Home

Rechtbank Rotterdam, 12-12-2013, ECLI:NL:RBROT:2013:10241, ROT-13_02157 - ROT-13_03989 - ROT-13_04152 - ROT-13_04319 - ROT-13_04374 - ROT-13_05429 - ROT-13_05827

Rechtbank Rotterdam, 12-12-2013, ECLI:NL:RBROT:2013:10241, ROT-13_02157 - ROT-13_03989 - ROT-13_04152 - ROT-13_04319 - ROT-13_04374 - ROT-13_05429 - ROT-13_05827

Gegevens

Instantie
Rechtbank Rotterdam
Datum uitspraak
12 december 2013
Datum publicatie
20 december 2013
Annotator
ECLI
ECLI:NL:RBROT:2013:10241
Formele relaties
Zaaknummer
ROT-13_02157 - ROT-13_03989 - ROT-13_04152 - ROT-13_04319 - ROT-13_04374 - ROT-13_05429 - ROT-13_05827
Relevante informatie
Burgerlijk Wetboek Boek 3 [Tekst geldig vanaf 01-05-2024], Burgerlijk Wetboek Boek 3 [Tekst geldig vanaf 01-05-2024] art. 13, Burgerlijk Wetboek Boek 3 [Tekst geldig vanaf 01-05-2024] art. 15

Inhoudsindicatie

verzoeken op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob), beroepen wegens het niet tijdig nemen van een besluit, dwangsommen, misbruik van (proces)recht.

Naar het oordeel van de rechtbank heeft (de gemachtigde van) eiser van de bevoegdheid om Wob-verzoeken in te dienen, ingebrekestellingen naar verweerder te zenden, in beroep te gaan wegens het niet tijdig nemen van een besluit, in bezwaar te gaan tegen verweerders besluiten, wederom ingebrekestellingen te verzenden en vervolgens in beroep te gaan bij de rechtbank in verband met het niet tijdig beslissen op bezwaar door verweerder, misbruik gemaakt van zijn bevoegdheden. Gelet op de (proces)houding en handelwijze van (de gemachtigde van) eiser in deze en andere beroepszaken is de rechtbank van oordeel dat sprake is van ontwrichtend gedrag van (de gemachtigde van) eiser jegens verweerder. De hoeveelheid verzoeken van (de gemachtigde van) eiser dienden naar het oordeel van de rechtbank uitsluitend om de voortgang van de afdoening door verweerder te frustreren en op die manier dwangsommen te incasseren. Hierbij houdt de rechtbank ook rekening met de omstandigheid dat (de gemachtigde van) eiser diverse malen geen kenmerk dan wel een verkeerd postbusnummer heeft vermeld. Bovendien is van belang dat het eerste Wob-verzoek zag op een zaakoverzicht met betrekking tot de verkeersboete die (de gemachtigde van) eiser in administratief beroep aanvocht, terwijl latere procedures feitelijk niet meer van doen hadden met de verkeersboete.

De rechtbank verklaart de beroepen niet-ontvankelijk.

Uitspraak

Team Bestuursrecht 2

zaaknummers: ROT 13/2157, ROT 13/3989, ROT 13/4152, ROT 13/4319,

ROT 13/4374, ROT 13/5429 en ROT 13/5827

gemachtigde: mr. H.P. Olthof,

en

de minister van Veiligheid en Justitie, Centrale Verwerking Openbaar Ministerie, verweerder,

gemachtigden: mr. drs. J.C. Menken en mr. P. Luschen.

Procesverloop in de zaak 13/4152

Bij beschikking met CJIB-nummer [nummer] is aan eiser, geboren [geboortedatum], een sanctie van € 29,- opgelegd vanwege een verkeersovertreding op 29 augustus 2012.

Eiser heeft bij brief van 18 oktober 2012 op grond van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob) verzocht om openbaarmaking van diverse documenten die zien op de sanctie (Wob-verzoek).

Bij besluit van 5 december 2012 (het primaire besluit), kenmerk Y34002, heeft verweerder op het Wob-verzoek beslist.

Op 9 december 2012 heeft eiser met verwijzing naar verweerders kenmerk bezwaar gemaakt tegen het primaire besluit.

Verweerder heeft eiser op 9 januari 2013 bericht dat de beslissing op het bezwaar met zes weken wordt verdaagd.

Bij brief van 23 mei 2013 heeft eiser verweerder gevraagd naar de voortgang van de afdoening van zijn brief van 9 december 2012. Eiser noemt in deze brief niet het kenmerk van verweerders primaire besluit noch het CJIB-nummer.

