Home

Raad van State, 14-09-2001, AD3638, 200103870/2.

Raad van State, 14-09-2001, AD3638, 200103870/2.

Gegevens

Instantie
Raad van State
Datum uitspraak
14 september 2001
Datum publicatie
20 september 2001
ECLI
ECLI:NL:RVS:2001:AD3638
Zaaknummer
200103870/2.

Inhoudsindicatie

-

Uitspraak

Raad

van State

200103870/2.

Datum uitspraak: 14 september 2001

AFDELING

BESTUURSRECHTSPRAAK

Uitspraak van de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak na vereenvoudigde behandeling (artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht) op het verzoek van:

de heer en mevrouw [verzoekers], wonend te [woonplaats],

verzoekers,

om proceskostenveroordeling in geval van intrekking van een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht).

1. Procesverloop

Bij brief van 3 augustus 2001, bij de Raad van State ingekomen op 6 augustus 2001, hebben verzoekers de Voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.

Bij brief van 10 augustus 2001, bij de Raad van State ingekomen op 13 augustus 2001, hebben verzoekers het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening ingetrokken en de Voorzitter verzocht burgemeester en wethouders van Woerden te veroordelen in de door hen gemaakte proceskosten.

Bij brief van 13 augustus 2001 hebben burgemeester en wethouders van Woerden een verweerschrift ingediend.

Desgevraagd hebben verzoekers het verzoek nader toegelicht bij brief van 15 augustus 2001.

2. Overwegingen

2.1. Ingevolge artikel 8:84, vierde lid, gelezen in samenhang met artikel 8:75a, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht kan, in geval van intrekking van het verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het verzoekschrift is tegemoetgekomen, dat bestuursorgaan bij afzonderlijke uitspraak in de proceskosten als bedoeld in artikel 8:75 van die wet worden veroordeeld.

2.2. Uit de stukken blijkt dat verzoekers hun verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening hebben ingetrokken omdat de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid "[bedrijf] B.V.", verantwoordelijk voor het in werking hebben van de inrichting voor houtverwerking op het perceel [adres] te [woonplaats], welk perceel is gelegen in de directe nabijheid van het perceel waarop de woning van verzoekers is gesitueerd, bij faxbericht van 9 augustus 2001 heeft toegezegd het gebruik van de hakselinstallatie, aanwezig op het terrein van de inrichting, te staken totdat geluidsbeperkende maatregelen hieromtrent getroffen zijn.

Deze toezegging van de drijver van de inrichting - welke voor verzoekers aanleiding is geweest hun verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening in te trekken - heeft echter geen gevolgen voor de tenuitvoerlegging of rechtmatigheid van het bestreden besluit. Ook anderszins is de toezegging, gedaan door een ander dan verweerders, niet te beschouwen als een (voorlopige) maatregel in afwachting van de beslissing op bezwaar. Naar het oordeel van de Voorzitter is hier dan ook geen sprake van "tegemoetkomen" als bedoeld in artikel 8:75a, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht. Op grond van het vorenoverwogene acht de Voorzitter dan ook geen termen aanwezig ten aanzien van verzoekers toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht.

2.3. Het verzoek dient als kennelijk ongegrond te worden afgewezen.

3. Beslissing

De Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State:

wijst het verzoek af.

Aldus vastgesteld door mr. J.J.M.S. Leyten-de Wijkerslooth, Voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. C. Sparreboom, ambtenaar van Staat.

w.g. Leyten-de Wijkerslooth w.g. Sparreboom

Voorzitter ambtenaar van Staat

Uitgesproken in het openbaar op 14 september 2001

Tegen deze uitspraak kan verzet worden gedaan (artikel 8:55 van de Algemene wet bestuursrecht).

- Verzet dient schriftelijk en binnen zes weken na verzending van deze uitspraak te worden gedaan.

- In het verzetschrift moeten de redenen worden vermeld waarom de indiener het niet eens is met de gronden waarop de beslissing is gebaseerd.

- Indien de indiener over het verzet door de Afdeling wenst te worden gehoord, dient dit in het verzetschrift te worden gevraagd. Het horen gebeurt dan uitsluitend over het verzet.

195-360.

Verzonden:

Voor eensluidend afschrift,

de Secretaris van de Raad van State,

voor deze,