Home

Rechtbank Zutphen, 13-12-2006, AZ9401, 78445 / HA ZA 06-618

Rechtbank Zutphen, 13-12-2006, AZ9401, 78445 / HA ZA 06-618

Gegevens

Instantie
Rechtbank Zutphen
Datum uitspraak
13 december 2006
Datum publicatie
27 februari 2007
ECLI
ECLI:NL:RBZUT:2006:AZ9401
Zaaknummer
78445 / HA ZA 06-618

Inhoudsindicatie

De G-standaard: databank voor onder meer apothekers. Van toepassing zijn de door eiseres gehanteerde algemene voorwaarden. Op grond van deze voorwaarden is gedaagde voor twee apotheken éénmaal vergoeding verschuldigd.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN

Sector Civiel – Afdeling Handel

zaaknummer / rolnummer: 78445 / HA ZA 06-618

Vonnis van 13 december 2006

in de zaak van

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

Z-INDEX B.V.,

gevestigd te 's-Gravenhage,

eiseres,

procureur mr. A.J. Zeyl,

advocaat mr. A. Robustella te Ede,

tegen

[gedaagde],

wonende te [plaatst],

gedaagde,

procureur mr. I.J.M. Willems.

Partijen zullen hierna Z-Index en [gedaagde] genoemd worden.

1. De procedure

1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:

- de dagvaarding

- de conclusie van antwoord

- de conclusie van repliek, tevens vermeerdering van eis

- de conclusie van dupliek.

1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.

2. De feiten

2.1. Z-Index houdt zich vanaf eind 1998, begin 1999 bezig met het beheren, uitbreiden en exploiteren van een databank, genaamd de G-Standaard. Deze databank wordt gebruikt door apotheken, huisartsen, zorgverzekeraars, zorginstellingen, opleidingsinstituten, medisch-farmaceutische ondernemingen en de overheid. De G-Standaard dient ter ondersteuning bij het voorschrijven, bestellen, afleveren, declareren en vergoeden van alle in Nederland toegestane geneesmiddelen, medische hulpmiddelen en zelfzorgproducten. Apotheekhouders zijn verplicht om bij het declareren van geneesmiddelen bij zorgverzekeraars gebruik te maken van de in de G-Standaard opgenomen codes.

Voor het einde van 1998 werd de G-Standaard, toen nog de geneesmiddelen databank genoemd, beheerd door de Koninklijke Nederlandse Maatschappij ter bevordering van Pharmacie, hierna: KNMP, de belangenvereniging van apothekers. Onder de exploitatie van de G-Standaard valt ook de financiële administratie.

2.2. Vanaf einde jaren ’80, begin jaren ’90 van de vorige eeuw exploiteert [gedaagde] voor zijn rekening en risico twee apothekerspraktijken in [plaats] onder de namen Apotheek [naam A] (voorheen genoemd: [naam]) en Apotheek [naam B]. In maart 1990 heeft [gedaagde] de G-Standaard (op dat moment nog geneesmiddelen databank geheten) in gebruik genomen via de softwareleverancier Cendata B.V. [gedaagde] gebruikt de G-Standaard voor beide door hem geëxploiteerde apotheken. Er is geen schriftelijke overeenkomst opgesteld over het gebruik van de G-Standaard door [gedaagde].

2.3. Bij brief van 21 december 2000 schrijft Z-Index aan [gedaagde] dat zij heeft geconstateerd dat [gedaagde] in de jaren 1999 en 2000 slechts voor Apotheek [naam A] de jaarlijkse vergoeding voor het gebruiksrecht op de G-Standaard heeft betaald, doch niet voor Apotheek [naam B]. Z-Index wijst in de brief op de artikelen 15, 18 en 20 van de algemene leverings- en betalingsvoorwaarden van KNMP, welke artikelen volgens haar meebrengen dat [gedaagde] voor beide vestigingen de gebruiksvergoeding verschuldigd is. In de brief schrijft Z-Index dat zij zal afzien van het in rekening brengen van de gebruiksvergoeding voor 1999 en verzoekt zij [gedaagde] om betaling van de gebruiksvergoeding voor het jaar 2000.

2.4. Bij brief van 14 februari 2006 schrijft Z-Index aan [gedaagde] dat er nog facturen openstaan voor het gebruiksrecht vanaf 2002, tot in totaal een bedrag van € 19.801,60. Bij brief van 19 april 2006 heeft de raadsman van Z-Index [gedaagde] nog eenmaal de mogelijkheid geboden het bedrag van € 19.801,60 te voldoen bij gebreke waarvan rechtsmaatregelen zijn aangezegd. De openstaande facturen hebben, aldus de raadsman in deze brief, betrekking op het aan Apotheek [naam A] verstrekte gebruiksrecht op de G-Standaard.

