Home

Raad van State, 11-07-2018, ECLI:NL:RVS:2018:2280, 201803565/1/A3 en 201803565/2/A3

Raad van State, 11-07-2018, ECLI:NL:RVS:2018:2280, 201803565/1/A3 en 201803565/2/A3

Gegevens

Instantie
Raad van State
Datum uitspraak
11 juli 2018
Datum publicatie
18 juli 2018
ECLI
ECLI:NL:RVS:2018:2280
Formele relaties
Zaaknummer
201803565/1/A3 en 201803565/2/A3

Inhoudsindicatie

Bij besluit van 8 september 2016 heeft de burgemeester aan Thai Food Café een vergunning verleend voor de exploitatie van een alcoholschenkend horecabedrijf met terras aan de Van Woustraat 74 in Amsterdam.

Uitspraak

201803565/1/A3 en 201803565/2/A3.

Datum uitspraak: 11 juli 2018

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak van de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op het verzoek van de burgemeester van Amsterdam om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb)) en, met toepassing van artikel 8:86 van de Awb, op het hoger beroep van:

het dagelijks bestuur van stadsdeel Zuid (hierna: het dagelijks bestuur),

appellant,

tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 13 maart 2018 in zaken nrs. 17/1342 en 17/1450 in het geding tussen:

[wederpartij] en anderen,

Thai Food Café Oostpoort B.V. (hierna: Thai Food Café)

en

de burgemeester van Amsterdam.

Procesverloop

Bij besluit van 8 september 2016 heeft de burgemeester aan Thai Food Café een vergunning verleend voor de exploitatie van een alcoholschenkend horecabedrijf met terras aan de Van Woustraat 74 in Amsterdam.

Bij onderscheiden besluiten van 26 januari 2017 heeft de burgemeester de daartegen door [wederpartij] e.a. onderscheidenlijk Thai Food Café gemaakte bezwaren ongegrond verklaard.

Bij uitspraak van 13 maart 2018 heeft de rechtbank de daartegen door [wederpartij] e.a. onderscheidenlijk Thai Food Café ingestelde beroepen gegrond verklaard, de besluiten van 26 januari 2017 vernietigd en bepaald dat de burgemeester met inachtneming van deze uitspraak nieuwe besluiten op de gemaakte bezwaren moet nemen. Deze uitspraak is aangehecht.

Tegen deze uitspraak heeft het dagelijks bestuur hoger beroep ingesteld.

De burgemeester heeft het aldus ingestelde hoger beroep bekrachtigd en de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

[wederpartij] e.a. en Thai Food Café hebben ieder voor zich een schriftelijke uiteenzetting gegeven.

Het dagelijks bestuur heeft een nader stuk ingediend.

De voorzieningenrechter heeft de verzoeken ter zitting behandeld op 7 juni 2018, waar het dagelijks bestuur en de burgemeester, vertegenwoordigd door mr. E. van Brandwijk, [wederpartij], voor zichzelf en als vertegenwoordiger van anderen, en Thai Food Café, vertegenwoordigd door haar [directeur], zijn verschenen.

Overwegingen

1. In dit geval kan nader onderzoek redelijkerwijs niet bijdragen aan de beoordeling van de zaak en bestaat ook overigens geen beletsel om met toepassing van artikel 8:86, eerste lid, van de Awb onmiddellijk uitspraak te doen in de hoofdzaak.

2. De relevante bepalingen uit de Awb en de Algemene plaatselijke verordening 2008 (hierna: de Apv), alsmede de relevante nummers uit de bijlagen 2 en 3 bij de Verordening op het lokaal bestuur, zoals die luidden ten tijde van het door het dagelijks bestuur ingestelde hoger beroep (hierna: de Verordening), zijn opgenomen in de bijlage bij deze uitspraak. Die bijlage maakt deel uit van deze uitspraak.

3. Thai Food Café heeft op 18 april 2016 een vergunning aangevraagd voor de exploitatie van een alcoholschenkend horecabedrijf met terras aan de Van Woustraat 74 in Amsterdam.

[wederpartij] e.a. hebben in beroep bij de rechtbank betoogd dat de exploitatie van een horecabedrijf op dat adres in strijd is met het geldende Bestemmingsplan De Pijp 2005 (hierna: het bestemmingsplan), zodat de burgemeester de aanvraag krachtens artikel 3.3 van de Apv had moeten afwijzen. De rechtbank heeft het door [wederpartij] e.a. ingestelde beroep gegrond verklaard, omdat het aan Thai Food Café vergunde horecagebruik in strijd is met de ingevolge het bestemmingsplan voor de Van Woustraat 74 geldende bestemming en de burgemeester niet aannemelijk heeft gemaakt dat het vergunde horecagebruik met toepassing van het ingevolge de voorschriften bij het bestemmingsplan geldende gebruiksovergangsrecht mag worden voortgezet. De rechtbank heeft het besluit van de burgemeester van 26 januari 2017 op het door [wederpartij] e.a. gemaakte bezwaar wegens strijdigheid met artikel 7:12, eerste lid, van de Awb vernietigd.

