Home

Rechtbank 's-Hertogenbosch, 03-12-2008, BG5648, 01/825478-08

Rechtbank 's-Hertogenbosch, 03-12-2008, BG5648, 01/825478-08

Gegevens

Instantie
Rechtbank 's-Hertogenbosch
Datum uitspraak
3 december 2008
Datum publicatie
3 december 2008
ECLI
ECLI:NL:RBSHE:2008:BG5648
Zaaknummer
01/825478-08

Inhoudsindicatie

Een werkstraf van 200 uren met aftrek van voorarrest en een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 4 maanden voor

openljke geweldpleging aan de Anthony Fokkerweg te Eindhoven (Promis)

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK 'S-HERTOGENBOSCH

Sector Strafrecht

Parketnummer: 01/825478-08

Datum uitspraak: 03 december 2008

Vonnis van de rechtbank ’s-Hertogenbosch, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:

[verdachtete],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1985,

wonende te [woonplaats], [adres]

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 19 november 2008.

De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.

De tenlastelegging.

De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 17 oktober 2008.

Aan verdachte is tenlastegelegd dat:

hij op of omstreeks 07 augustus 2008 te Eindhoven, in elk geval in Nederland,

met een ander of anderen, op of aan openbare weg(en), ondermeer de [adres 1], in elk geval op of aan (een) openbare weg(en), openlijk in

vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] en/of een (personen)auto (kenteken [nummer]), welk

geweld bestond uit:

- het (meerdere malen) slaan en/of trappen/schoppen tegen die (personen)auto

en/of

- terwijl die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] in die

(personen)auto (weg)reden, het met twee auto's achtervolgen van die

(personen)auto en/of

- (vervolgens) het met één auto kort vóór en met één auto kort achter die

(personen)auto rijden en/of

- (vervolgens) het met één auto kort links en met één auto kort rechts van die

(personen)auto rijden en/of

- het met twee, althans een auto('s) tegen die (personen)auto aanrijden en/of

- het - al rijdend - slaan tegen die (personen)auto en/of

- het afsnijden van die (personen)auto en/of

- (vervolgens) twee, althans een auto('s) tot stilstand brengen vóór die

(personen)auto en/of

- terwijl die (personen)auto stilstond, het schoppen op/tegen de voorruit van

die (personen)auto en/of

- het inslaan van en/of schoppen tegen (een) ruit(en) van die (personen)auto

en/of

- het meerdere malen, althans eenmaal schoppen/trappen en/of slaan/stompen

op/tegen het hoofd, althans het lichaam van die [slachtoffer 2] (terwijl die [slachtoffer 2]

nog in die (personen)auto zat) en/of

- het meerdere malen, althans eenmaal schoppen/trappen en/of slaan/stompen

op/tegen het hoofd, althans het lichaam van die [slachtoffer 1].

(artikel 141 Wetboek van Strafrecht)

Voorzover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.

De formele voorvragen.

Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de dagvaarding geldig is. De rechtbank is bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen en de officier van justitie kan in zijn vervolging worden ontvangen. Voorts zijn er geen gronden gebleken voor schorsing van de vervolging.

De bewijsmiddelen en de beoordeling daarvan.

Het standpunt van de officier van justitie.

Integrale bewezenverklaring van het tenlastegelegde feit.

Het standpunt van de verdediging.

Een gedeeltelijke bewezenverklaring kan volgen, omdat verdachte heeft bekend dat hij [slachtoffer 1] een aantal keren heeft geslagen. Niet alle tenlastegelegde handelingen zijn echter gewelddadig, zodat voor deze handelingen vrijspraak dient te volgen. Voorts heeft de raadsman opgemerkt dat er alleen geweld is gepleegd tegen de Opel Corsa, [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2], zodat vrijspraak dient te volgen van het tenlastegelegde geweld tegen de personen [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4].

Het oordeel van de rechtbank.

Met de raadsman is de rechtbank van oordeel dat partiële vrijspraak dient te volgen van het tenlastegelegde geweld tegen de personen [slachtoffer 3] en [slachtoffer 4]. Zij waren weliswaar inzittenden van de Opel Corsa tijdens de onderhavige geweldpleging, maar de geweldshandelingen waren niet tegen deze personen gericht.