Op 26 juni 2013 heeft eiser beroep ingesteld tegen het niet (tijdig) nemen van een beslissing op het bezwaar van 9 december 2012.

Bij besluit van 19 november 2013 (het bestreden besluit) heeft verweerder eisers bezwaar van 9 december 2012 kennelijk niet ontvankelijk verklaard voor zover het betrekking heeft op de niet doorzending van eisers Wob-verzoek en heeft met verwijzing naar artikel 4:17, zesde lid, onder c, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) aangegeven geen dwangsom verschuldigd te zijn.

Procesverloop in de zaak 13/4319

Bij beschikking met CJIB-nummer[nummer] is aan eiser een sanctie van € 46,- opgelegd vanwege een verkeersovertreding op 16 september 2012.

Eiser heeft bij brief van 1 november 2012 op grond van de Wob verzocht om openbaarmaking van diverse documenten die zien op de sanctie (Wob-verzoek I).

Verweerder heeft eiser op 28 november 2012 bericht dat de behandeling van Wob-verzoek I met ten hoogste vier weken wordt verdaagd.

Bij besluit van 8 januari 2013 (het primaire besluit I), kenmerk Y58551, heeft verweerder op het Wob-verzoek I beslist.

Eiser heeft bij brief van 18 januari 2013 op grond van de Wob wederom verzocht om openbaarmaking van het zaakoverzicht (Wob-verzoek II).

Op 18 februari 2013 heeft eiser met verwijzing naar verweerders kenmerk bezwaar gemaakt tegen het primaire besluit I.

Verweerder heeft eiser op 6 maart 2013 bericht dat de beslissing op het bezwaar met zes weken wordt verdaagd.

Bij besluit van 6 maart 2013 (het primaire besluit II), kenmerk Y58551, heeft verweerder beslist op het Wob-verzoek II.

Op 16 april 2013 heeft eiser, zonder verwijzing naar verweerders kenmerk, bezwaar gemaakt tegen verweerders besluit van 6 maart 2013. Eiser vermeldt bij uw kenmerk het CJIB-nummer.

Bij brief van 30 mei 2013 heeft eiser verweerder gevraagd naar de voortgang van de afdoening van zijn brief van 16 april 2013. Eiser noemt in deze brief niet het kenmerk van verweerders primaire besluit maar het CJIB-nummer.

Op 24 juni 2013 heeft eiser beroep ingesteld tegen het niet (tijdig) nemen van een beslissing op het bezwaar van 16 maart (de rechtbank leest: april) 2013.

Bij besluit van 20 november 2013 (het bestreden besluit) heeft verweerder eisers bezwaar van 16 april 2013 kennelijk ongegrond verklaard en met verwijzing naar artikel 4:17, zesde lid, onder c, van de Awb aangegeven geen dwangsom verschuldigd te zijn.

Procesverloop in de zaak 13/3989

Bij beschikking met CJIB-nummer [nummer] is aan eiser een sanctie van € 29,- opgelegd vanwege een verkeersovertreding op 17 september 2012.

Eiser heeft bij brief van 1 november 2012 op grond van de Wob verzocht om openbaarmaking van diverse documenten die zien op de sanctie (Wob-verzoek).

Verweerder heeft eiser op 28 november 2012 bericht dat de behandeling van het Wob-verzoek met ten hoogste vier weken wordt verdaagd.

Bij besluit van 9 januari 2013 (het primaire besluit), kenmerk Y58552, heeft verweerder op het Wob-verzoek beslist.

Op 19 februari 2013 heeft eiser met verwijzing naar verweerders kenmerk bezwaar gemaakt tegen het primaire besluit.

Bij brief van 16 mei 2013 heeft eiser verweerder gevraagd naar de voortgang van de afdoening van zijn brief van 19 februari 2013. Eiser noemt in deze brief het kenmerk van verweerders primaire besluit.

Op 19 juni 2013 heeft eiser beroep ingesteld tegen het niet (tijdig) nemen van een beslissing op het bezwaar van 19 februari 2013.

Bij besluit van 15 november 2013 (het bestreden besluit) heeft verweerder eisers bezwaar van 19 februari 2013 kennelijk ongegrond verklaard.

Procesverloop in de zaak 13/4374

Procesverloop in de zaak van 13/2157

Procesverloop in de zaak van 13/5429

Procesverloop in de zaak van 13/5827

Het verdere procesverloop in alle zaken

Overwegingen

Beslissing

Rechtsmiddel