2.5. [gedaagde] weigert de facturen te voldoen. In correspondentie met Z-Index stelt hij zich op het standpunt dat hij slechts eenmaal hoeft te betalen voor het gebruiksrecht op de G-Standaard en niet voor elke apotheek afzonderlijk de vergoeding voor het gebruiksrecht verschuldigd is.

3. De vordering

3.1. Na wijziging van eis vordert Z-Index dat de rechtbank, bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis, [gedaagde] zal veroordelen aan Z-Index te voldoen een bedrag van

€ 19.801,60, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening alsmede voor recht te verklaren dat [gedaagde] voor het gebruik van de G-Standaard in de beide door hem geëxploiteerde apotheken per apotheek de vergoeding voor het gebruik van de G-Standaard aan Z-Index verschuldigd is, met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van het geding.

3.2. Z-Index legt aan haar vordering, tegen de achtergrond van de vaststaande feiten, onder meer de navolgende stellingen ten grondslag.

Alle rechten op de G-Standaard komen uitsluitend aan Z-Index toe. [gedaagde] laat de door Z-Index aan hem, op naam van Apotheek [naam A] gestelde facturen over de jaren 2002 tot en met 2006, tot een bedrag van in totaal € 19.801,60, onbetaald. Ten onrechte voldoet [gedaagde] slechts de op naam van Apotheek [naam B] gestelde facturen voor de vergoeding van het gebruik van de G-Standaard. Daar waar [gedaagde] de G-Standaard in twee apotheken gebruikt, dient door hem voor dat gebruik tweemaal de vergoeding te worden betaald. Zou dat anders zijn dan zou dat de doodslag zijn voor een bedrijf als Z-Index omdat apotheken dan kunnen clusteren en met één gebruiksvergoeding kunnen volstaan.

Uit de algemene voorwaarden van KNMP, in het bijzonder de artikelen 15 tot en met 21, volgt op welke wijze de gebruiker gerechtigd is tot het gebruik van de G-Standaard. Iedere gebruiker heeft van KNMP bij aanvang van de relatie deze voorwaarden ontvangen. De toepasselijkheid van deze algemene voorwaarden volgt ook uit herhaalde verwijzing op de door KNMP aan [gedaagde] over een periode van 10 jaar toegezonden facturen.

Onjuist is de stelling van [gedaagde] dat KNMP hem, op grond van een mondelinge afspraak, voor beide apotheken slechts één gebruiksvergoeding in rekening bracht. Uit een door KNMP aan Cendata B.V. verzonden factuur met bijlage van 4 februari 1994 blijkt dat de gebruiksvergoeding ook toen al aan [gedaagde] zowel voor de Apotheek [naam B] als voor de Apotheek [naam A] in rekening werd gebracht.

Van verkrijgende verjaring of rechtsverwerking, waar [gedaagde] zich ook nog op beroept, kan geen sprake zijn.

4. Het verweer

4.1. [gedaagde] concludeert dat de rechtbank Z-Index in haar vordering niet ontvankelijk zal verklaren, althans die vordering zal afwijzen, met veroordeling van Z-Index in de kosten van dit geding.

4.2. [gedaagde] voert de volgende verweren aan.

In maart 1990 is door KNMP aan [gedaagde] de (voorloper van) de G-Standaard in gebruik gegeven. Over dit gebruik is nooit iets op schrift gesteld. Aan [gedaagde] is derhalve een licentie verleend om de G-Standaard te gebruiken zonder dat daarbij gebruiksbeperkingen zijn opgelegd. [gedaagde] heeft ook nooit een exemplaar van de algemene voorwaarden van KNMP ontvangen. Z-Index kan zich dus niet beroepen op die algemene voorwaarden. Indien de algemene voorwaarden wel van toepassing zijn, is onduidelijk op welke bepalingen Z-Index haar vordering doet steunen.

