Home

Rechtbank Rotterdam, 28-02-2013, BZ4672, 11-860619-12

Rechtbank Rotterdam, 28-02-2013, BZ4672, 11-860619-12

Gegevens

Instantie
Rechtbank Rotterdam
Datum uitspraak
28 februari 2013
Datum publicatie
19 maart 2013
ECLI
ECLI:NL:RBROT:2013:BZ4672
Zaaknummer
11-860619-12

Inhoudsindicatie

Voorwaardelijk) opzet op bezit kinderporno. Het karakter van digitale afbeeldingen en van de handelingen die daarmee verricht kunnen worden, is van een wezenlijk andere aard dan van reguliere, niet-digitale afbeeldingen. Dit brengt met zich mee dat het enkele aantreffen van digitale bestanden, bevattende kinderpornografische afbeeldingen, op een gegevensdrager waartoe verdachte toegang had, weinig meer rechtvaardigt dan het vermoeden van opzet, al dan niet in voorwaardelijke zin, op het bezit of verwerven van die bestanden. Uit het voorhanden bewijsmateriaal moet vervolgens blijken van concrete feiten en omstandigheden die erop duiden dat het (voorwaardelijk) opzet van verdachte hier ook daadwerkelijk op gericht was. Dit blijkt i.c. maar voor een heel klein deel, te weten voor circa 662 (unieke) van de circa 15.804 aangetroffen afbeeldingen. Vrijspraak volgt voor het overige.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team straf 3

parketnummer: 11/860619-12

verkort vonnis van de meervoudige kamer d.d. 28 februari 2013

in de strafzaak tegen

[verdachte],

geboren op [1979] te [plaats] (Peru),

wonende te [adres en woonplaats],

thans gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting Zuid West - de Dordtse Poorten, Kerkeplaat 25 te Dordrecht,

hierna: verdachte.

De zaak is inhoudelijk behandeld ter terechtzitting van 14 februari 2013.

De rechtbank heeft de processtukken gezien en kennis genomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen de verdediging naar voren heeft gebracht.

1 De tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd wat in de dagvaarding is omschreven en zoals deze ter terechtzitting overeenkomstig de vordering van de officier van justitie is gewijzigd. De tekst van de gewijzigde tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht en maakt hiervan deel uit.

2 De voorvragen

De dagvaarding voldoet aan alle wettelijke eisen en is dus geldig.

De rechtbank is bevoegd van het tenlastegelegde kennis te nemen.

De officier van justitie is ontvankelijk.

Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

3 Het onderzoek ter terechtzitting

3.1 De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft - het ten laste gelegde bewezen achtend in de zin dat verdachte drie gegevensdragers met daarop 14.691 foto's en 1.113 films in bezit heeft gehad - gevorderd dat aan verdachte zal worden opgelegd een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden met aftrek van voorarrest.

3.2 De verdediging

De raadsvrouw heeft - naast het hierna te noemen verweer - bewijsverweren gevoerd en

subsidiair een strafmaatverweer gevoerd.

4 De bewijsbeslissing

4.1. Bewijsoverwegingen

4.1.1 Onrechtmatig verkregen bewijs

De raadsvrouw heeft betoogd dat de gegevensdragers ten onrechte in beslag zijn genomen en dat verdachte daardoor rechtstreeks in zijn belangen is geschaad. Het zou een onherstelbaar vormverzuim zijn, waarvan de rechtsgevolgen niet uit de wet blijken. Ingevolge artikel 359a van het Wetboek van Strafvordering zouden de resultaten primair niet mogen bijdragen aan het bewijs dan wel subsidiair zou dit moeten leiden tot strafvermindering. Bovendien zou de partner van verdachte, [getuige], bij wie de gegevensdragers in beslag zijn genomen, een verschoningsrecht hebben gehad.

Op grond van het onderzoek ter terechtzitting heeft de rechtbank op geen enkele wijze kunnen vaststellen dat de betreffende gegevensdragers op een onrechtmatige wijze in beslag zijn genomen onder de partner van verdachte.

Ten overvloede merkt de rechtbank op dat van een verschoningsrecht geen sprake kan zijn nu verdachte en zijn partner niet gehuwd waren noch is komen vast te staan dat er sprake was van een geregistreerd partnerschap.

De rechtbank verwerpt dan ook de verweren.