Op grond van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting stelt de rechtbank de volgende feiten en omstandigheden met betrekking tot de onderhavige openlijke geweldpleging vast. Op 7 augustus 2008 stond [slachtoffer 1] met zijn auto, een Opel Corsa met kenteken [nummer], op een industrieterrein aan de [adres 2] te Eindhoven. Inzittenden waren verder [slachtoffer 2] en twee andere personen. Twee auto’s arriveerden kort hierna, een Volkswagen Golf en een Opel Astra.1 Na een woordenwisseling werd er tegen de Opel Corsa aangetrapt, waarna de Corsa wegreed. [slachtoffer 2] bestuurde op dat moment deze auto.2 De Corsa werd vervolgens achtervolgd door de Volkswagen Golf, onder meer terwijl zij over de [adres 1] reden.3 De Corsa werd uiteindelijk afgesneden door de Volkswagen Golf, waarbij de Golf vlak voor die Corsa tot stilstand werd gebracht. De inzittenden van de Golf stapten uit en begonnen tegen de voorruit en andere ruiten van de Opel Corsa te schoppen en te slaan. Diverse ruiten werden hierdoor ingeslagen en ingeschopt. Hierna werd [slachtoffer 2], die op dat moment nog in de auto zat, meerdere malen geslagen en geschopt tegen haar hoofd en bovenlichaam.4 Ten slotte werd ook [slachtoffer 1] meerdere malen geschopt en geslagen tegen zijn hoofd.5

Verdachte heeft onder meer ter terechtzitting bekend dat hij op 7 augustus 2008 als bestuurder van de Volkswagen Golf heeft opgetreden en dat hij later [slachtoffer 1] een paar keer heeft geslagen6. Uit deze verklaring, in samenhang met bovenstaande feiten, leidt de rechtbank af dat verdachte de Opel Corsa van de slachtoffers heeft achtervolgd en dat hij heeft deelgenomen aan het schoppen en slaan van [slachtoffer 1]. Naar het oordeel van de rechtbank heeft verdachte hiermee een wezenlijke en actieve bijdrage aan de openlijke geweldpleging geleverd. De rechtbank zal daarom het feit bewezen verklaren zoals hierna is vermeld.

De bewezenverklaarde handelingen die zijn gepleegd door verdachte en zijn mededader zijn naar het oordeel van de rechtbank zodanig gewelddadig, dat deze handelingen passen in het feitencomplex van een openlijke geweldpleging.

De bewezenverklaring.

Op grond van de feiten en omstandigheden die zijn vervat in de hierboven uitgewerkte bewijsmiddelen, komt de rechtbank tot het oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte

op 07 augustus 2008 te Eindhoven, met een ander, op of aan openbare weg(en), onder meer de [adres 1], openlijk in vereniging geweld heeft gepleegd tegen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en een personenauto (kenteken [nummer]), welk geweld bestond uit:

- het trappen tegen die personenauto en

- terwijl die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] in die personenauto wegreden, het met een auto achtervolgen van die personenauto en

- het afsnijden van die personenauto en

- een auto tot stilstand brengen vóór die personenauto en

- terwijl die personenauto stilstond, het schoppen tegen de voorruit van die personenauto en

- het inslaan van en schoppen tegen ruiten van die personenauto en

- het meerdere malen schoppen en slaan tegen het hoofd, althans het lichaam van die [slachtoffer 2] (terwijl die [slachtoffer 2] nog in die personenauto zat) en

- het meerdere malen schoppen en slaan tegen het hoofd van die [slachtoffer 1].

Hetgeen meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven bewezen is verklaard, is naar het oordeel van de rechtbank niet bewezen. Verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.

De kwalificatie.

Het bewezenverklaarde levert op het in de uitspraak vermelde strafbare feit.

De strafbaarheid.

Er zijn geen feiten of omstandigheden gebleken die de strafbaarheid van het feit of van de verdachte uitsluiten. Verdachte is daarom strafbaar voor hetgeen te zijnen laste bewezen is verklaard.

Toepasselijke wetsartikelen.

De beslissing is gegrond op de artikelen:

Wetboek van Strafrecht art. 14a, 14b, 14c, 14d, 22c, 22d, 24c, 27, 36f, 57, 60a, 141.

Oplegging van straf en/of maatregel.

De eis van de officier van justitie.

Gezien de ernst van het strafbare feit zou een langdurige onvoorwaardelijke gevangenisstraf aan de orde kunnen zijn. Vanwege het werk van verdachte zal de officier van justitie hier van afzien. De officier van justitie eist een gevangenisstraf voor de duur van 134 dagen met aftrek van voorarrest, waarvan 120 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren en met als bijzondere voorwaarde reclasseringstoezicht, ook als dat het volgen van een agressieregulatie-training inhoudt. Voorts eist de officier van justitie een werkstraf voor de duur van 200 uur, subsidiair 100 dagen hechtenis. Tevens rekwireert de officier van justitie tot hoofdelijke toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1], met toepassing van de schadevergoedingsmaatregel.

Het standpunt van de verdediging.

De verdediging heeft verzocht om rekening te houden met de relatief beperkte rol van verdachte bij de onderhavige openlijke geweldpleging. Ook heeft de raadsman gewezen op de positieve punten van het reclasseringsrapport.