4. Bij brief van 24 april 2018, door de Afdeling ontvangen op dezelfde datum, heeft het dagelijks bestuur hoger beroep ingesteld. In die brief is toegelicht dat de ondertekenaar ervan bevoegd is om namens het dagelijks bestuur hoger beroep in te stellen, gezien de inhoud van het bij die brief overgelegde ondermandaatbesluit van het Juridisch Bureau. Bij brief van 3 mei 2018 heeft de burgemeester de Afdeling te kennen gegeven dat hij het door het dagelijks bestuur ingestelde hoger beroep bekrachtigt, omdat hij bevoegd is hoger beroep in te stellen. Bij brief van 28 mei 2018 heeft het dagelijks bestuur die bekrachtiging bevestigd en de Afdeling voorts te kennen gegeven dat het hoger beroep moet worden geacht door het dagelijks bestuur te zijn ingesteld, indien die bekrachtiging niet kan leiden tot het oordeel dat de burgemeester een ontvankelijk hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak heeft ingesteld.

5. In reactie op de brief van het dagelijks bestuur van 28 mei 2018 hebben [wederpartij] e.a. anderen de Afdeling verzocht het hoger beroep niet-ontvankelijk te verklaren.

6. De termijn om tegen de aangevallen uitspraak, die op 13 maart 2018 werd verzonden, hoger beroep in te stellen, liep af op 24 april 2018. Omdat de bekrachtiging door de burgemeester van het door het dagelijks bestuur ingestelde hoger beroep na afloop van deze termijn heeft plaatsgevonden, kan het hoger beroep niet worden aangemerkt als een door de burgemeester ingesteld hoger beroep. Omdat het hoger beroep niet door het besluitnemende bestuursorgaan en derhalve niet door het bestuursorgaan als bedoeld in artikel 8:104, eerste lid, van de Awb is ingesteld, zal hierna worden ingegaan op de vraag of het hoger beroep is ingesteld door een belanghebbende als bedoeld in die bepaling.

7. Ter zitting van de voorzieningenrechter heeft het dagelijks bestuur nader toegelicht dat het belang heeft bij het instellen van het hoger beroep, omdat de ruimtelijke ordening van het grondgebied van stadsdeel Zuid een aan hem toevertrouwd belang is dat in dit geval aan de orde is, gezien hetgeen de rechtbank over de toepasselijkheid van het gebruiksovergangsrecht, zoals opgenomen in de voorschriften van het bestemmingsplan, en daarmee over de toepasselijkheid van artikel 3.3 van de Apv heeft overwogen. De rechtbank heeft volgens het dagelijks bestuur ten onrechte geoordeeld dat de burgemeester niet aannemelijk heeft gemaakt dat de aan Thai Food Café vergunde exploitatie met toepassing van het gebruiksovergangsrecht mag worden voortgezet.

7.1.

Ingevolge artikel 1:2, tweede lid, van de Awb worden ten aanzien van bestuursorganen de hun toevertrouwde belangen als hun belangen beschouwd. Een belang is aan een bestuursorgaan toevertrouwd als een wettelijk voorschrift aan dat bestuursorgaan een bevoegdheid tot behartiging van dat belang toekent. Ingevolge het vermelde onder nr. 1.1 in de 'Takenlijst dagelijks bestuur', opgenomen als bijlage 2 bij de Verordening, kan een deel van de taken in het kader van de voorbereiding van een bestemmingsplan of uitwerking of wijziging daarvan door het dagelijks bestuur worden verricht. De vaststelling van een bestemmingsplan vindt plaats door de raad van de gemeente Amsterdam en de vaststelling van een uitwerkings- en wijzigingsplan vindt plaats door het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam. Ingevolge het vermelde onder nrs. B15 en X35 in het 'Bevoegdhedenregister dagelijks bestuur', opgenomen in bijlage 3 bij de Verordening, worden de bevoegdheden van het college om bestemmingsplannen te handhaven en omgevingsvergunningen te verlenen voor gebruik van gronden of bouwwerken in strijd met bestemmingsplannen niet aan het dagelijks bestuur gedelegeerd, maar gemandateerd.

7.2.

Gelet op de aan de raad toegekende bevoegdheid om een het bestemmingsplan opvolgend bestemmingsplan vast te stellen, alsmede de aan het college toegekende bevoegdheden in het kader van de handhaving van het bestemmingsplan en de verlening van omgevingsvergunningen, is de Afdeling van oordeel dat het dagelijks bestuur geen feiten of omstandigheden heeft aangevoerd in verband waarmee zou moeten worden geoordeeld dat de door de burgemeester verleende exploitatievergunning, dan wel het door de rechtbank gegeven - en uitsluitend in deze zaak bindende - oordeel over de toepasselijkheid van het gebruiksovergangsrecht, gevolgen kan hebben voor een aan het dagelijks bestuur toevertrouwd belang. Gelet daarop is het dagelijks bestuur geen belanghebbende als bedoeld in artikel 8:104, eerste lid, gelezen in samenhang met artikel 1:2, tweede lid, van de Awb.