4.1.2 Overwegingen vooraf met betrekking tot (voorwaardelijk) opzet

De rechtbank stelt met betrekking tot de vraag of verdachte digitale kinderpornografische afbeeldingen in bezit heeft gehad of heeft verworven - het procesdossier biedt geen aanknopingspunten voor een bewezenverklaring van andere handelingen als genoemd in artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht (Sr) - voorop dat uit de gebezigde bewijsmiddelen moet kunnen worden afgeleid dat het (voorwaardelijk) opzet van verdachte hierop was gericht (vgl. o.a. HR 28 februari 2006, LJN AU9104 en HR 26 oktober 2010, LJN BO1713).

Bij de beantwoording van die vraag is van belang dat wanneer het gaat om digitale afbeeldingen als in onderhavige zaak, het karakter van die afbeeldingen en van de handelingen die daarmee verricht kunnen worden van een wezenlijk andere aard zijn dan van reguliere, niet-digitale afbeeldingen. Digitale bestanden kunnen immers door elke gewone computergebruiker nagenoeg kosteloos, moeiteloos en schier eindeloos opgeslagen en vermenigvuldigd (gekopieerd) worden. En deze handelingen kunnen verricht worden zonder dat de inhoud van de bestanden bekend hoeven zijn of zelfs in meer of mindere mate geautomatiseerd, dus zonder actieve handeling van de computergebruiker.

Dat digitale afbeeldingen een ander karakter hebben geldt des te meer wanneer daarbij de ontwikkeling op het gebied van de gegevensdragers betrokken wordt, waarop deze afbeeldingen zijn opgeslagen. Heden ten dage speelt de omvang van bestanden, zowel in aantallen, als in (geheugen)grootte geen beperkende rol van betekenis meer door de beschikbaarheid van gegevensdragers die in fysieke omvang sterk zijn verkleind en in opslagcapaciteit sterk vergroot zijn. Zo veronderstelt bijvoorbeeld het fysiek in bezit hebben van een honderdtal kinderpornografische foto's, gelet op de kenbare omvang daarvan, in zijn algemeenheid een ander bewustzijn van en opzet op dat bezit dan wanneer het gaat om een honderdtal digitale bestanden, bevattende kinderpornografische foto's, opgeslagen op een USB-stick. En veronderstelt het fysiek in bezit hebben van een aantal dvd's met daarop kinderpornografische filmbestanden in zijn algemeenheid een ander bewustzijn van en opzet op dat bezit dan wanneer het gaat om dezelfde digitale bestanden, maar dan opgeslagen op een harde schijf.

Ter illustratie: bij een gemiddelde grootte van een fotobestand van 1,5 MB kunnen op een harde schijf met een geheugenruimte van één (1) terabyte (TB), wat voor regulier consumentengebruik geen ongebruikelijke grootte voor een externe harde schijf is, zo'n 750.000 bestanden worden opgeslagen (bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Terabyte).

Voorgaande overwegingen betrekt de rechtbank bij de beoordeling van het opzet van verdachte, omdat dat met zich brengt dat het enkele aantreffen van digitale bestanden, bevattende kinderpornografische afbeeldingen, op een gegevensdrager waartoe verdachte toegang had, weinig meer rechtvaardigt dan het vermoeden van opzet, al dan niet in voorwaardelijke zin, op het bezit of verwerven van die bestanden. Uit het voorhanden bewijsmateriaal moet vervolgens blijken van concrete feiten en omstandigheden die erop duiden dat het (voorwaardelijk) opzet van verdachte hier ook daadwerkelijk op gericht was.

Deze feitelijke omstandigheden kunnen onder meer gelegen zijn in de herkomst van de bestanden, de handelingen die zijn verricht met de bestanden, de beschikbaarheid van de bestanden en de kenbare inhoud van bestanden. Hierbij valt te denken aan bestanden die, al dan niet geautomatiseerd, zijn gedownload van of via websites of internetfora die blijkens de naamgeving of waarneembare inhoud kinderpornografisch zijn, aan het beveiligen van de opslag van bestanden (bijvoorbeeld door middel van encryptie of wachtwoordbeveiliging) en aan het opslaan van bestanden met bestandsnamen die wijzen op een evident kinderpornografische inhoud. Voorts kunnen aanwijzingen zijn gelegen in het verzuim om bestanden te verwijderen terwijl verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat het ging om kinderporno en in de omvang en de duur van het bezit c.q. verwerven.

