Home

Rechtbank Zutphen, 18-07-2006, AY4158, 06/800398-05

Rechtbank Zutphen, 18-07-2006, AY4158, 06/800398-05

Gegevens

Instantie
Rechtbank Zutphen
Datum uitspraak
18 juli 2006
Datum publicatie
18 juli 2006
ECLI
ECLI:NL:RBZUT:2006:AY4158
Zaaknummer
06/800398-05

Inhoudsindicatie

Winterswijker die grootschalig heeft gehandeld in softdrugs is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk. Verder is de tenuitvoerlegging bevolen van een eerder voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf van 2 maanden voor een soortgelijk delict.

Over het mogelijk verkregen wederrechtelijk voordeel zal de rechtbank later dit jaar uitspraak doen omdat in die zaak eerst een schriftelijk voorbereiding zal worden gehouden.

Uitspraak

RECHTBANK ZUTPHEN

Sector Straf

Meervoudige kamer

Parketnummer(s): 06/800398-05

Uitspraak d.d.: 18 juli 2006

Vord. na voorw. veroord.: 21.000023-05

Tegenspraak / dip

VERKORT VONNIS

in de zaak tegen:

[verdachte],

geboren te [plaats] ([land]) op [geboortedatum],

wonende te [plaats],

thans uit andere hoofde verblijvende in PI Veenhuizen, gevangenis Bankenbosch BB te Veenhuizen.

Onderzoek van de zaak

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 4 juli 2006.

De tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:

1.

hij op meerdere, althans een tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 juni 2004 tot en met 19 januari 2005 te Winterswijk, in elk geval in Nederland tezamen in vereniging met anderen of een ander, althans alleen (telkens) in de uitoefening van een beroep en/of bedrijf, (telkens) opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, (onder andere in een pand aan [adres]), telkens meerdere kilo's dan wel grammen , althans meerdere, althans een hoeveelhe(i)d(en) hennep en/of hashish - zijnde een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd -, in elk geval (een) hoeveelhe(i)d(en) van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep

en/of hashish, zijnde (telkens) hennep en/of hashish (een) middel(en) als bedoeld in de bij de

Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet

artikel 11 lid 3 Opiumwet

art 3 ahf/ond B Opiumwet

art 3 ahf/ond C Opiumwet

2.

hij op meerdere, althans een tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 juni 2004 tot en met 19 januari 2005 te Winterswijk, in elk geval in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad meerdere kilo's dan wel grammen, althans meerdere, althans een hoeveelhe(i)d(en) hennep en/of hashish - zijnde een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd - en/of ongeveer 1553 gram hennep en/of ongeveer 78 g hashish, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep en/of hashish, zijnde hennep en/of hashish (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;

art 3 ahf/ond C Opiumwet

art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht

3.

hij op meerdere, althans een tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 mei 2005 tot en met 22 september 2005 te Winterswijk, in elk geval in Nederland tezamen in vereniging met anderen of een ander, althans alleen (telkens) in de uitoefening van een beroep en/of bedrijf, (telkens) opzettelijk heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd (telkens) meerdere kilo's dan wel grammen , althans meerdere, althans een hoeveelhe(i)d(en) hennep, in elk geval (een) hoeveelhe(i)d(en) van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde (telkens) hennep, een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet

artikel 11 lid 3 Opiumwet

(parketnummer 06/802262-05)

art 3 ahf/ond B Opiumwet

4.

hij op meerdere, althans een tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 mei 2005 tot en met 22 september 2005 te Winterswijk, in elk geval in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad meerdere kilo's dan wel grammen, althans meerdere, althans een hoeveelhe(i)d(en) hennep en/of ongeveer 6.200 gram en/of 37 gram hennep, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;

(parketnummer 06/802262-05)

art 3 ahf/ond C Opiumwet

art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht

Taal- en/of schrijffouten

Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten en/of kennelijke omissies voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.

Bewezenverklaring

Door en namens verdachte is ten aanzien van het onder 3 ten laste gelegde aangevoerd dat er geen sprake is geweest van verkoop van softdrugs vanuit het pand [naam].

Uit de bewijsmiddelen die zich in het dossier bevinden komt de rechtbank tot de conclusie dat er softdrugs zijn verkocht vanuit het pand [naam]. Uit de diverse verklaringen leidt de rechtbank af dat de betrokkenheid van verdachte bij het onder 3 ten laste gelegde feit zodanig is geweest dat er sprake is van medeplegen.