8. Het hoger beroep is niet-ontvankelijk.

9. Gelet hierop bestaat aanleiding het verzoek van de burgemeester om het treffen van een voorlopige voorziening af te wijzen. De voorzieningenrechter heeft het door Thai Food Café in haar schriftelijke uiteenzetting vervatte verzoek om te bepalen dat de aangevallen uitspraak, voor zover die op het door haar bij de rechtbank ingestelde beroep ziet, moet worden nagekomen, niet als een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening aangemerkt, omdat de verplichting tot nakoming daarvan reeds uit de aangevallen uitspraak volgt.

10. De burgemeester dient ten aanzien van [wederpartij] en Thai Food Café op na te melden wijze tot vergoeding van de proceskosten te worden veroordeeld. Van proceskosten die voor vergoeding door het dagelijks bestuur in aanmerking komen, is niet gebleken.

Beslissing

De voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

I. verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk;

II. wijst het verzoek af;

III. veroordeelt de burgemeester van Amsterdam tot vergoeding van bij [wederpartij] in verband met de behandeling van het verzoek opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 485,17 (zegge: vierhonderdvijfentachtig euro en zeventien cent);

veroordeelt de burgemeester van Amsterdam tot vergoeding van bij Thai Food Café Oostpoort B.V. in verband met de behandeling van het verzoek opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 33,17 (zegge: drieëndertig euro en zeventien cent);

IV. bepaalt dat van het dagelijks bestuur van stadsdeel Zuid een griffierecht van € 508,00 (zegge: vijfhonderdacht euro) wordt geheven.

Aldus vastgesteld door mr. J.A.W. Scholten-Hinloopen, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. W.J.C. Robben, griffier.

w.g. Scholten-Hinloopen

voorzieningenrechter

De griffier is verhinderd de uitspraak te ondertekenen.

Uitgesproken in het openbaar op 11 juli 2018

610.

BIJLAGE

De Awb

Artikel 1:2

1. Onder belanghebbende wordt verstaan: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken.

2. Ten aanzien van bestuursorganen worden de hun toevertrouwde belangen als hun belangen beschouwd.

[…]

Artikel 6:5

1. Het bezwaar- of beroepschrift wordt ondertekend en bevat ten minste:

a. de naam en het adres van de indiener;

[…]

Artikel 6:6

Het bezwaar of beroep kan niet-ontvankelijk worden verklaard, indien:

a. niet is voldaan aan artikel 6:5 of aan enig ander bij de wet gesteld vereiste voor het in behandeling nemen van het bezwaar of beroep, of

b. […],

mits de indiener de gelegenheid heeft gehad het verzuim te herstellen binnen een hem daartoe gestelde termijn.

Artikel 6:7

De termijn voor het indienen van een bezwaar- of beroepschrift bedraagt zes weken.

Artikel 6:8

1. De termijn vangt aan met ingang van de dag na die waarop het besluit op de voorgeschreven wijze is bekendgemaakt.

[…]

Artikel 6:9

1. Een bezwaar- of beroepschrift is tijdig ingediend indien het voor het einde van de termijn is ontvangen.

[…]

Artikel 6:11

Ten aanzien van een na afloop van de termijn ingediend bezwaar- of beroepschrift blijft niet-ontvankelijkverklaring op grond daarvan achterwege indien redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener in verzuim is geweest.

Artikel 6:24

Deze afdeling is met uitzondering van artikel 6:12 van overeenkomstige toepassing indien hoger beroep, incidenteel hoger beroep, beroep in cassatie of incidenteel beroep in cassatie kan worden ingesteld.

Artikel 8:104

1. Een belanghebbende en het bestuursorgaan kunnen hoger beroep instellen tegen:

a. een uitspraak als bedoeld in artikel 8:66, eerste lid, of artikel 8:67, eerste lid, van de rechtbank,

[…]

De Apv

Artikel 3.1 Begripsomschrijvingen

1. Algemene begripsomschrijvingen.

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

a. bedrijf: horecabedrijven, […];

[…]

2. Bijzondere begripsomschrijvingen.

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

a. alcoholverstrekkend bedrijf: een horecabedrijf waar alcoholhoudende drank voor directe consumptie wordt verstrekt;

[…]

f. horecabedrijf: de voor publiek toegankelijke besloten ruimte waar tegen vergoeding dranken worden geschonken of eetwaren voor directe consumptie worden bereid of verstrekt; tot een horecabedrijf worden ook gerekend een bij dit bedrijf behorend terras en andere aanhorigheden;

[…]

Artikel 3.3 Algemene weigeringsgrond

Het bevoegde bestuursorgaan weigert de vergunning voor een bedrijf als de exploitatie daarvan in strijd is met een bestemmingsplan of een beheersverordening.

Artikel 3.8 Exploitatie van een horecabedrijf

1. Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een horecabedrijf te exploiteren.

[…]

De Verordening

Bijlage 2: takenlijst dagelijks bestuur

[…]

1. Gebiedsontwikkeling en ruimtelijk beheer

[…]

Bijlage 3 Bevoegdhedenregister dagelijks bestuur

[…]

1. Gebiedsontwikkeling en ruimtelijk beheer

23. Vergunningverlening. Toezicht en handhaving

[…]