Home

Rechtbank 's-Gravenhage, 11-08-2011, BR6459, 1057523 \ CV EXPL 11-3951

Rechtbank 's-Gravenhage, 11-08-2011, BR6459, 1057523 \ CV EXPL 11-3951

Gegevens

Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Datum uitspraak
11 augustus 2011
Datum publicatie
1 september 2011
ECLI
ECLI:NL:RBSGR:2011:BR6459
Zaaknummer
1057523 \ CV EXPL 11-3951

Inhoudsindicatie

Gedaagde in conventie, verwerende partij in reconventie, is gehouden verplichtingen uit overeenkomst betreffende bedrijfsvermelding op website na te komen.

Uitspraak

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE

Sector kanton

Locatie Delft

EVV

Rolnr. 1057523 \ CV EXPL 11-3951

11 augustus 2011

Vonnis in de zaak van:

de vennootschap onder firma dotSolutions VOF,

gevestigd te Hilversum,

eisende partij in conventie, verwerende partij in reconventie,

rolgemachtigde: Van Schendel & Partners, Gerechtdeurwaarders,

tegen

[X],

wonende te [woonplaats],

gedaagde partij in conventie, eisende partij in reconventie,

gemachtigde: [gemachtigde],

Partijen worden aangeduid als dotSolutions en [X].

Procedure

De kantonrechter heeft kennis genomen van de volgende stukken:

- de dagvaarding van 11 april 2011, met producties;

- de conclusie van antwoord in conventie, tevens houdende eis in reconventie, met producties;

- het tussenvonnis van 12 mei 2011;

- de conclusie van antwoord in reconventie;

Op 21 juni 2011 heeft een comparitie van partijen plaatsgevonden, waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt.

1 Feiten in conventie en in reconventie

De kantonrechter gaat uit van de navolgende feiten.

1.1 Op 21 januari 2010 heeft [X] zich telefonisch akkoord verklaard met de door dotSolutions in datzelfde telefoongesprek aangeboden overeenkomst op grond waarvan dotSolutions een bedrijfsvermelding van [X] zou plaatsen en onderhouden op de website [website], hierna: de website.

1.2 In dat telefoongesprek is [X] medegedeeld dat de aan de overeenkomst verbonden kosten € 155,40 per jaar bedragen, dat die aan het begin van ieder jaar zouden worden gefactureerd en dat de eerste 30 dagen van het abonnement gelden als gratis proefperiode. Voorts is [X] medegedeeld dat aan het einde van de proefperiode de overeenkomst kosteloos kon worden geannuleerd en dat na het verstrijken van de proefperiode de overeenkomst zal worden omgezet in een jaarabonnement.

1.3 Op deze overeenkomst zijn de door dotSolutions gehanteerde voorwaarden van toepassing.

1.4 Op 8 februari 2010 heeft [X], binnen de overeengekomen proefperiode, de overeenkomst opgezegd.

1.5 Op 10 februari 2010 heeft wederom een telefoongesprek plaatsgevonden tussen dotSolutions en [X]. In dit telefoongesprek is afgesproken dat [X] onder de oude voorwaarden de overeenkomst zou voortzetten met eenzelfde proefperiode. dotSolutions heeft in dat gesprek ook aan [X] medegedeeld dat zij opnieuw moest opzeggen als zij deze wilde beëindigen en dat zij daarvoor nog elf dagen de tijd had.

1.6 Bij factuur d.d. 21 februari 2010, met nummer 2101737, is [X] een bedrag ad € 184,93 in rekening gebracht.

1.7 Bij brief van 10 mei 2010 aan de incassogemachtigde van dotSolutions, heeft [X] te kennen gegeven de overeenkomst te hebben opgezegd en daarvan een bevestiging te hebben ontvangen van dotSolutions. Verder uit [X] in de brief haar ongenoegen over de handelwijze van dotSolutions.

1.8 De gemachtigde van dotSolutions heeft ter gelegenheid van de comparitie van partijen d.d. 21 juni 2011 toegezegd, dat in die week de vermelding van [X] van de website gehaald zal worden.

2 Vordering in conventie

dotSolutions vordert dat bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad [X] zal worden veroordeeld om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan dotSolutions te betalen een bedrag van € 266,55, met de wettelijke rente over € 250,49 vanaf 11 april 2011 tot de dag van de voldoening en met veroordeling van [X] in de kosten van de procedure.

dotSolutions legt aan de vordering voormelde vaststaande feiten ten grondslag, alsmede de navolgende stellingen.