4.1.3 Feitelijke vaststelling inzake afbeeldingen van kinderpornografische aard

Wanneer hierna wordt gesproken over afbeeldingen, foto's of films wordt bedoeld digitale bestanden bevattende afbeeldingen, foto's of films.

Verdachte heeft ontkend opzettelijk kinderpornografische afbeeldingen in bezit te hebben gehad of te hebben verworven. Hij heeft gesteld dat hij deze mogelijk via e-mail of websites toegezonden heeft gekregen van potentiële relaties en/of sollicitanten van zijn internetbedrijf dat actief is op het gebied van porno ("adult entertainment"). Deze relaties / sollicitanten plegen met regelmaat expliciete pornografische afbeeldingen, onder meer van henzelf, aan verdachte toe te zenden. Op enig moment heeft hij door achterstanden en werkdruk ervoor gekozen ongezien de als bijlagen toegezonden afbeeldingen op te slaan op een externe harde schijf om ze later te beoordelen. Verdachte heeft ontkend dat het daarbij zou gaan om duizenden afbeeldingen. Het kwam maar zelden voor dat hij kinderpornografische afbeeldingen tegenkwam, en heeft hij deze op die momenten verwijderd en aan de afzender kenbaar gemaakt dat hij daarvan niet gediend was.

Getuige [getuige] heeft op 7 november 2012 tegenover de politie verklaard - kort weergegeven - dat:

- verdachte en zij samenwerkten en een procedure hadden ontwikkeld hoe toegezonden bestanden geschoond moesten worden;

- deze procedure gold voor de honderden e-mails die zij binnen kregen;

- zij de e-mails waar ze later nog wat mee zouden willen doen, apart hebben gezet om op te schonen;

- zij wist dat ze wel eens kinderporno kregen toegestuurd;

- zij een map in de computer hadden waar die kinderporno op geparkeerd stond;

- ongeveer drie of vier keer per maand afbeeldingen binnenkwamen waarvan zij vond dat het kinderporno was.

Op 20 april 2012 en 7 november 2012 zijn de volgende gegevensdragers in beslag genomen, waarvan verdachte bekend heeft dat hij daarop bestanden heeft opgeslagen, althans dat hij deze in gebruik had:

* Beslagcode B.B01.1 = Laptop, merk HP Pavilion;

* Beslagcode B.B01.2 = Laptop, merk Asus;

* Beslagcode B.B01.3 = Externe harddisk, merk Hitachi;

* Beslagcode A.A01.1 = Laptop, merk Compaq Presario;

* Beslagcode A.A01.2 = Externe harddisk, merk LaCie / Samsung.

Blijkens de processen-verbaal onderzoek in beslag genomen goed d.d. 11 juli 2012 (documentcode 1207110930.OIG) en 4 januari 2013 (documentcode 1301041000.OIG) zijn op deze gegevensdragers aangetroffen:

- Op gegevensdragers B: in totaal 83.163 afbeeldingen, waarvan 15.718 afbeeldingen die volgens de door de verbalisanten gehanteerde criteria kinderpornografisch zijn, waarvan 1.112 films en 14.606 foto's;

- Op gegevensdragers A: in totaal 129.402 afbeeldingen, waarvan 86 afbeeldingen die volgens de door de verbalisanten gehanteerde criteria kinderpornografisch zijn, waarvan 1 film en 85 foto's.

Van deze kinderpornografische afbeeldingen waren blijkens de bijlagen bij deze processen-verbaal benaderbaar:

- Op gegevensdrager B.B01.3: 13.599 foto's en 939 films;

- Op gegevensdrager A.A01.1: 12 foto's;

- Op gegevensdrager A.A01.2: 49 foto's en 1 film;

- In totaal derhalve 13.660 foto's en 940 films.

Op 13 februari 2013 heeft de officier van justitie nagezonden een aanvullend proces-verbaal van bevindingen (documentcode 1302061400.OIG) d.d. 12 februari 2013, waarin naar aanleiding van vragen van de raadsvrouw van verdachte onder meer is gerelateerd dat in de in beslag genomen gegevensdragers 14.691 kinderpornografische foto's zijn aangetroffen. Het betreft 522 unieke opnamen. De overige opnamen zijn één of meerdere kopieën van deze foto's. Voorts zijn in de in beslag genomen gegevensdragers 1113 kinderpornografische films aangetroffen. Het betreft 140 unieke opnamen. De overige opnamen zijn één of meerdere kopieën van deze films.