KNMP was er mee bekend dat [gedaagde] de G-Standaard in beide apotheken gebruikte, daar is telefonisch overleg over geweest. Dit heeft nooit geresulteerd in één factuur per vestiging. Het factuuroverzicht van 4 februari 1994 van KNMP aan Cendata, waar Z-Index op wijst, leidt nog niet tot de conclusie dat aan [gedaagde] tweemaal de gebruiksvergoeding in rekening werd gebracht. [gedaagde] betaalde één gebruiksvergoeding en heeft nooit enige sommatie van KNMP ontvangen. Pas nadat Z-Index in 2000 de financiële administratie van KNMP overneemt ontvangt [gedaagde] per vestiging een factuur voor de gebruiksvergoeding. [gedaagde] heeft de facturen op naam van Apotheek [naam B] steeds voldaan en de facturen ten name van Apotheek [naam A] verworpen. Met inachtneming van het Haviltex-criterium mocht [gedaagde] verwachten dat het hem vrij stond en staat de G-Standaard te gebruiken voor zijn beide apotheekvestigingen.

Aangezien [gedaagde] de G-Standaard op het moment dat hij van Z-Index een tweede factuur ontving al ruim tien jaar lang onafgebroken voor beide apotheken heeft gebruikt, heeft [gedaagde] de licentie voor het gebruik in beide apotheken door verkrijgende verjaring ex artikel 3:99 lid 1 van het Burgerlijk wetboek (BW) verkregen. Om die reden laat [gedaagde] terecht de facturen van Z-Index voor Apotheek [naam A] onbetaald.

Op grond van de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid in de zin van de artikelen 6:2 lid 2 en 6:248 lid 2 BW heeft Z-Index, gelet op de omstandigheden, haar recht verwerkt om betaling van de factuur voor de tweede vestiging te verlangen.

5. De beoordeling

5.1. Tussen partijen staat vast dat door de rechtsvoorganger van Z-Index, KNMP, in maart 1990 aan [gedaagde] het recht is verleend om gebruik te maken van een geneesmiddelendatabank, later de G-Standaard geheten, waarvan de rechten berusten bij KNMP en welke rechten op enig moment zijn overgegaan op Z-Index. Tussen partijen is in geschil of de verschuldigde vergoeding voor dat gebruik per de door [gedaagde] geëxploiteerde apotheek geldt of dat, zoals [gedaagde] stelt, de vergoeding door hem slechts éénmaal verschuldigd is.

5.2. Ter onderbouwing van haar standpunt dat [gedaagde] voor het gebruik van de G-Standaard in de twee door hem geëxploiteerde apotheken ook tweemaal de overeengekomen vergoeding verschuldigd is, beroept Z-Index zich op het bepaalde in de artikelen 15 tot en met 21 van de door KNMP gehanteerde algemene voorwaarden. [gedaagde] betwist de toepasselijkheid van die voorwaarden aangezien hij nimmer een exemplaar van die voorwaarden heeft ontvangen. Deze stelling van [gedaagde] wordt gepasseerd nu, zoals Z-Index onbetwist heeft gesteld, KNMP in de periode van 1990 tot en met 1999 steeds op iedere door haar aan [gedaagde] gezonden factuur heeft vermeld dat die algemene voorwaarden van toepassing zijn. Gelet op het feit dat het steeds facturen voor dezelfde overeenkomst betrof wordt [gedaagde], door niet te protesteren tegen de herhaalde verwijzing op de facturen van KNMP naar die algemene voorwaarden, geacht met de toepasselijkheid daarvan te hebben ingestemd (Hoge Raad, 19 december 1997, NJ 1998, 271).

Voor zover [gedaagde] tevens de vernietiging van de algemene voorwaarden van KNMP/Z-Index mocht hebben willen inroepen wegens het niet voldoen aan de, ingevolge artikel 6:234 lid 1 onder a BW op de gebruiker rustende verplichting om die voorwaarden aan hem ter hand te stellen, gaat dit ook niet op. Nog daargelaten de vraag of het bepaalde in artikel 6:234 lid 1 onder a BW, in verband met de inwerkingtreding van het nieuw Burgerlijk Wetboek per 1 januari 1992, op de onderhavige casus van toepassing is, welke vraag door Z-Index ontkennend wordt beantwoord, brengt de herhaalde verwijzing op de facturen door KNMP in één en dezelfde contractuele verhouding mee dat een eventueel beroep op de vernietigbaarheid van die algemene voorwaarden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is (Hoge Raad 1 oktober 1999, NJ 2000, 207). Daarbij komt mede betekenis toe aan het feit dat [gedaagde] redelijkerwijs mocht verwachten dat het gebruik van de G-Standaard niet enkel op basis van een telefonisch contact aan hem werd verleend doch dat hij kon verwachten dat dit gebruiksrecht, dat op grote schaal in de medische sector in Nederland wordt toegepast, op enigerlei wijze contractueel is vastgelegd.

