Home

Rechtbank 's-Gravenhage, 01-08-2012, BX5675, 402781 - HA ZA 11-2379

Rechtbank 's-Gravenhage, 01-08-2012, BX5675, 402781 - HA ZA 11-2379

Gegevens

Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Datum uitspraak
1 augustus 2012
Datum publicatie
30 augustus 2012
ECLI
ECLI:NL:RBSGR:2012:BX5675
Zaaknummer
402781 - HA ZA 11-2379

Inhoudsindicatie

art. 843a RV, fishing expedition

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE

Sector civiel recht

zaaknummer / rolnummer: 402781 / HA ZA 11-2379

Vonnis van 1 augustus 2012

in de zaak van

1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

TURBONED GROUP B.V.,

gevestigd te Amsterdam en kantoorhoudende te Zwijndrecht,

2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

TURBONED HOLDING B.V.,

gevestigd en kantoorhoudende te Zwijndrecht,

eiseressen in conventie,

verweersters in reconventie,

advocaat mr. G.J.M. Moussault,

tegen

1. [gedaagde],

wonende te [woonplaats],

2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

WIANDEL HOLDING B.V.,

gevestigd te Delft en kantoorhoudende te [woonplaats],

gedaagden in conventie,

eisers in reconventie,

advocaat mr. drs. I.M.C.A. Reinders Folmer.

Eisers worden hierna Turboned Group en Turboned Holding dan wel tezamen Turboned c.s. genoemd.

Gedaagden worden hierna [gedaagde] en Wiandel genoemd.

1. De procedure

1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:

- het vonnis in het incident van 27 juli 2011 en de daarin genoemde stukken;

- de conclusie van antwoord tevens conclusie van eis in reconventie, met producties;

- het tussenvonnis van 23 november 2011, waarbij een comparitie van partijen is bepaald;

- de conclusie van antwoord in reconventie (tevens houdende akte van vermindering van eis en akte van uitlatingen in conventie), met producties;

- de akte vermeerdering van eis in reconventie;

- het proces-verbaal van comparitie van 14 juni 2012 en de daarin genoemde stukken.

1.2. Ten slotte is een datum voor vonnis bepaald.

2. De feiten

2.1. [gedaagde] is directeur en enig aandeelhouder van Wiandel. Wiandel was tot 28 januari 2009 samen met Sapienti Sat B.V. (hierna: Sapienti), waarvan [A] (hierna: [A]) enig aandeelhouder was, houder van 100% van de aandelen in Turboned Holding.

2.2. Bij overeenkomst van 28 juli 2009 (hierna: de koopovereenkomst) hebben Wiandel en Sapienti al hun aandelen in Turboned Holding verkocht aan Turboned Group, een speciaal voor de overname opgerichte vennootschap. De koopprijs bedroeg € 20.689.350,--. In de overeenkomst hebben verkopers (onder wie Wiandel) onder meer gegarandeerd dat zij alle informatie met betrekking tot de (dochtervennootschappen van) Turboned Holding waarvan zij redelijkerwijs behoren te weten dat die van belang is voor Turboned Group aan Turboned Group hebben verschaft en doen verschaffen en dat alle door of namens haar aan Turboned Group verschafte informatie juist en niet misleidend is (artikel 6.2.1). In de considerans van de koopovereenkomst is opgenomen dat koper, bijgestaan door haar adviseurs, de gelegenheid heeft gehad om een due diligence onderzoek uit te (doen) voeren naar de vennootschappen en hun activiteiten, op basis van de door verkopers aan koper verstrekte informatie en dat koper en haar adviseurs vragen hebben kunnen stellen en daarop antwoorden hebben gekregen.