De aantallen 14.691 en 1.113 zijn niet nader toegelicht, maar aannemelijk is dat daarmee wordt gedoeld op benaderbare bestanden + 'deleted files' + 'temporary internet files', nu dit sluitend is voor de films (940 + 172 + 1 = 1.113) en de foto's (13.660 + 1.003 + 17 + 4 + 7 = 14.691) is.

Het procesdossier bevat evenwel geen aanwijzingen dat verdachte aangemerkt moet worden als een computergebruiker met een meer dan gemiddelde kennis van zaken, zodat de afbeeldingen die zijn aangemerkt als 'deleted' en als 'temporary internetfiles' buiten beschouwing gelaten worden.

Voorts is in dit proces-verbaal van bevindingen gerelateerd dat onderzoek is gedaan naar de data waarop de in de gegevensdragers B.B01.1, B.B01.2, B.B01.3, A.A01.1 en A.A01.2 aangetroffen kinderpornografische afbeeldingen zijn geopend. Gezien de grote hoeveelheid aangetroffen kinderpornografische afbeeldingen zijn deze gegevens ("Original path", "File Created Date", "File Accessed Date", "File Modified Date", "Medium" en "Accessibility") op cd-rom aangeleverd in de vorm van Excel-werkbladen. De officier van justitie heeft deze cd-rom niet aan het procesdossier toegevoegd, maar volstaan met de opmerking dat zij hierover beschikte. Zij heeft in haar requisitoir niet verwezen naar deze gegevens.

Het procesdossier bevat derhalve met betrekking tot de verklaring van verdachte dat bestanden aan hem gemaild zouden zijn uitsluitend de constatering in het proces-verbaal onderzoek e-mails met bijlage d.d. 12 januari 2013 (documentcode 1301081000.OIG) dat in de veiliggestelde data 1208 bijlagen aanwezig zijn die via de e-mail binnen zijn gekomen of zijn verzonden, waarin - zowel in de inkomende als de verzonden e-mails - geen kinderpornografisch materiaal aanwezig is.

Voorts is proces-verbaal opgemaakt d.d. 20 november 2012 (documentcode 1211200900.OIG) met betrekking tot de aanmaakdata van het kinderpornografische materiaal op de gegevensdragers B.B01.1, B.B01.2 en B.B01.3 waarin is gerelateerd op welk data in de periode 14-12-2010 tot en met 18-04-2012 in totaal 9.393 foto's en 1.037 films zijn gecreëerd.

Op basis van deze gegevens stelt de rechtbank vast:

1. dat ten hoogste 522 van de 13.660 foto's uniek zijn en dat ten minste 13.138 afbeeldingen kopieën daarvan zijn;

2. dat ten hoogste 140 van de 940 films uniek zijn en dat ten minste 800 afbeeldingen kopieën daarvan zijn;

3. dat niet vastgesteld kan worden op welke wijze de kinderpornografische bestanden op de gegevensdragers van verdachte terecht zijn gekomen;

4. dat - voorgaande verbijzonderd - niet vastgesteld kan worden op welke wijze de kopieën van kinderpornografische afbeeldingen op de gegevensdragers van verdachte terecht zijn gekomen: hetzij dat deze kopieën gemaakt zijn van reeds op de gegevensdragers voorhanden afbeeldingen, dan wel dat meerdere kopieën van eenzelfde afbeelding zijn opgeslagen op de gegevensdragers;

5. dat niet vastgesteld kan worden of verdachte nadat hij het kinderpornografische karakter van de aangetroffen afbeeldingen kende deze afbeeldingen opzettelijk in bezit heeft gehouden of bewust verzuimd heeft deze te verwijderen.