In grote lijnen kan de verdediging zich vinden in de eis van de officier van justitie. De raadsman heeft verzocht om de hoogte van de straf te matigen ten opzichte van de straf die aan [medeverdachte 1] wordt opgelegd.

De vorderingen van de benadeelde partijen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] dienen niet ontvankelijk verklaard te worden, omdat zij niet eenvoudig van aard en onvoldoende onderbouwd zijn.

Het oordeel van de rechtbank.

Algemene overweging.

Bij de beslissing over de straf die aan verdachte dient te worden opgelegd heeft de rechtbank gelet op de aard van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan. Voorts heeft de rechtbank gelet op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte.

Strafverzwarend.

De rechtbank neemt het verdachte bijzonder kwalijk dat hij en zijn mededader zonder aanleiding buitensporig veel geweld hebben gepleegd tegen personen [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2]) en goederen (de Opel Corsa en de ruiten hiervan). Verdachte heeft aan dit geweld een zeer substantiële bijdrage geleverd, door de Opel Corsa van de slachtoffers te achtervolgen en deel te nemen aan het schoppen en slaan van [slachtoffer 1]. Het gepleegde geweld heeft dan ook grote indruk gemaakt op de slachtoffers. Zij hebben tijdens het voorval angstige momenten doorgemaakt en hebben ook daarna veel last gehad van angstgevoelens. Voorts hebben beide slachtoffers letsel opgelopen vanwege het geweld dat op hun werd uitgeoefend, waarvan ze allebei enige tijd last hebben gehad.

Voorts blijkt uit het uittreksel justitiële documentatie dat verdachte in 2007 al eens eerder is veroordeeld vanwege een mishandeling. Dit heeft verdachte er niet van weerhouden om zich opnieuw schuldig te maken aan een geweldsdelict.

De op te leggen straffen.

De rechtbank kan zich op hoofdlijnen verenigen met de eis van de officier van justitie. De rechtbank zal verdachte veroordelen tot een werkstraf van 200 uur, met aftrek van voorarrest, en een voorwaardelijke gevangenisstraf van vier maanden, met een proeftijd van twee jaren. De rechtbank zal hieraan de bijzondere voorwaarde verbinden dat verdachte zich moet houden aan de aanwijzingen hem te geven door of namens de reclassering, ook als dit het volgen van een agressieregulatie-training inhoudt. Met de oplegging van deze voorwaardelijke gevangenisstraf wordt enerzijds de ernst van het bewezenverklaarde tot uitdrukking gebracht en wordt anderzijds de strafoplegging dienstbaar gemaakt aan het voorkomen van nieuwe strafbare feiten.

De op te leggen maatregel / vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1].

De rechtbank acht toewijsbaar, als rechtstreeks door het bewezen verklaarde feit toegebrachte schade, een bedrag van € 250,= immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 7 augustus 2008 tot de dag van de gehele afdoening.

De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, omdat de rechtbank het wenselijk acht dat de staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert.

Aangezien aldus aan verdachte meer verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat verdachte van de schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot schadevergoeding.

De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in het overige gedeelte van de vordering, aangezien dat deel niet van zo eenvoudige aard is dat zij zich leent voor behandeling in het strafgeding. De benadeelde partij kan dat gedeelte van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.

De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil. Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.

De rechtbank stelt vast dat verdachte dit strafbare feit samen met een ander heeft gepleegd. Nu verdachte en zijn mededader samen een onrechtmatige daad hebben gepleegd, zijn zij jegens de benadeelde hoofdelijk aansprakelijk voor de totale schade.

De op te leggen maatregel / vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2].

De rechtbank acht toewijsbaar, als rechtstreeks door het bewezen verklaarde feit toegebrachte schade, een bedrag van € 250,= immateriële schade, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 7 augustus 2008 tot de dag van de gehele afdoening.

De rechtbank zal voor het toegewezen bedrag tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen, omdat de rechtbank het wenselijk acht dat de staat schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert.

Aangezien aldus aan verdachte meer verplichtingen tot vergoeding van dezelfde schade worden opgelegd, zal de rechtbank bepalen dat verdachte van de schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voor zover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot schadevergoeding.

De rechtbank zal de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaren in het overige gedeelte van de vordering, aangezien dat deel niet van zo eenvoudige aard is dat zij zich leent voor behandeling in het strafgeding. De benadeelde partij kan dat gedeelte van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.

De rechtbank zal verdachte veroordelen in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil. Verder wordt verdachte veroordeeld in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.

De rechtbank stelt vast dat verdachte het onderhavige strafbare feit samen met een ander heeft gepleegd. Weliswaar heeft verdachte persoonlijk geen geweld uitgeoefend tegen het [slachtoffer 2], maar hij werkte tijdens de openlijke geweldpleging nauw en bewust samen met [medeverdachte 1]. Verdachte en zijn mededader hebben daarmee samen een onrechtmatige daad gepleegd tegen de benadeelde partij, waardoor zij jegens de benadeelde hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de totale schade.