De rechtbank zal derhalve in de verdere beoordeling van het onderhavige geschil uitgaan van de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden van KNMP, zoals die door Z-Index bij conclusie van repliek in het geding zijn gebracht (productie 1).

5.3. Z-Index stelt dat uit de artikelen 15 tot en met 21 van de algemene voorwaarden volgt dat [gedaagde] de gebruiksvergoeding voor beide apotheken verschuldigd is. Deze stelling wordt door Z-Index op geen enkele wijze toegelicht. Zonder die nadere toelichting valt niet in te zien dat reeds het bepaalde in de genoemde artikelen een op [gedaagde] rustende betalingsverplichting voor beide apotheken meebrengt. Relevant in dit verband lijkt onder meer het bepaalde in artikel 15 van de algemene voorwaarden, dat luidt:

“De individuele debiteur heeft het niet uitsluitend recht om ten behoeve van de werkzaamheden in de apotheek waarin hij zijn beroep uitoefent c.q. in de door hem geëxploiteerde apotheek te gebruiken (.....)”

De formulering dat het gebruiksrecht geldt voor de apotheek waar de “individuele debiteur ” zijn beroep uitoefent c.q. in de door hem geëxploiteerde apotheek komt in diverse andere bepalingen terug, onder meer in artikel18 lid 1, dat luidt:

“De debiteur verplicht zich het bestand uitsluitend aan te wenden ter verrichting van de werkzaamheden in de apotheek waarin de debiteur zijn beroep uitoefent c.q. in de door hem geëxploiteerde apotheek en het bestand niet in enige andere vorm te brengen of te doen brengen, dan voor dat gebruik noodzakelijk is (....).”

Het staat vast dat [gedaagde] zijn beroep uitoefent in zijn twee apotheken zodat hij op grond van de tekst van deze bepalingen gerechtigd moet worden geacht die G-Standaard in beide apotheken te gebruiken. Over de verschuldigde gebruiksvergoeding wordt in de door

Z-Index genoemde artikelen verder niets bepaald. In genoemde artikelen is dan ook geen grondslag te vinden voor de stelling van Z-Index dat zij gerechtigd is aan [gedaagde] de gebruiksvergoeding in rekening te brengen voor beide door hem geëxploiteerde apotheken. Dat dit de “doodslag” voor Z-Index zal zijn omdat, zoals zij stelt, apotheken dan een holding zouden kunnen oprichten en men voor alle deelnemers vervolgens een centrale server kan neerzetten, valt niet goed in te zien. Immers, ingevolge de formulering in de algemene voorwaarden gaat het om de “apotheek” waarin men zijn beroep uitoefent. Het feit overigens dat onduidelijkheid in de gehanteerde formuleringen in de algemene voorwaarden mogelijk voor Z-Index nadelige gevolgen kan hebben, kan ook niet aan [gedaagde] worden tegengeworpen.

5.4. Z-Index heeft er ter onderbouwing van haar vordering voorts nog op gewezen dat KNMP wel degelijk [gedaagde] de gebruiksvergoeding voor beide apotheken afzonderlijk in rekening heeft gebracht. Uit het als productie 2 bij conclusie van repliek overgelegde “overzicht verzendadresssen abonnementen” volgt naar het oordeel van de rechtbank op zich nog niet dat [gedaagde] de gebruiksvergoeding per apotheek verschuldigd is en dat die vergoeding hem aldus ook in rekening is gebracht. Mede gelet op de betwisting door [gedaagde], had het op de weg gelegen van Z-Index om aan te tonen dat [gedaagde] reeds jegens KNMP voor ieder van de apotheken afzonderlijk de gebruiksvergoeding verschuldigd was. Die conclusie kan niet worden verbonden aan genoemd overzicht van abonnementsadressen.

5.5. Het voorgaande brengt mee dat de vordering van Z-Index moet worden afgewezen. De overige stellingen en verweren van partijen behoeven dan ook geen bespreking.

Z-Index zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [gedaagde] worden begroot op:

- vast recht 435,00

- salaris procureur 904,00 (2 punten × tarief € 452,00)

Totaal € 1.339,00

6. De beslissing

De rechtbank

6.1. wijst de vorderingen af,

6.2. veroordeelt Z-Index in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde] tot op heden begroot op € 1.339,00.

Dit vonnis is gewezen door mr. P.F.A. Bierbooms en in het openbaar uitgesproken op

13 december 2006.?