Conclusie - vrijspraak

Aan de hand van deze vaststellingen oordeelt de rechtbank dat niet bewezen kan worden, ook niet in voorwaardelijke zin, dat verdachte opzet had op het in bezit hebben of verwerven van kinderpornografische afbeeldingen, voor zover het gaat om de kopieën van de afbeeldingen. Daartoe zou immers - nu verdachte onvoorwaardelijk opzet ontkent en daarvoor geen bewijsmiddelen voorhanden zijn - uit het bewijsmateriaal moeten volgen dat verdachte willens en wetens de aanmerkelijke kans aanvaard heeft dat hij deze kopieeën van kinderpornografische afbeeldingen in bezit had of verwierf. Maar over deze kans, hoe verdachte deze liep en aanvaardde en of deze aanmerkelijk was, kan niets gezegd worden als niet duidelijk is hoe deze afbeeldingen op de gegevensdragers terecht zijn gekomen. Hierbij is de omstandigheid van belang dat maar een heel klein deel van de aangetroffen afbeeldingen uniek is, te weten 662 van de 14.600 = 4,5 %. Dit brengt met zich mee dat de verklaring van verdachte en getuige [getuige] dat maar een klein aantal afbeeldingen ongezien was "geparkeerd" op de externe harde schijf, niet zonder meer als onaannemelijk terzijde geschoven kan worden.

Conclusie - bewezenverklaring

Wel bewezen kan worden dat verdachte opzet in voorwaardelijke zin heeft gehad op het in bezit hebben van kinderpornografische afbeeldingen, door in de situatie waarin hij uit hoofde van de activiteiten van zijn internetbedrijf op het gebied van 'adult entertainment' honderden e-mails toegestuurd kreeg met afbeeldingen als bijlagen, deze afbeeldingen op te slaan op een harde schijf of benaderbaar te laten op een laptop, zoals verdachte zelf verklaard heeft. Ongeacht de omstandigheid dat het aantal aangetroffen unieke kinderpornografische afbeeldingen klein is ten opzichte van het totaal aantal aangetroffen afbeeldingen, is de rechtbank van oordeel dat dit aantal voldoende groot is om te kunnen spreken van een aanmerkelijke kans die verdachte willens en wetens aanvaard heeft. Als getuige [getuige], als enige naast verdachte werkzaam voor het internetbedrijf van verdachte, ervan op de hoogte was dat meermalen per maand kinderpornografische afbeeldingen werden toegezonden, dan moet verdachte dat ook zijn geweest. Voorts duidt op een laakbare aanvaarding van die aanmerkelijke kans de omstandigheid dat verdachte de afbeeldingen heeft opgeslagen zonder dat de opslag enig ander nut diende dan het bezit van de afbeeldingen. De verklaring van verdachte dat hij de afbeeldingen opsloeg om daar later contact over op te nemen met de verzenders is ongeloofwaardig, aangezien verdachte zelf ter terechtzitting heeft onderkend dat hij geen contactgegevens bewaarde bij de afbeeldingen. Daarnaast overweegt de rechtbank dat verdachte recentelijk al veroordeeld is voor het in bezit hebben van kinderpornografische afbeeldingen, van welk vonnis in ieder geval verdachte niet in appel is. Dit had hem alert moeten doen zijn. En tot slot heeft verdachte het risico op het toegezonden krijgen van kinderpornografische afbeeldingen zelf ten dele in het leven geroepen door op het internet een vacature te plaatsen voor "een leuke openminded jongedame tot 16 jaar die naast school een leuke en uitdagende bijbaan zou willen in de functie van PA (personel assistent)". De rechtbank verwerpt met betrekking tot dit laatste het verweer van verdachte dat het zou gaan om een verschrijving en dat bedoeld zou zijn een meisje tot 26 jaar. De tekst van de advertentie wijst daar in het geheel niet op en laat zich moeilijk zo verstaan.

Gelet voorts op de getalsmatige verhouding tussen de aangetroffen unieke afbeeldingen in verhouding tot de aantallen kopieën daarvan, gaat de rechtbank ervan uit dat ook als de 'deleted files' en temporary internet files' niet betrokken worden bij de bewezenverklaring, verdachte alsnog 522 kinderpornografische foto's en 140 kinderpornografische films in bezit heeft gehad, waarvan in de twee collectiescans de beschrijving van de zichtbare (strafbare) elementen is weergegeven.

In het licht van het hiervoor overwogene levert voorts het in bezit hebben van 522 kinderpornografische foto's en 140 kinderpornografische films in de periode van 31 maart 2011 tot en met 6 november 2012 niet op het maken van een gewoonte van dat misdrijf.

