Den Haag van 6 december 2016.

1.1.    Het college heeft het verzoek om wijziging van de gegevens afgewezen. Bij zowel het primaire besluit als het besluit op bezwaar heeft het college zich op het standpunt gesteld dat [appellante] niet aannemelijk heeft gemaakt dat de documenten op haar betrekking hebben. Zo volgt uit het Notarial Certificate of Birth van 31 december 2015 niet op welke stukken de notaris zijn verklaring heeft gebaseerd. Daarop heeft [appellante] aangeboden een DNA-onderzoek te laten verrichten indien het college de uitkomst daarvan zou respecteren. Het college heeft in dat verband gesteld dat een DNA-onderzoek weliswaar als aanvullend bewijs kan dienen, maar omdat betrouwbare documenten ontbreken een dergelijke test in dit geval geen zin heeft. Volgens het college staat gezien het voorgaande niet onomstotelijk vast dat haar betreffende geregistreerde gegevens feitelijk onjuist zijn.

Het oordeel van de rechtbank

2.    De rechtbank heeft geconstateerd dat het college in het verweerschrift het besluit van 12 februari 2018 nader heeft gemotiveerd. Daarom bevat dat besluit een motiveringsgebrek en heeft de rechtbank het besluit van 12 februari 2018 vernietigd. De rechtbank heeft evenwel bepaald dat de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand kunnen blijven, omdat niet onomstotelijk is vast komen te staan dat de [appellante] betreffende geregistreerde gegevens in de brp feitelijk onjuist zijn. Het college hoefde dus van de rechtbank geen nieuw besluit op bezwaar te nemen.

Het hoger beroep

3.    [appellante] betoogt dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat niet onomstotelijk vast is komen te staan dat de haar betreffende gegevens die in de brp zijn geregistreerd onjuist zijn. In beroep heeft zij een gelegaliseerde Notarial Certificate of Birth en een gelegaliseerde gewaarmerkte kopie van een verklaring van het PSB overgelegd. Deze voldoen volgens haar aan de eisen voor het legaliseren van documenten uit China voor gebruik in Nederland die op de website van het Ministerie van Buitenlandse Zaken staan vermeld. De Chinese notaris heeft haar verklaring gebaseerd op de verklaring van het PSB dan wel eigen onderzoek in het register van het PSB. Vast staat dat [appellante] in het register van het PSB staat geregistreerd. De rechtbank heeft daarom ten onrechte de in beroep overgelegde stukken niet betrokken in haar beoordeling, aldus [appellante].

Verder heeft de rechtbank volgens [appellante] ten onrechte overwogen dat de vraag of een DNA-onderzoek kan bijdragen aan het bewijs prematuur is, omdat [appellante] op dit moment geen DNA-onderzoek heeft laten verrichten.

Het wettelijk kader

4.    De relevante wetgeving, zoals die ten tijde van belang luidde, is opgenomen in de bijlage. Deze maakt deel uit van de uitspraak.

Beoordeling van het hoger beroep

5.    Zoals de Afdeling eerder heeft overwogen (onder meer in de uitspraak van 18 maart 2015, ECLI:NL:RVS:2015:866), is het doel van de brp dat de daarin vermelde gegevens zo betrouwbaar en duidelijk mogelijk zijn en dat de gebruikers van de gegevens erop moeten kunnen vertrouwen dat deze in beginsel juist zijn. Voor de gegevens omtrent de burgerlijke staat die niet aan de Nederlandse burgerlijke stand kunnen worden ontleend, heeft de wetgever een rangorde aangegeven in de geschriften waaraan deze gegevens mogen worden ontleend. Aan een "lager" document mogen gegevens worden ontleend wanneer op het tijdstip van inschrijving in redelijkheid geen "hoger" document kan worden overgelegd. Dit doet evenwel niet af aan de plicht van de burger om eventueel ook na de inschrijving alsnog zo sterk mogelijke documenten te leveren (Kamerstukken II 2011-2012, 33 219, nr. 3, blz. 126). Het bewijs dat eenmaal in de brp opgenomen gegevens feitelijk onjuist zijn, kan slechts worden geleverd door overlegging van de juiste brondocumenten. Voor het wijzigen van eenmaal in de brp geregistreerde gegevens zal gelet op het systeem van de Wet brp onomstotelijk moeten vaststaan dat deze feitelijk onjuist zijn.

5.1.    Het college heeft toegelicht dat personen met de Chinese nationaliteit die gegevens in de brp wensen op te nemen of gewijzigd willen hebben bepaalde documenten dienen over te leggen. Zo dient onder meer een gelegaliseerd notarieel certificaat overgelegd te worden waarin de geslachtsnaam, voornamen, geboortedatum, geboorteplaats en de namen van de ouders zijn vermeld. De documenten waarop de notaris zich dient te baseren zijn bijvoorbeeld een gelegaliseerde gewaarmerkte kopie van een Hukou van de ouders waarin de geboorte staat, een ziekenhuisverklaring waarin staat dat die verklaring geschikt is voor aangifte in het Hukou-register of een verklaring van het PSB met alle geboortegegevens.

