Rechtbank Rotterdam, 10-11-2021, ECLI:NL:RBROT:2021:10854, 10/156786-21
Rechtbank Rotterdam, 10-11-2021, ECLI:NL:RBROT:2021:10854, 10/156786-21
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Rotterdam
- Datum uitspraak
- 10 november 2021
- Datum publicatie
- 11 november 2021
- ECLI
- ECLI:NL:RBROT:2021:10854
- Zaaknummer
- 10/156786-21
Inhoudsindicatie
De verdachte wordt - kort samengevat - beschuldigd van (betrokkenheid bij) een woningoverval. De beschuldiging valt in vier strafbare feiten uiteen. In deze zaak stonden op de zitting de volgende vragen centraal: is de herkenning van de verdachte als één van de betrokkenen bij de woningoverval in de nacht van 21 op 22 maart 2021 door de aangeefster voldoende betrouwbaar en zo ja, heeft de verdachte daarbij nauw en bewust samengewerkt met anderen zodat hij medepleger van die feiten is. De rechtbank beantwoordt deze vragen bevestigend. De rechtbank legt aan de verdachte een gevangenisstraf op van drie jaar.
Uitspraak
Rechtbank ROTTERDAM
Team 1
Parketnummer: 10/156786-21
Datum uitspraak: 10 november 2021
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer in de strafzaak tegen de verdachte:
[naam verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte] , ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Rotterdam, locatie De Schie.
Advocaat van de verdachte: mr. R. van den Hemel, advocaat te Dordrecht
Officier van justitie: mr. J. Spaans
Benadeelde partijen: [naam slachtoffer 1] en [naam slachtoffer 2]
Advocaten van de benadeelde partij: mrs. N. Stolk en D. van Noort, advocaten te Rotterdam.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de zitting. De inhoudelijke behandeling van de zaak vond plaats op 27 oktober 2021.
Kern van het vonnis
In deze zaak stonden op de zitting de volgende vragen centraal: is de herkenning van de verdachte als één van de betrokkenen bij de woningoverval in de nacht van 21 op 22 maart 2021 door de aangeefster voldoende betrouwbaar en zo ja, heeft de verdachte daarbij nauw en bewust samengewerkt met anderen zodat hij medepleger van die feiten is. De rechtbank beantwoordt deze vragen bevestigend.
Inhoudsopgave van dit vonnis
De verdachte wordt - kort samengevat - beschuldigd van (betrokkenheid bij) een woningoverval. De beschuldiging valt in vier strafbare feiten uiteen. De volledige tekst van de beschuldiging zoals deze door de officier van justitie is opgeschreven in de tenlastelegging is opgenomen in hoofdstuk 1 van dit vonnis.
De rechtbank vindt de beschuldiging bewezen. De bewezenverklaring, de motivering daarvan en de bespreking van de bewijsverweren en de bewijsmiddelen zijn in hoofdstuk 2 van dit vonnis uiteengezet.
De bewezenverklaarde feiten zijn volgens de wet verboden gedragingen waar volgens de wet straf op staat. Welke verboden gedragingen dat zijn, is omschreven in hoofdstuk 3 van dit vonnis. In dat hoofdstuk worden ook de strafbaarheid van het feit en de strafbaarheid van de verdachte besproken.
De rechtbank legt aan de verdachte een gevangenisstraf op van drie jaar. Daarnaast legt de rechtbank aan de verdachte een maatregel op die een contactverbod met [naam slachtoffer 1] en [naam slachtoffer 2] en een locatieverbod voor de [plaats delict] te Dordrecht inhoudt met de dadelijke uitvoerbaarheid hiervan. Als de verdachte zich niet aan deze maatregel houdt, zal vervangende hechtenis van twee weken per overtreding van die maatregel worden opgelegd. Hoofdstuk 4 van dit vonnis vermeldt alle onderdelen van de gevangenisstraf en de maatregel en de motivering daarvan.
De benadeelde partijen [naam slachtoffer 1] en [naam slachtoffer 2] hebben een vordering tot schadevergoeding ingediend. De rechtbank wijst de vorderingen deels toe. In hoofdstuk 5 is deze beslissing verder uitgewerkt.
Hoofdstuk 6 sluit dit vonnis af met een korte weergave van alle beslissingen en de ondertekening door de rechters en de griffier.