Voorts is met de verkopers en [gedaagde] en [A] een non-concurrentiebeding overeengekomen (artikel 10), inhoudende dat verkopers en [gedaagde] en [A] gedurende drie jaar na 28 juli 2009 niet (in)direct in de landen waarin Turboned Holding en/of haar dochtervennootschappen actief zijn, in welke hoedanigheid dan ook (handels)activiteiten mogen verrichten die concurreren met de activiteiten van Turboned Holding noch leveranciers, agenten, distributeurs of vertegenwoordigers van Turboned Holding ertoe mogen bewegen hun contracten met laatstgenoemde (deels) te verbreken.

2.3. In verband met een voorgenomen aankoop door [gedaagde] van de aandelen in de vennootschap TurboUSA is in aanvulling en in afwijking van het bepaalde in de koopovereenkomst op 8 februari 2010 een overeenkomst gesloten tussen Turboned Group, Wiandel, Sapienti en [gedaagde] (hierna: de nadere overeenkomst). Daarin zijn onder andere een aantal wijzigingen aangebracht in het in de overeenkomst opgenomen non-concurrentiebeding.

2.4. Op 9 december 2010 is namens Turboned Group bij de voorzieningenrechter van de rechtbank Rotterdam een verzoekschrift ingediend tot het leggen van conservatoir bewijsbeslag op computerbestanden, agenda's, correspondentie, alsook emails, brieven notities gespreksverslagen en andere schriftelijke bescheiden en informatiedragers ten laste van onder meer [gedaagde] en Wiandel.

2.5. Bij beschikking van 13 december 2010 heeft de voorzieningenrechter Turboned Group verlof verleend tot het leggen van het conservatoir bewijsbeslag. In het verlof is bepaald dat door Turboned Group, haar medewerkers, haar advocaten en/of andere derden van de beslagen gegevens geen kennis in welke zin dan ook genomen mag worden, behoudens daartoe verkregen machtiging dan wel toestemming van [gedaagde] en/of Wiandel en dat binnen 30 dagen na beslaglegging de eis in de hoofdzaak moet zijn ingesteld.

2.6. Op 14 december 2010 is het conservatoir bewijsbeslag gelegd.

2.7. Op 12 januari 2011 hebben Turboned c.s. [gedaagde] en Wiandel gedagvaard in deze procedure.

3. Het geschil

in conventie

3.1. Turboned c.s. vorderen - na wijziging van eis - dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] en Wiandel veroordeelt:

A. tot inzage, afgifte of uittrekstel van de volgende bescheiden:

i. De correspondentie (en gerelateerde documentatie) tussen [gedaagde] en de heer [B], voor zover die ziet op de verkrijging van montagetekeningen en -modellen (en andere intellectuele eigendomsrechten) door (dochtervennootschappen van) Turboned c.s. van ABB Turbo Systems AG en haar groepsmaatschappijen;

ii. de correspondentie (en gerelateerde documentatie) tussen [gedaagde] en de heren [C], [D], [E], [F] en [A] (zowel met ieder van hen afzonderlijk als tezamen), voor zover die ziet op de verkrijging van montagetekeningen en -modellen (en andere intellectuele eigendomsrechten) door (dochtervennootschappen van) Turboned c.s.;

iii. de correspondentie (en gerelateerde documentatie) tussen [gedaagde] en mevrouw [G], voor zover die ziet op het opvoeren en waarderen van intellectuele eigendomsrechten in de financiële administratie van de dochtervennootschappen van Turboned c.s., alsmede de verkrijging van intellectuele eigendomsrechten door (dochtervennootschappen van) Turboned c.s.;

iv. de correspondentie tussen [gedaagde] en de heer [H] en gerelateerde documentatie, voor zover die ziet op de verkrijging van intellectuele eigendomsrechten en het netwerk van door hen bestierde agenten rondom (dochtervennootschappen van) Turboned c.s., zoals Maxway Asia Ltd., Rivoleo Trading Co. Ltd., Rivoleo Trading (FZC), Cable Mideast (FZC) en Asoted Serices Ltd;

v. de correspondentie (en gerelateerde documentatie) tussen [gedaagde], de heer [I] en de heer [J], voor zover die ziet op hun samenwerking buiten TurboUSA en in strijd is met het in de overeenkomst opgenomen concurrentiebeding;