4.2 De bewezenverklaring

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte

in de periode van 31 maart 2011 tot en met 6 november 2012

te Oud-Beijerland,

een (groot aantal) afbeeldingen, te weten

- 522 foto('s) en

- 140 film(s) en

gegevensdragers bevattende een groot aantal afbeeldingen, te weten

- éénlaptop (merk: Compaq

Presario) en- meerdere externe harddisks

in bezit heeft gehad ,

terwijl op die afbeeldingen(een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn,

waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog

niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken,

welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit:

het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren (met de penis en/of (een)

vinger(s)/hand en/of een) voorwerp(en) en/of de mond/tong ) van het

lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft

bereikt

en/of

het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een

(ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog

niet heeft bereikt (met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of (een)

voorwerp(en) en/of de mond/tong)

en/of

het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen en/of de

borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft

bereikt (met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(n)

en/of de mond/tong)

en/of

het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen van een

(ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog

niet heeft bereikt (met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of de

mond/tong)

en/of

het door een persoon die de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt

likken en/of in de mond nemen van de geslachtsdelen van een dier

en/of

het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die

kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt,

waarbij deze perso(o)n(en) gekleed en/of opgemaakt is/zijn en/of in een

omgeving en/of in (een) (erotisch getinte) houding(en) poseert/poseren die niet

bij haar/hun leeftijd past/passen

en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de

wijze van kleden van deze perso(o)n(en) en/of de uitsnede van de

afbeelding(en)/film(s) nadrukkelijk de (onblote) geslachtsdelen in beeld

gebracht worden,

waarbij de afbeelding (aldus) een onmiskenbare seksuele strekking heeft en/of

strekt tot seksuele prikkeling

en/of

het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het lichaam van een

perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben

bereikt

en/of

het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht/lichaam van een

perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben

bereikt,

waarbij de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of

strekt tot seksuele prikkeling.

.

Hetgeen aan de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hier als bewezen is aangenomen, is niet bewezen. De verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.

Voor zover in de bewezenverklaarde tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.

4.3 De bewijsmiddelen

De rechtbank grondt haar overtuiging dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.

De rechtbank bezigt de inhoud van de geschriften als bedoeld in artikel 344, lid 1 sub 5° van het Wetboek van Strafvordering alleen in verband met de inhoud van andere bewijsmiddelen.

De bewijsmiddelen zullen in die gevallen waarin de wet aanvulling van het vonnis met de bewijsmiddelen vereist, dan wel, voor zover artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering wordt toegepast, met een opgave daarvan, in een aan dit vonnis gehechte bijlage worden opgenomen.

5 De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

Het bewezenverklaarde levert op:

EEN AFBEELDING OF EEN GEGEVENSDRAGER, BEVATTENDE EEN AFBEELDING, VAN EEN SEKSUELE GEDRAGING, WAARBIJ IEMAND DIE KENNELIJK DE LEEFTIJD VAN ACHTTIEN JAAR NOG NIET HEEFT BEREIKT, IS BETROKKEN OF SCHIJNBAAR IS BETROKKEN, IN BEZIT HEBBEN, MEERMALEN GEPLEEGD.

6 De strafbaarheid van de verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

7 De redenen die de straf hebben bepaald

7.1 Strafmotivering

De rechtbank heeft de op te leggen straf bepaald op grond van de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en op grond van de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals daarvan is gebleken uit het onderzoek ter terechtzitting.

Daarbij is in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.

Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het in bezit hebben van kinderporno.

Kinderporno is bijzonder ongewenst, met name omdat bij de vervaardiging ervan kinderen seksueel worden misbruikt en geëxploiteerd. Verdachte moet daarvoor mede verantwoordelijk worden gehouden, omdat hij de kinderporno in bezit had en daardoor aan de instandhouding van de vraag ernaar, en daardoor aan de instandhouding van het aanbod ervan heeft bijgedragen

Voor een effectieve bestrijding van kinderporno is het noodzakelijk om niet alleen degenen aan te pakken die kinderporno vervaardigen, maar zeker ook degenen die kinderporno bezitten.

Bij de bepaling van de strafmaat heeft de rechtbank acht geslagen op de omstandigheid dat - in vergelijking met andere zaken - niet gesteld kan worden dat verdachte een groot aantal (unieke) afbeeldingen (522 foto's en 140 filmpjes) in bezit had en voorts op de leeftijd van de kinderen op de plaatjes en de aard van de handelingen waartoe de kinderen zijn gedwongen, zoals daarvan met name in getalsmatige verhouding blijkt uit de collectiescans.

