Raad van State, 09-03-2011, BP7164, 201007204/1/H2
Raad van State, 09-03-2011, BP7164, 201007204/1/H2
Gegevens
- Instantie
- Raad van State
- Datum uitspraak
- 9 maart 2011
- Datum publicatie
- 9 maart 2011
- ECLI
- ECLI:NL:RVS:2011:BP7164
- Formele relaties
- Eerste aanleg: ECLI:NL:RBGRO:2010:BN2879, Bekrachtiging/bevestiging
- Zaaknummer
- 201007204/1/H2
Inhoudsindicatie
Bij besluit van 16 november 2009 heeft de hoofddirectie van de Informatie Beheer Groep (thans: de minister) het verzoek van [appellante] om onder toepassing van de hardheidsclausule te worden toegelaten tot de studie Geneeskunde voor het studiejaar 2010-2011 afgewezen.
Uitspraak
201007204/1/H2.
Datum uitspraak: 9 maart 2011
AFDELING
BESTUURSRECHTSPRAAK
Uitspraak op het hoger beroep van:
[appellante], wonend te [woonplaats],
tegen de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Groningen van 15 juni 2010 in zaak nrs. 10/463 en 10/464 in het geding tussen:
[appellante]
en
de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Dienst Uitvoering Onderwijs.
1. Procesverloop
Bij besluit van 16 november 2009 heeft de hoofddirectie van de Informatie Beheer Groep (thans: de minister) het verzoek van [appellante] om onder toepassing van de hardheidsclausule te worden toegelaten tot de studie Geneeskunde voor het studiejaar 2010-2011 afgewezen.
Bij besluit van 26 maart 2010 heeft de minister het door [appellante] daartegen gemaakte bezwaar ongegrond verklaard.
De voorzieningenrechter heeft het door [appellante] daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Deze uitspraak is aangehecht.
Tegen deze uitspraak heeft [appellante] bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 26 juli 2010, hoger beroep ingesteld.
De minister heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is door een meervoudige kamer van de Afdeling verwezen naar een enkelvoudige.
Partijen hebben de Afdeling desgevraagd toestemming gegeven om op grond van artikel 8:57 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: de Awb) een nadere zitting achterwege te laten, waarna het onderzoek is gesloten.
2. Overwegingen
2.1. Bij uitspraak van 20 augustus 2010, in zaak nr. 201007204/2 heeft de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State het verzoek van [appellante] tot het treffen van een voorlopige voorziening afgewezen. In deze uitspraak, die is aangehecht, heeft de voorzitter een voorlopig oordeel gegeven over de hogerberoepsgronden. In hetgeen door [appellante] in hoger beroep is aangevoerd, ziet de Afdeling geen aanleiding om anders te oordelen dan de voorzitter in voormelde uitspraak heeft gedaan.
Het hoger beroep is ongegrond. De aangevallen uitspraak dient te worden bevestigd.
2.2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
3. Beslissing
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
Recht doende in naam der Koningin:
bevestigt de aangevallen uitspraak.
Aldus vastgesteld door mr. C.J. Borman, lid van de enkelvoudige kamer, in tegenwoordigheid van mr. A.M. van Meurs-Heuvel, ambtenaar van staat.
w.g. Borman w.g. Van Meurs-Heuvel
lid van de enkelvoudige kamer ambtenaar van staat
Uitgesproken in het openbaar op 9 maart 2011
47-680.