vi. de correspondentie (en gerelateerde documentatie) tussen [gedaagde] en de heer [K] die ziet op de verkrijging van montagetekeningen en -modellen (en andere intellectuele eigendomsrechten) door dochtervennootschappen van Turboned c.s. van concurrent MAN;

vii. de correspondentie (en gerelateerde documentatie) tussen [gedaagde] en de heren [L], [M], [N], [O] en [P] (zowel met ieder van hen afzonderlijk als tezamen) over hun onderlinge samenwerking buiten Turboned Holding,

welke bescheiden zich momenteel in gerechtelijke bewaring bevinden.

B. in de buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente;

C. in de (na)kosten van de procedure, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 14 dagen na dit vonnis.

3.2. Turboned c.s. leggen aan hun vordering ten grondslag dat na het sluiten van de overeenkomst en de levering van de aandelen is gebleken dat [gedaagde] en Wiandel onvolledige, onjuiste en misleidende informatie aan Turboned Group hebben verstrekt. Voorts zouden [gedaagde] en Wiandel informatie hebben achtergehouden, waarvan op voorhand duidelijk was dan wel had moeten zijn dat die informatie voor Turboned Group cruciaal was voor de totstandkoming van de koopovereenkomst. Volgens Turboned c.s. zijn er concrete aanwijzingen

(i) dat - anders dan door [gedaagde] en Wiandel bij de aandelenverkoop is bevestigd - Turboned Holding niet de capaciteit in zich herbergt om de door haar gevormde producten op basis van 'reversed engineering' (= een productietechniek waarbij concurrerende producten van derden worden gedemonteerd om vervolgens (in verbeterde versie) te worden geproduceerd en als zelfstandig product op de markt gebracht) vorm te geven en

(ii) dat niet alle montagetekeningen/-modellen door Turboned Holding zelf zijn voortgebracht en zij alle rechten daarop heeft. Ten slotte stellen Turboned c.s. dat [gedaagde] en Wiandel zijn tekortgeschoten in de nakoming van met name de non-concurrentie bepalingen uit de koopovereenkomst en de aanvullende overeenkomst door tezamen met aan hen gelieerde partijen een netwerk rondom Turboned Holding te creëren en aldus vergaande controle en invloed uit te oefenen op de in- en verkoopactiviteiten van laatstgenoemde. Turboned c.s. stellen voornemens te zijn om [gedaagde] en Wiandel aansprakelijk te stellen voor de schade voorvloeiend uit voornoemd(e) wanprestatie en/of onrechtmatig handelen. Teneinde voornoemde handelswijze van [gedaagde] en Wiandel nader te kunnen substantiëren alsook in het kader van hun bewijspositie vorderen Turboned c.s. inzage, afschrift of uittrekstel van de onder 3.1. genoemde correspondentie, die naar verwachting onderdeel uitmaakt van de in beslaggenomen gegevensdragers.

in reconventie

3.3. [gedaagde] en Wiandel vorderen - na wijziging van eis - dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, voor recht verklaart dat het ten laste van hen gelegde bewijsbeslag is vervallen althans om dat beslag bij dit vonnis op te heffen, met bevel aan Turboned c.s. om al hetgeen in bewijsbeslag is genomen binnen 48 uur na betekening van dit vonnis af te (laten) geven aan een door [gedaagde] en Wiandel of de rechtbank aan te wijzen deurwaarder, onder wiens toezicht al hetgeen in bewijsbeslag is genomen, wordt vernietigd, onder verbeurte van een dwangsom en met veroordeling van Turboned c.s. in de proceskosten.