Voorlopige hechtenis.

De rechtbank zal de voorlopige hechtenis van verdachte opheffen. Deze voorlopige hechtenis was al geschorst.

DE UITSPRAAK

De rechtbank verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hiervoor is omschreven. De rechtbank verklaart voorts niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij.

Het bewezenverklaarde levert op het misdrijf:

het openlijk in vereniging geweld plegen tegen goederen

en

het openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen

De rechtbank verklaart verdachte hiervoor strafbaar en legt de volgende straffen en maatregelen op:

* Werkstraf voor de duur van 200 uren subsidiair 100 dagen hechtenis met aftrek overeenkomstig artikel 27 Wetboek van Strafrecht.

De rechtbank waardeert een in verzekering en in voorlopige hechtenis doorgebrachte dag op 2 uur te verrichten arbeid.

* Gevangenisstraf voor de duur van 4 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren met als bijzondere voorwaarde dat veroordeelde zich gedurende voornoemde proeftijd zal gedragen naar de aanwijzingen hem te geven door of namens de Reclassering Nederland, Regio 's-Hertogenbosch, Eekbrouwersweg 6, 5233 VG te 's-Hertogenbosch, zolang deze

instelling zulks noodzakelijk acht, ook indien dat inhoudt een agressieregulatietraining.

* Maatregel van schadevergoeding van EUR 250,00 subsidiair 5 dagen hechtenis.

Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het [slachtoffer 1] van een bedrag van EUR 250,= (zegge: tweehonderdvijftig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 7 augustus 2008, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 5 dagen hechtenis.

Verdachte is niet gehouden tot betaling voor zover dit bedrag door (een van) zijn mededader(s)/medeplichtige(n) is betaald.

De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet op.

* Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1]:

Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] van een bedrag van EUR 250,= (zegge: tweehonderdvijftig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 7 augustus 2008.

Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil. Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.

Bepaalt dat de benadeelde partij in het overige deel van de vordering niet ontvankelijk is.

Verdachte is niet gehouden tot betaling voor zover dit bedrag door (een van) zijn mededader(s)/medeplichtige(n) is betaald.

Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voorzover hij of (een van) zijn mededader (s) heeft/hebben voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade.

* Maatregel van schadevergoeding van EUR 250,00 subsidiair 5 dagen hechtenis

Legt derhalve aan verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van het [slachtoffer 2] van een bedrag van EUR 250,= (zegge: tweehonderdvijftig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 7 augustus 2008, bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 5 dagen hechtenis.

Verdachte is niet gehouden tot betaling voor zover dit bedrag door (een van) zijn mededader(s)/medeplichtige(n) is betaald.

De toepassing van deze vervangende hechtenis heft de hiervoor opgelegde

betalingsverplichting niet op.

* Beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 2]:

Wijst de vordering van de benadeelde partij toe en veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 2] van een bedrag van EUR 250,= (zegge: tweehonderdvijftig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 7 augustus 2008.

Veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden begroot op nihil. Veroordeelt verdachte verder in de ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten.

Bepaalt dat de benadeelde partij in het overige deel van de vordering niet

ontvankelijk is.

Verdachte is niet gehouden tot betaling voor zover dit bedrag door (een van) zijn mededader(s)/medeplichtige(n) is betaald.

Verdachte is van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde bevrijd voorzover hij of (een van) zijn mededader (s) heeft/hebben voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van deze schade.

* Beslissing voorlopige hechtenis:

Opheffing van het tegen verdachte verleende bevel tot voorlopige hechtenis met

ingang van heden. Deze voorlopige hechtenis is op 21 augustus 2008 reeds

geschorst.

Dit vonnis is gewezen door:

mr. N.M. Spelt, voorzitter,

mr. J.A. van Biesbergen en mr. A.M.R. van Ginneken, leden,

in tegenwoordigheid van mr. A.K.J. Kooij, griffier,

en is uitgesproken op 3 december 2008.

mr. A.M.R. van Ginneken is buiten staat dit vonnis te ondertekenen.

1 Politiedossier LJN PL2233/08-007234, afgesloten 7 augustus 2008, 164 doorgenummerde pagina’s. Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1], p. 75 en 76. Voorts verklaring verdachte ter terechtzitting.

2 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1], p. 77 en proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 2], p. 131.

3 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1], p. 78 en proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 2], p. 131.

4 Proces-verbaal van bevindingen, p. 70, proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1], p. 78, proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 2], p. 132.

5 Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1], p. 79 en proces-verbaal van verhoor [medeverdachte 2], p. 83.

6 Verklaring verdachte ter terechtzitting.