5.2.    In dit geval volgen uit de verklaring van de Chinese notaris van 31 december 2015 weliswaar de namen, de geboortedatum, de geboorteplaats en de namen van de ouders van [naam B], maar nergens blijkt het verband tussen deze persoon en [appellante]. Ook ter zitting heeft [appellante] niet kunnen aantonen dat de verklaring en de daarop vermelde gegevens op haar betrekking hebben. Daarnaast blijkt uit de verklaring van de notaris dat [appellante] de gegevens heeft gevraagd met behulp van een nummer dat aan een identificatiebewijs is gekoppeld. Het college heeft toegelicht dat het ervan uitging dat [appellante] de documenten zelf heeft aangevraagd in China. Dit bleek tijdens de behandeling van het beroep niet het geval te zijn. Ook kon zij het identificatiebewijs met bijbehorend nummer niet tonen. Om deze redenen blijkt uit de verklaring van de notaris niet dat deze op [appellante] betrekking hebben. De door [appellante] in beroep overgelegde documenten vertonen dezelfde gebreken.

Een DNA-onderzoek kan, zoals [appellante] terecht stelt, de stelling ondersteunen dat gegevens in documenten correct zijn. Zoals volgt uit de uitspraak van de Afdeling van 30 januari 2019, ECLI:NL:RVS:2019:233, kan een DNA-onderzoek als aanvullend bewijs dienen. Daargelaten dat het op de weg van de verzoeker ligt om een DNA-onderzoek te laten verrichten, kan een beoordeling van een DNA-onderzoek pas aan de orde komen als er aanknopingspunten zijn voor de stelling dat een persoon is wie hij zegt te zijn, maar nader bewijs noodzakelijk is. In dit geval is er geen enkel concreet aanknopingspunt voor de stelling van [appellante] dat zij [naam B] is.

Gezien het voorgaande is de Afdeling van oordeel dat het college zich op goede gronden op het standpunt heeft gesteld dat op basis van de door [appellante] overgelegde documenten niet onomstotelijk vast is komen te staan dat de haar betreffende in de brp geregistreerde gegevens feitelijk onjuist zijn. De rechtbank is terecht tot dezelfde conclusie gekomen.

Het betoog faalt.

6.    Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd, voor zover aangevallen.

7.    Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

bevestigt de uitspraak van de rechtbank, voor zover aangevallen.

Aldus vastgesteld door mr. E.J. Daalder, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. P. Klein, griffier.

w.g. Daalder    w.g. Klein

lid van de enkelvoudige kamer    griffier

Uitgesproken in het openbaar op 28 augustus 2019

176-857.

 

BIJLAGE

 

Wet basisregistratie personen

Artikel 2.8

1. De gegevens over de burgerlijke staat worden, indien zij feiten betreffen die zich in Nederland hebben voorgedaan, ontleend aan een geschrift als bedoeld onder a en bij gebreke hiervan aan een geschrift als bedoeld onder b:

a. een akte over het desbetreffende feit, die is opgenomen in de registers van de burgerlijke stand in Nederland;

b. een door de ambtenaar van de burgerlijke stand opgemaakte akte, een besluit, een in kracht van gewijsde gegane rechterlijke uitspraak of een notariële akte, over het desbetreffende feit.

2. De gegevens over de burgerlijke staat worden, indien zij feiten betreffen die zich buiten Nederland hebben voorgedaan, ontleend aan een geschrift als bedoeld onder a, bij gebreke hiervan aan een geschrift als bedoeld onder b of c, bij gebreke ook hiervan aan een geschrift als bedoeld onder d en bij gebreke ten slotte ook hiervan aan een geschrift als bedoeld onder e:

a. een akte over het desbetreffende feit, die is opgenomen in de registers van de Nederlandse burgerlijke stand;

b. een in Nederland gedane rechterlijke uitspraak over het desbetreffende feit die in kracht van gewijsde is gegaan;

c. een buiten Nederland overeenkomstig de plaatselijke voorschriften door een bevoegde instantie opgemaakte akte die ten doel heeft tot bewijs te dienen van het desbetreffende feit, of een over dat feit gedane rechterlijke uitspraak, of bij gebreke daarvan een beëdigde verklaring, bedoeld in artikel 45 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek;

d. een geschrift dat overeenkomstig de plaatselijke voorschriften is opgemaakt door een bevoegde instantie, waarin het desbetreffende feit is vermeld;

e. een verklaring over het desbetreffende feit die betrokkene ten overstaan van een door het college van burgemeester en wethouders aangewezen ambtenaar onder eed of belofte heeft afgelegd, die op schrift is gesteld en door betrokkene is ondertekend.

[…]

Artikel 2.58

1. Het college van burgemeester en wethouders voldoet binnen vier weken kosteloos aan het verzoek van betrokkene hem betreffende gegevens in de basisregistratie te verbeteren, aan te vullen of te verwijderen, indien deze feitelijk onjuist dan wel onvolledig zijn of in strijd met een wettelijk voorschrift worden verwerkt. Het verzoek bevat de aan te brengen wijzigingen.

[…]