2.1 Nadat [X] op 8 februari 2010 de overeenkomst had opgezegd, heeft zij op 10 februari 2010 die overeenkomst weer doen herleven door het annuleren van de opzegging.

2.2 Vervolgens heeft [X] de overeenkomst niet binnen 30 dagen geannuleerd waardoor het abonnement is omgezet in een jaarabonnement.

2.3 dotSolutions heeft de bedrijfsvermelding van [X] op de website geplaatst en in stand gehouden. [X] is dan ook gehouden de daaraan verbonden kosten te voldoen.

2.4 dotSolutions heeft [X] op grond van de tussen partijen tot stand gekomen overeenkomst, bij factuur van 7 maart 2010, met nummer 2101737, een bedrag ad € 213,49 in rekening gebracht.

2.5 [X] heeft, ondanks aanmaning daartoe, voormelde factuur niet betaald.

2.6 dotSolutions heeft haar vordering ter incasso uit handen gegeven aan haar incassogemachtigde. Die heeft incassowerkzaamheden verricht anders dan die ter voorbereiding van de gedingstukken en instructie van de zaak. De aan de incasso verbonden kosten ad € 37,-- komen op grond van de toepasselijke voorwaarden danwel de wet voor rekening van [X].

2.7 dotSolutions maakt aanspraak op vergoeding van de overeengekomen rente. Berekend tot 11 april 2011 bedraagt die rente een bedrag ad € 16,06. Subsidiair maakt dotSolutions aanspraak op vergoeding van de wettelijke rente.

3 Verweer in conventie

[X] verweert zich tegen de vordering en voert daartoe, zakelijk weergegeven, het navolgende aan.

3.1 Op 21 januari 2010 is [X] ongevraagd telefonisch door dotSolutions benaderd over vermelding van haar bedrijfsnaam op [website].

3.2 De bedrijfsnaam is op de website onder een verkeerde rubriek geplaatst: adviesbureaus in plaats van binnenhuisarchitect en staat daar nog steeds.

3.3 dotSolutions heeft de door [X] op 8 februari 2010 gedane opzegging bevestigd.

3.4 Op 10 februari 2010 om ca. 18.00 uur, heeft dotSolutions wederom ongevraagd contact opgenomen met [X]. In dit gesprek heeft [X] betoogd dat de opzegging definitief was en slechts toegestaan de proefperiode voort te zetten.

3.5 [X] doet, indien noodzakelijk, een beroep op dwaling en/of bedrog nu het er kennelijk alleen maar om gaat om een overeenkomst te sluiten en geld uit de zak van [X] te kloppen.

3.6 [X] beroept zich op het ontbreken van wilsovereenstemming nu zij op 8 februari 2010 de overeenkomst al had opgezegd. [X] ging er dan ook van uit dat het abonnement al gestopt was. Dit temeer nu [X] van het telefoongesprek van 10 februari 2010 geen schriftelijke bevestiging heeft ontvangen.

3.7 Daarnaast heeft de vermelding van [X] op de website geen enkele waarde, temeer nu deze in een verkeerde rubriek is geplaatst.

4 Vordering in reconventie

In reconventie vordert [X] dat dotSolutions zal worden veroordeeld om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan [X] te betalen een bedrag van € 2.200,--, met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 11 april 2011 tot de dag van de voldoening en met veroordeling van dotSolutions in de kosten van de procedure.

[X] legt aan deze vordering het navolgende ten grondslag.

4.1 Door de handelwijze van dotSolutions is, mede door de intimiderende toon en de voortdurende telefonisch terreur en ondanks verzoeken alleen schriftelijk te reageren, sprake van een onrechtmatige daad. [X] maakt dan ook aanspraak op vergoeding van door haar gemaakte kosten voor onderzoek en verweer ad € 1.200,-- alsmede geleden schade ad € 1.000,-- als gevolg van de onjuiste vermelding en de slechte naam van [website]

5 Verweer in reconventie

dotSolutions verweert zich tegen de vordering en voert daartoe het navolgende aan.

5.1 De door [X] gevorderde proceskostenvergoeding is uit de lucht gegrepen en sluit niet aan bij de door de rechtbank gehanteerde liquidatietarieven. Daarnaast heeft [X] die kosten op geen enkele manier onderbouwd. Deze dienen dan ook te worden afgewezen.

5.2 [X] heeft geen schade geleden door de vermelding op de website. [X] heeft nota bene zelf gekozen voor de vermelding.