3.4. [gedaagde] en Wiandel leggen aan hun vordering ten grondslag dat er in casu voldoende zwaarwegende redenen zijn van formele en inhoudelijke aard om het ten laste van hen gelegde conservatoire beslag op te heffen. Onder andere hebben zij daartoe aangevoerd dat Turboned c.s. bezig zijn met een "fishing expedition". Voorts stellen [gedaagde] en Wiandel dat de ingestelde 843a-vordering niet gekwalificeerd kan worden als de in artikel 700 lid 3 Rv bedoeld eis in de hoofdzaak, zodat het bewijsbeslag van rechtswege is komen te vervallen.

in conventie en reconventie

3.5. Turboned c.s. en [gedaagde] en Wiandel voeren over en weer gemotiveerd verweer.

3.6. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4. De beoordeling

in conventie

niet-ontvankelijkheid van Turboned Holding

4.1. [gedaagde] en Wiandel stellen zich allereerst op het standpunt dat Turboned Holding niet-ontvankelijk dient te worden verklaard. Zij voeren hiertoe aan dat slechts aan Turboned Group verlof is verleend voor het leggen van het bewijsbeslag, zodat de eis in de hoofdzaak/'toegangsvordering' uitsluitend door Turboned Group kan worden ingesteld. Met verwijzing naar hetgeen hierna onder reconventie wordt overwogen aangaande de eis in de hoofdzaak, oordeelt de rechtbank dat het artikel 843a Rv een zelfstandige grond biedt voor het vorderen van inzage in bepaalde bescheiden, mits aan de daarvoor bestaande vereisten is voldaan. Het leggen van conservatoir beslag is geen vereiste voor een geslaagde vordering uit hoofde van voornoemd wetsartikel. Het feit dat Turboned Holding niet betrokken was bij het bewijsbeslag kan dan ook niet tot niet-ontvankelijkheid leiden.

artikel 843a Rv

4.2. De rechtbank stelt voorop dat artikel 843a Rv ziet op de bijzondere exhibitieplicht in en buiten rechte. In Nederland bestaat geen algemene exhibitieplicht voor partijen, in die zin dat partijen jegens elkaar verplicht kunnen worden tot het verschaffen van informatie en documenten. Met het oog daarop en ter voorkoming van zogenaamde fishing expeditions is de toewijsbaarheid van een op artikel 843a Rv gebaseerde vordering in dat wetsartikel door de wetgever aan zes cumulatieve, beperkende voorwaarden gebonden. Ten eerste dient de eiser tot exhibitie een rechtmatig belang te stellen en te hebben. Ten tweede moet de vordering 'bepaalde' bescheiden betreffen waarover ten derde de verweerder daadwerkelijk de beschikking heeft. Ten vierde dient de eiser tot exhibitie partij te zijn bij de rechtsbetrekking waarop de gevorderde specifieke bescheiden zien. Indien aan al deze voorwaarden is voldaan, bestaat desondanks géén gehoudenheid tot overlegging indien ten vijfde daarvoor gewichtige redenen zijn of indien ten zesde redelijkerwijs kan worden aangenomen dat een behoorlijke rechtsbedeling ook zonder die gegevenverschaffing is gewaarborgd.

4.3. De vordering heeft betrekking op een groot aantal bescheiden. Concreet gesteld noch gebleken is welk (bewijsrechtelijk) voordeel/nadeel Turboned c.s. bij (het uitblijven van) afgifte daarvan zouden hebben. Van meer dan een vermoeden dat de gevorderde bescheiden informatie bevatten die de standpunten van Turboned c.s. zouden kunnen ondersteunen is geen sprake. De rechtbank is dan ook - met [gedaagde] en Wiandel - van oordeel dat de vordering van Turboned c.s. veel weg heeft van een fishing expedition en daarvoor heeft de wetgever geen ruimte willen bieden.