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde heeft begaan, te weten dat:

1.

hij op tijdstippen in de periode van 1 juni 2004 tot en met 19 januari 2005 te Winterswijk, tezamen in vereniging met anderen of een ander, telkens in de uitoefening van een beroep en/of bedrijf, telkens opzettelijk heeft verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, onder andere in een pand aan [adres], een hoeveelheid hennep en/of hashish - zijnde een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd -, zijnde hennep en hashish middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;

2.

hij op tijdstippen in de periode van 1 juni 2004 tot en met 19 januari 2005 te Winterswijk, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, telkens opzettelijk aanwezig heeft gehad een hoeveelheid hennep en/of hashish, zijnde een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram hennep en/of hashish,

en op 19 januari 2005 ongeveer 1553 gram hennep en ongeveer 78 g hashish,

zijnde hennep en hashish middelen als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;

3.

hij op tijdstippen in de periode van 1 mei 2005 tot en met 22 september 2005 te Winterswijk, tezamen in vereniging met anderen of een ander, in de uitoefening van een beroep en/of bedrijf, telkens opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd een hoeveelheid hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;

4.

hij op tijdstippen in de periode van 1 mei 2005 tot en met 22 september 2005 te Winterswijk, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, telkens opzettelijk aanwezig heeft gehad een hoeveelheid hennep van meer dan 30 gram,

en op 22 september 2005 een hoeveelheid van 34 gram hennep,

zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;

Vrijspraak van het meer of anders tenlastegelegde

Wat meer of anders is ten las-te gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is naar het oordeel

van de rechtbank niet bewezen. De verdachte behoort daarvan te worden vrijgesproken.

Strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezene levert op de misdrijven:

1. medeplegen van in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 aanhef en onder B van de Opiumwet gegeven verbod;

2. medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 aanhef en sub B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd;

3. medeplegen van in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 aanhef en onder B van de Opiumwet gegeven verbod;

4. medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 3 aanhef en sub B van de Opiumwet gegeven verbod, meermalen gepleegd.

Strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

Oplegging van straf en/of maatregel

De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie (zie voor de inhoud van de vordering bijlage I).

De rechtbank acht na te melden strafoplegging in overeenstemming met de aard en de ernst van het bewezen-verklaarde en de omstandigheden waar-onder dit is begaan, mede gelet op de persoon van verdachte, zoals van een en ander tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.

De rechtbank heeft bij de straftoemeting in het bijzonder in aanmerking genomen dat verdachte en zijn mededader(s) zich hebben ingelaten met een grootschalige handel in softdrugs, niet alleen bestaande uit gebruikershoeveelheden, maar ook uit grotere hoeveelheden hennep. Verdachte heeft daarin een leidende en sturende rol gehad.

Verdachte heeft met zijn handelwijze bijgedragen tot de instandhouding van het illegale circuit betreffende de verhandeling en het gebruik van softdrugs.

Er werd softdrugs verkocht aan Duitse afnemers. Algemeen bekend is niet alleen dat aan het gebruik van en de handel in softdrugs vele maatschappelijke bezwaren kleven, maar ook dat de grensoverschrijdende handel pleegt te leiden tot bijkomende criminaliteit van vaak ernstige aard en tot verstoring van internationale verhoudingen, waarbij ook bedacht moet worden dat in Duitsland dergelijke vergrijpen als (zeer) ernstig worden aangemerkt.

De rechtbank houdt er ook rekening mee dat er sprake is van recidive terzake van dit soort feiten. Bovendien houdt de rechtbank er rekening mee dat verdachte heeft verklaard aanvankelijk te hebben gedacht dat de handel in softdrugs in Nederland gedoogd werd, maar dat hij door een eerdere veroordeling voor een soortgelijk feit doordrongen moest zijn van het strafwaardige van zijn handelen.

De rechtbank acht een deels voorwaardelijk gevangenisstraf op zijn plaats teneinde verdachte ervan te weerhouden opnieuw strafbare feiten te plegen.

In beslag genomen voorwerpen

Het in beslag genomen en nog niet teruggegeven geldbedrag van € 10,-- is vatbaar voor verbeurdverklaring, nu het door middel van het bewezenverklaarde is verkregen.

De rechtbank heeft hierbij rekening gehouden met de draagkracht van verdachte.

De rechtbank zal met betrekking tot de door de officier van justitie gevorderde verbeurd verklaring van een inbeslaggenomen geldbedrag van € 1.255,-- geen beslissing geven, aangezien op dit bedrag conservatoir beslag rust.

Vordering tenuitvoerlegging

Nu is bewezen dat verdachte zich opnieuw heeft schuldig gemaakt aan een strafbaar feit, dient de bij arrest van het gerechtshof te Arnhem van 27 oktober 2005 (parketnummer 12/000023-05) voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf voor de duur van 2 maanden ten uitvoer gelegd te worden.

Toepasselijke wettelijke voorschriften

Deze strafoplegging is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 24, 33, 33a, 47, 57, 63 en 91 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 3 en 11 van de Opiumwet.

BESLISSING

De rechtbank beslist als volgt.

Verklaart, zoals hiervoor overwogen, bewezen dat verdachte het onder 1, 2, 3 en 4 tenlastegelegde heeft begaan.

Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.

Verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart verdachte strafbaar.

Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van achttien maanden.

Bepaalt, dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot zes maanden niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond dat veroordeelde zich vóór het einde van een proeftijd van 2 jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.

Verklaart verbeurd het in beslag genomen, nog niet teruggegeven geldbedrag, te weten:

€ 10,--.

Gelast de tenuitvoerlegging van de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij arrest van gerechtshof te Arnhem van 27 oktober 2005, te weten van:

twee maanden gevangenisstraf.

Aldus gewezen door mrs. Borgerhoff Mulder, voorzitter, Van der Hooft en Schmitz, rechters, in tegenwoordigheid van Jansen, griffier, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 18 juli 2006.

Mrs. Borgerhoff Mulder en Schmitz zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.