6 Beoordeling

In conventie:

6.1 In deze procedure staat vast, gelet op de inhoud van het ter gelegenheid van de comparitie van partijen afgespeelde telefoongesprek van 10 februari 2010, dat [X], nadat zij op 8 februari 2010 de overeenkomst had opgezegd, er in het telefoongesprek van 10 februari 2010 mee heeft ingestemd om de opzegging te annuleren, waardoor de oorspronkelijk op 21 januari 2010 gesloten overeenkomst, opnieuw van kracht is geworden.

6.2 Daarnaast staat vast dat [X] in het gesprek van 10 februari 2010 is gewezen op de mogelijkheid om de overeenkomst binnen de op 21 januari 2010 overeengekomen termijn van 30 dagen, opnieuw op te zeggen. Eveneens staat vast dat [X] de overeenkomst daarna niet opnieuw heeft opgezegd waarna die overeenkomst is omgezet naar een jaarabonnement.

6.3 Dat [X] tijdens het telefoongesprek van 10 februari 2010 heeft gedwaald, is bedrogen of anderszins niet overeenkomstig haar wil heeft verklaard, zoals door [X] is aangevoerd is, gelet op de gemotiveerde betwisting daarvan door dotSolutions, in deze procedure niet komen vast te staan. Die stelling van [X] wordt ook geenszins onderbouwd door het op 10 februari 2010 gevoerde telefoongesprek, waarvan een opname tijdens de comparitie van partijen is afgespeeld. Daaruit blijkt dat [X] er juist uitdrukkelijk op is gewezen dat zij opnieuw moest opzeggen en binnen welke termijn.

6.4 Het verweer van [X] dat dotSolutions de vermelding onder een verkeerde rubriek heeft geplaatst wordt eveneens verworpen nu [X] zelf heeft verklaard dotSolutions daarop niet te hebben aangesproken.

6.5 Het vorenstaande heeft tot gevolg dat [X], nu dotSolutions haar verplichting uit de overeenkomst is nagekomen, gehouden is ook haar verplichtingen uit de overeenkomst na te komen.

6.6 De overigens door [X] aangevoerde omstandigheden maken dit oordeel niet anders.

6.7 dotSolutions heeft ter staving van haar vordering terzake van abonnementskosten, de factuur van 21 februari 2010, met nummer 2101737, ad € 184,93 in het geding gebracht. Nu er verder geen bescheiden zijn die de vordering tot het bedrag ad € 213,49 onderbouwen, zal slechts het bedrag ad € 184,93 in hoofdsom worden toegewezen.

6.8 Toen [X] niet tot betaling van het door haar verschuldigde overging, heeft dotSolutions op goede gronden haar vordering ter incasso uit handen mogen geven aan haar incassogemachtigde. Die heeft incassowerkzaamheden verricht die meer hebben ingehouden dan die ter voorbereiding en instructie van de zaak. De aan de incasso verbonden kosten ad € 37,-- komen op grond van de toepasselijke voorwaarden voor rekening van [X].

6.9 De medegevorderde wettelijke rente is als niet weersproken en op de wet eveneens toewijsbaar op na te melden wijze.

6.10 [X] zal als de overwegend in het ongelijk gestelde partij in de kosten van de procedure worden veroordeeld.

In reconventie

6.11 [X] heeft haar vordering op geen enkele manier onderbouwd. Mede gelet op hetgeen in conventie is beslist en de gemotiveerde betwisting door dotSolutions van hetgeen door [X] in reconventie is aangevoerd, zal de vordering worden afgewezen.

6.12 [X] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van de procedure worden veroordeeld.

Beslissing

de kantonrechter:

In conventie

1 veroordeelt [X] om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan dotSolutions te betalen een bedrag van € 221,93, met de wettelijke rente over € 184,93, vanaf de dag van verschuldigdheid tot de dag van de voldoening;

2 veroordeelt [X] in de kosten van de procedure tot hiertoe aan de zijde van dotSolutions vastgesteld op € 274,31, waaronder begrepen een bedrag van € 60,-- als het aan de gemachtigde van dotSolutions toekomende salaris, onverminderd de eventueel over deze kosten verschuldigde BTW;

3 verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;

4 wijst af het meer of anders gevorderde;

in reconventie:

5 wijst de vordering af;

6 veroordeelt [X] in de kosten van de procedure tot hiertoe aan de zijde van dotSolutions vastgesteld op € 60,-- als het aan de gemachtigde van dotSolutions toekomende salaris, onverminderd de eventueel over deze kosten verschuldigde BTW.

Dit vonnis is gewezen door mr. M.F. Baaij, kantonrechter, en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 11 augustus 2011, in tegenwoordigheid van de griffier.