Home

Rechtbank Rotterdam, 12-06-2020, ECLI:NL:RBROT:2020:5490, C/10/597647 / FA RK 20-3930

Rechtbank Rotterdam, 12-06-2020, ECLI:NL:RBROT:2020:5490, C/10/597647 / FA RK 20-3930

Gegevens

Instantie
Rechtbank Rotterdam
Datum uitspraak
12 juni 2020
Datum publicatie
23 juni 2020
ECLI
ECLI:NL:RBROT:2020:5490
Zaaknummer
C/10/597647 / FA RK 20-3930

Inhoudsindicatie

Toewijzing van een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Uitspraak

Team familie

Zaak-/rekestnummer: C/10/597647 / FA RK 20-3930

Betrokkenenummer: [nummer]

Schriftelijke uitwerking van de mondelinge beslissing van 17 juni 2020 betreffende een zorgmachtiging als bedoeld in artikel 6:4 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: Wvggz)

op verzoek van:

de officier van justitie in het arrondissement Rotterdam, hierna: de officier,

met betrekking tot:

[naam betrokkene] ,

geboren op [geboortedatum betrokkene] te [geboorteplaats betrokkene] ,

hierna: betrokkene,

wonende aan de [adres betrokkene] , [woonplaats betrokkene] ,

thans verblijvende in Yulius, locatie de Gantel te Sliedrecht,

advocaat mr. J.G. Colombijn-Broersma te Gorinchem.

1. Procesverloop

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit het verzoekschrift van de officier, ingekomen op 3 juni 2020.

Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:

-

de medische verklaring opgesteld door [naam psychiater] , psychiater, van 28 mei 2020;

-

de zorgkaart van 27 mei 2020;

-

het zorgplan van 26 mei 2020;

-

de bevindingen van de geneesheer-directeur over het zorgplan;

-

de gegevens over eerder afgegeven machtigingen op grond van de Wet Bopz en de Wvggz;

-

de relevante politiegegevens van betrokkene.

1.2.

De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 17 juni 2020. Bij die gelegenheid zijn op grond van artikel 2 Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid de navolgende personen telefonisch gehoord, omdat het houden van een fysieke zitting vanwege het coronavirus niet mogelijk was:

 de hiervoor genoemde advocaat van betrokkene;

 [naam specialist] , verpleegkundig specialist i.o., verbonden aan Yulius.

1.3.

De officier is niet ter zitting verschenen, omdat hij een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte.

1.4.

De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene niet bereid was zich te doen horen. De behandelaar van betrokkene heeft met de telefoon op de luidspreker aan betrokkene op diens kamer gevraagd of hij bij de mondelinge behandeling van het verzoek aanwezig wilde zijn. Betrokkene heeft duidelijk gezegd dat hij dat niet wilde en is zijn kamer uitgerend.

2. Beoordeling

2.1.

Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten een schizoaffectieve stoornis.

2.2.

Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van zijn psychische stoornis tot ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van het risico dat betrokkene zichzelf van het leven zal beroven dan wel ernstig lichamelijk letsel zal toebrengen en maatschappelijk teloor zal gaan. Daarnaast bestaat het risico dat betrokkene wegens hinderlijk gedrag agressie van anderen jegens zichzelf zal oproepen en bestaat er gevaar voor de algemene veiligheid van personen en goederen. Bij betrokkene is momenteel sprake van een manisch-psychotische episode, vermoedelijk door het staken van zijn voorgeschreven medicatie en vanwege stress veroorzaakt door de echtscheiding waar betrokkene mee te maken heeft. Voortkomend uit dit toestandsbeeld laat betrokkene zich suïcidaal uit en zijn er verschillende meldingen bij de politie binnen gekomen vanwege het stalken van zijn ex-vrouw. Gedurende de opname loopt de agitatie regelmatig hoog op waarbij sprake is van verbale en fysieke dreiging en agressie naar anderen. Een poging om de medicatie te wijzigen is niet gelukt. Betrokkene ging achteruit en moet nu opnieuw op Cisordinol worden ingesteld. Hierdoor is het een aantal keren noodzakelijk geweest om betrokkene (kort) in te sluiten. Het is noodzakelijk om hem klinisch in te stellen op genoemde medicatie om zodoende zijn toestandsbeeld te kunnen stabiliseren. Het is voorzienbaar dat hij meermaals kort ingesloten zal moeten worden.

2.3.

Om ernstig nadeel af te wenden en de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren, heeft betrokkene verplichte zorg nodig.

2.4.

Gebleken is dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis zijn.

Uit de medische verklaring blijkt dat betrokkene onvoldoende bereid is om behandeling of zorg op vrijwillige basis te accepteren. Betrokkene heeft last van bijwerkingen van de voorgeschreven medicatie, waardoor hij regelmatig zijn medicatie weigert. Om die reden is verplichte zorg nodig. De in het verzoekschrift opgenomen vormen van verplichte zorg zijn gebaseerd op de medische verklaring, het zorgplan en de bevindingen van de geneesheer-directeur. Deze vormen van verplichte zorg zijn door de rechtbank tijdens de mondelinge behandeling besproken. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk om het ernstig nadeel af te wenden:

-

het toedienen van medicatie, alsmede het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;

-

het beperken van de bewegingsvrijheid;

-

het insluiten;

-

het opnemen in een accommodatie.

2.5.

Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat bij het bepalen van de juiste zorg rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.

2.6.

Gelet op het voorgaande is voldaan aan de criteria voor en doelen van verplichte zorg als bedoeld in de Wvggz. De zorgmachtiging zal worden verleend voor de verzochte duur van zes maanden met ingang van vandaag.

3. Beslissing

De rechtbank:

3.1.

verleent een zorgmachtiging ten aanzien van [naam betrokkene] voornoemd;

3.2.

bepaalt dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen zoals opgenomen in rechtsoverweging 2.4. kunnen worden getroffen;

3.3.

bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 17 december 2020.

Deze beschikking is op 17 juni 2020 mondeling gegeven door mr. M.W.J. van Elsdingen, rechter, in tegenwoordigheid van C.D. van der Veeke, griffier, en op 19 juni 2020 schriftelijk uitgewerkt en getekend.

Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.