Wat de persoon van de verdachte en zijn persoonlijke omstandigheden betreft heeft de rechtbank in het bijzonder gelet op de rapportages van de Stichting Reclassering Nederland te Rotterdam van 9 november 2012 en 31 januari 2013 en het Uittreksel Justitiële Documentatie van 9 januari 2013. Uit voornoemd uittreksel blijkt dat verdachte eerder door de strafrechter is veroordeeld ter zake van het bezit van kinderpornografische afbeeldingen en ter zake van een zedendelict.

Alles afwegend acht de rechtbank het opleggen van een geheel onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van zes maanden met aftrek van voorarrest passend en geboden.

8 De toepasselijke wettelijke voorschriften

De opgelegde straf berust op de artikelen 57 en 240b van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

9 De beslissing

De rechtbank:

- verklaart het ten laste gelegde bewezen op de wijze als hierboven onder 4.2 is omschreven;

- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;

- verklaart dat het bewezenverklaarde de onder 5 vermelde strafbare feiten oplevert;

- verklaart de verdachte strafbaar;

- veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van zes (6) maanden;

- beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf.

Dit vonnis is gewezen door mr. M. van Mourik, voorzitter, mr. M.A.C. Prins en

mr. M. van Kuilenburg, rechters, in tegenwoordigheid van A. Gaal, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 28 februari 2013.

BIJLAGE: De gewijzigde tenlastelegging

hij in of omstreeks de periode van 31 maart 2011 tot en met 6 november 2012

te Oud-Beijerland, in elk geval in Nederland,

één of meermalen (telkens) een (groot aantal) afbeelding(en), te weten

- 14.691 foto('s) en/of

- 1.113 film(s) en/of

(een) gegevensdrager(s) bevattende (een) (groot

aantal) afbeelding(en), te weten

- één of meer computer(s) (laptop(s) (merk: HP Pavilion en/of Asus en/of Compaq

Presario) en/of

- een of meerdere externe harddisk(s) heeft

verspreid en/of aangeboden en/of openlijk tentoongesteld en/of vervaardigd

en/of ingevoerd en/of doorgevoerd en/of uitgevoerd en/of verworven en/of

in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk

en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft,

terwijl op die afbeelding(en) (een) seksuele gedraging(en) zichtbaar is/zijn,

waarbij (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog

niet had bereikt, was betrokken of schijnbaar was betrokken,

welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit:

het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren (met de penis en/of (een)

vinger(s)/hand en/of een) voorwerp(en) en/of de mond/tong en/of) van het

lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft

bereikt

en/of

het oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een

(ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog

niet heeft bereikt (met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of (een)

voorwerp(en) en/of de mond/tong)

en/of

het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen en/of de

borsten van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft

bereikt (met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of (een) voorwerp(n)

en/of de mond/tong)

en/of

het betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of de billen van een

(ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog

niet heeft bereikt (met de penis en/of (een) vinger(s)/hand en/of de

mond/tong)

en/of

het door een persoon die de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt

likken en/of in de mond nemen van de geslachtsdelen van een dier

en/of

het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en) die

kennelijk de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt,

waarbij deze perso(o)n(en) gekleed en/of opgemaakt is/zijn en/of in een

omgeving en/of in (een) (erotisch getinte) houding(en) poseert/poseren die niet

bij haar/hun leeftijd past/passen

en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de

wijze van kleden van deze perso(o)n(en) en/of de uitsnede van de

afbeelding(en)/film(s) nadrukkelijk de (onblote) geslachtsdelen in beeld

gebracht worden,

waarbij de afbeelding (aldus) een onmiskenbare seksuele strekking heeft en/of

strekt tot seksuele prikkeling

en/of

het masturberen boven/bij en/of ejaculeren op het lichaam van een

perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben

bereikt

en/of

het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht/lichaam van een

perso(o)n(en) die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft/hebben

bereikt,

waarbij de afbeelding (aldus) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of

strekt tot seksuele prikkeling

van welk(e) misdrijf/misdrijven hij, verdachte, een gewoonte heeft gemaakt;

(art. 240b Wetboek van Strafrecht)

art 240b lid 1 Wetboek van Strafrecht

art 240b lid 2 Wetboek van Strafrecht

Parketnummer: 11/860619-12

Vonnis d.d. 28 februari 2013