Home

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 13-05-2022, ECLI:NL:RBZWB:2022:2626, C/02/396832 / FA RK 22-1771

Rechtbank Zeeland-West-Brabant, 13-05-2022, ECLI:NL:RBZWB:2022:2626, C/02/396832 / FA RK 22-1771

Gegevens

Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Datum uitspraak
13 mei 2022
Datum publicatie
17 mei 2022
ECLI
ECLI:NL:RBZWB:2022:2626
Zaaknummer
C/02/396832 / FA RK 22-1771

Inhoudsindicatie

Minderjarige moeder (14) bevallen van een zoon. Vader niet in beeld. Over de baby van moeder wordt voorlopige voogdij uitgesproken. Oma (moeder van moeder) overlijdt 2 dagen na deze geboorte. Enkele weken voor haar overlijden heeft oma bij testament een voogd aangewezen (tante) over haar dochter (moeder) en zoon (11). Omdat opa al in 2019 is overleden en moeder en haar broer door het overlijden van oma niet meer onder gezag staan, wordt een voorlopige voogdij van de GI uitgesproken over moeder en haar broer.

Raad verzoekt tante als voogdes te benoemen over alle 3 de minderjarigen. Raad gaat voor wat betreft de moeder en haar broer voorbij aan de door oma beoogde testamentaire voogdij, daarbij stellend dat moeder ten tijde van haar overlijden het gezag niet meer had (artikel 1:293 sub b BW) en beroept zich voorts op art. 1:253g BW.

De rechtbank oordeelt dat geen sprake is van een situatie als bedoeld in art. 1:293 sub b BW en dat ook art. 1:253g BW niet van toepassing is. De rechtbank geeft tante de keus om alsnog de testamentaire voogdij te aanvaarden.

Tante kiest echter voor benoeming door de rechtbank. Rechtbank benoemt tante op grond van artikel 1:295 BW over alle 3 minderjarigen.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht

Zittingsplaats: Middelburg

Zaaknummer: C/02/396832 / FA RK 22-1771 ( [minderjarige 1] en [minderjarige 2] )

C/02/396833 / FA RK 22-1772 ( [minderjarige 3] )

datum uitspraak: 13 mei 2022

beschikking benoeming voogdij

in de zaak van

RAAD VOOR DE KINDERBESCHERMING REGIO ZUIDWEST NEDERLAND,

hierna te noemen de Raad,

locatie Middelburg,

betreffende

[naam] , geboren op [geboortedag] 2007 te Vlissingen, hierna te noemen [minderjarige 1] ,

[naam] , geboren op [geboortedag] 2010 te Goes, hierna te noemen [minderjarige 2] , en

[naam] , geboren op [geboortedag] 2022 te Middelburg, hierna te noemen [minderjarige 3] .

De rechtbank merkt als belanghebbenden aan:

[naam] , hierna te noemen de gecertificeerde instelling (de GI),

gevestigd te Middelburg.

[naam] , wonende te [plaats] , hierna te noemen de tante (beoogd voogdes)

[naam] , hierna te noemen de bijzondere curator,

advocaat te Middelburg,

De rechtbank merkt als informant aan:

[naam] , hierna te noemen de oom.

1 Het procesverloop

1.1.

Het procesverloop in de zaak C/02/396832 FA RK 22-1771 blijkt uit de volgende stukken:

- het verzoek van de Raad met bijlagen van 20 april 2022;

- de brief van mr. Sijnesael van 2 mei 2022;

- het emailbericht van de Raad van 2 mei 2022.

1.2.

Het procesverloop in de zaak C/02/396833 FA RK 22-1772 blijkt uit de volgende stukken:

- het verzoek van de Raad met bijlagen van 20 april 2022;

- het emailbericht van de Raad van 2 mei 2022.

1.3.

Op 4 mei 2022 heeft de rechtbank beide zaken mondeling – met gesloten deuren – behandeld.

Gehoord zijn:

- een vertegenwoordiger van de Raad,

- een tweetal vertegenwoordigsters van de GI,

- de tante (beoogd voogd),

- de [minderjarige 1] ,

- de oom,

- de bijzonder curator, mr. Sijnesael.

2 De feiten

2.1.

Het gezag over [minderjarige 1] en [minderjarige 2] werd uitgeoefend door hun moeder, mevrouw [naam] . Zij is op 20 februari 2022 overleden. De vader van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] , de heer [naam] , is eerder, op 30 augustus 2019, overleden.

2.2.

[minderjarige 3] is op [geboortedag] 2022 geboren als kind van de [minderjarige 1] .

2.3.

Bij beschikking van de kinderrechter van 15 februari 2022 is de GI belast met de voorlopige voogdij over [minderjarige 3] voor de duur van twee weken, te weten tot 1 maart 2022, zonder voorafgaand verhoor van de belanghebbenden.

2.4.

Bij beschikking van de kinderrechter van 18 februari 2022 is de GI belast met de voorlopige voogdij over [minderjarige 1] en [minderjarige 2] voor de duur van twee weken, te weten tot 4 maart 2022, zonder voorafgaand verhoor van de belanghebbenden.

2.5.

Bij beschikking van 21 februari 2022 is de voorlopige voogdij over [minderjarige 3] verlengd, met ingang van 1 maart 2022 en tot 15 mei 2022. Bij beschikking van gelijke datum is de voorlopige voogdij over [minderjarige 1] en [minderjarige 2] verlengd, met ingang van 4 maart 2022 en tot 15 mei 2022.

2.6.

[minderjarige 1] , [minderjarige 2] en [minderjarige 3] verblijven thans in een pleeggezin.

2.7.

De maatregelen tot voorlopige voogdij lopen tot op heden door, nu de Raad vóór 15 mei 2022 een (definitieve) voorziening in het gezag (voogdij) over [minderjarige 1] , [minderjarige 2] en [minderjarige 3] heeft verzocht.

3 Het verzoek

3.1

De Raad verzoekt, zoals nader toegelicht tijdens de mondelinge behandeling, de tante, mevrouw [naam] , te benoemen tot voogdes over de minderjarigen [minderjarige 1] , [minderjarige 2] en [minderjarige 3] .

3.2

Op de standpunten van partijen wordt, voor zover van belang voor de beoordeling van het verzoek, hierna ingegaan.

4 De beoordeling

5 De beslissing