4.4. Daarbij komt dat evenmin voldaan is aan de eis dat het moet gaan om 'bepaalde bescheiden'. Turboned c.s. vorderen exhibitie van de volledige correspondentie tussen [gedaagde] en diverse personen over uiteenlopende onderwerpen, waarbij slechts een beperking in de tijd is gegeven. De bescheiden zouden betrekking hebben op de periode tussen 31 maart 1994 tot en met 14 december 2010, aldus over 16,5 jaar. Op deze wijze zijn de stukken naar het oordeel van de rechtbank te algemeen en te weinig gespecificeerd om als bepaalde bescheiden te kunnen worden gekwalificeerd. Het gelegde bewijsbeslag maakt dit niet anders. Het beslag laten leggen op documenten betreft een onvoldoende concretisering om de daaronder vallende stukken als hiervoor bedoeld te kwalificeren. In casu geldt dit temeer nu naar eigen stelling van Turboned c.s. de opgevraagde correspondentie niet zeker maar slechts naar verwachting van Turboned c.s. onderdeel uitmaakt van de in beslag genomen gegevensdragers.

4.5. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat Turboned c.s. geen recht hebben op inzage dan wel afschriften van de gevorderde correspondentie. De vordering in conventie dient dan ook reeds op grond hiervan te worden afgewezen. De overige verweren van [gedaagde] en Wiandel behoeven geen bespreking meer.

4.6. Turboned c.s. zullen als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [gedaagde] en Wiandel worden begroot op:

€ 560,-- aan griffierecht en € 904,-- (2 punten × tarief € 452,--) aan salaris advocaat.

in reconventie

4.7. [gedaagde] en Wiandel hebben aangevoerd dat de vordering tot inzage op grond van artikel 843a Rv niet kan worden gezien als hoofdvordering. Deze stelling moet worden verworpen. Het gelegde conservatoire beslag geeft immers geen recht op inzage in de beslagen bescheiden, deze inzage dient afzonderlijk te worden gevorderd. Er is geen rechtsregel die aan het vorderen van die inzage op grond van artikel 843a Rv, onafhankelijk van het materiële geschil dat partijen verdeeld houdt, in de weg staat. Op grond van hetgeen in conventie is overwogen en beslist, dient te worden geoordeeld dat het gelegde beslag onrechtmatig is. Dit brengt mee dat de in reconventie gevorderde opheffing van het beslag voor toewijzing gereed ligt. Tegen de gevorderde dwangsom is geen verweer gevoerd en deze ligt dan ook voor toewijzing gereed, zij het dat de rechtbank de dwangsom zal matigen tot € 5.000,-- per dag met een maximum van € 500.000,--.

4.8. Turboned c.s. zullen als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [gedaagde] en Wiandel worden begroot op € 288,-- (11/2 punt × factor 0,5 × tarief € 384,--) aan salaris advocaat.

5. De beslissing

De rechtbank

in conventie

5.1.wijst de vorderingen af;

5.2. veroordeelt Turboned c.s. in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde] en Wiandel tot op heden begroot op € 560,-- aan griffierecht en € 904,-- aan salaris advocaat;

5.3. verklaart dit vonnis in conventie wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;

in reconventie

5.4. heft het namens Turboned c.s. ten laste van [gedaagde] en Wiandel gelegde bewijsbeslag op met bevel aan Turboned c.s. om al hetgeen in bewijsbeslag is genomen, binnen 48 uur na betekening van dit vonnis af te geven althans af te laten geven aan een door [gedaagde] en Wiandel aangewezen deurwaarder, onder wiens toezicht al hetgeen in bewijsbeslag is genomen wordt vernietigd, op straffe van een dwangsom van € 5.000,-- voor elke dag dat eiseressen in gebreke blijven met het (laten) afgeven van hetgeen in bewijsbeslag is genomen, met een maximum van € 500.000,--;

5.5. veroordeelt Turboned c.s. in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde] en Wiandel tot op heden begroot op € 288,-- aan salaris advocaat;

5.6. verklaart dit vonnis in reconventie uitvoerbaar bij voorraad;

5.7. wijst af het meer of anders gevorderde.

Dit vonnis is gewezen door mr. M.C.M. van Dijk en in het openbaar uitgesproken op 1 augustus 2012 in tegenwoordigheid van de griffier.