Home

Rechtbank Roermond, 17-01-2012, BV1147, 113444 / FT RK 12-1

Rechtbank Roermond, 17-01-2012, BV1147, 113444 / FT RK 12-1

Gegevens

Instantie
Rechtbank Roermond
Datum uitspraak
17 januari 2012
Datum publicatie
18 januari 2012
ECLI
ECLI:NL:RBROE:2012:BV1147
Zaaknummer
113444 / FT RK 12-1

Inhoudsindicatie

Toewijzing verzoek tot vaststelling van een schuldregeling (dwangakkoord), na uitdrukkelijk mondeling verweer.

Uitspraak

VONNIS

RECHTBANK ROERMOND

Sector civiel recht

Zaaknummer / rekestnummer: 113444 / FT RK 12-1.

Vonnis van 17 januari 2012

in de zaak van

[verzoeker],

geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats],

wonende te [woonplaats], [adres],

verzoeker,

tegen

1. DESIGN XPRESSIONS,

vertegenwoordigd door LAVG Gerechtsdeurwaarders,

correspondentieadres: 4801 BD Breda, Postbus 1163,

2. KPN,

correspondentieadres: 5600 RZ Eindhoven, Postbus 90190,

3. RABOBANK NEDERLAND,

correspondentieadres: 5600 MA Eindhoven, Postbus 221,

verweerders.

1. De procedure

1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:

- het op 3 januari 2012 ter griffie van deze rechtbank ingekomen verzoekschrift tot toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling en tot vaststelling van een schuldregeling (dwangakkoord) als bedoeld in artikel 287a van de Faillissementswet (Fw).

- de mondelinge behandeling van het dwangakkoord op 11 januari 2012.

1.2. Bij de mondelinge behandeling op 11 januari 2012 zijn verschenen:

Verzoeker, bijgestaan door de heer [schuldhulpverlener], schuldhulpverlener bij PLANgroep Venlo en de beschermingsbewindvoerder.

De medewerker bijzonder beheer, namens Rabobank Nederland B.V. (kantoor Eindhoven).

1.3. Design Xpressions en KPN zijn, hoewel behoorlijk opgeroepen, niet ter zitting verschenen.

1.4. Ten slotte is vonnis bepaald op heden.

2. De feiten

2.1. Volgens het verzoekschrift bedraagt de totale schuldenlast van verzoeker

€ 40.870,51 aan concurrente schulden en € 32.666,55 aan preferente schulden.

2.2. Verzoeker heeft zijn twee preferente en zevenentwintig concurrente schuldeisers met behulp van PLANgroep Venlo een minnelijk akkoord aangeboden. Het aangeboden spaarakkoord houdt kort gezegd in dat verzoeker op grond van het inkomen ten tijde van het aanbod verwacht aan zijn preferente schuldeisers 9,95 % en aan zijn concurrente schuldeisers 4,97 % van de vorderingen te kunnen betalen door gedurende zesendertig (36) maanden te sparen volgens de gebruikelijke vtlb-berekening.

De beide preferente schuldeisers en vierentwintig concurrente schuldeisers hebben de aangeboden regeling geaccepteerd. Design Xpressions, KPN en de Rabobank hebben geweigerd in te stemmen met de aangeboden schuldregeling. De schuld aan Design Xpressions bedraagt € 1.100,01, de schuld aan KPN € 125,34 en de schuld aan Rabobank € 19.448,31.

2.3. Verzoeker, die 49 jaar is, heeft via de gemeente een participatiebaan voor 32 uur als maatschappelijk begeleider bij vluchte¬lingenhulp. Hij ontvangt daarvoor een inkomen van circa € 1.100,00 netto per maand. Er wordt door diverse schuldeisers al jaren beslag gelegd op het inkomen van verzoeker. Als gevolg van de diverse beslagen heeft verzoeker lange tijd een inkomen overgehouden dat onder de toepasselijke beslag vrije voet lag. Hij ontvangt momenteel van zijn beschermingsbewindvoerder een leefgeld van € 40,-- per week.

In combinatie met de participatiebaan volgt verzoeker gedurende twee avonden per week een HBO opleiding maatschappelijk werk dienstverlening. De opleiding wordt betaald door de gemeente. De opleiding duurt nog tot medio 2014.

2.4. De schuld aan Rabobank heeft betrekking op een lening die verzoeker rond 1998/1999 heeft afgesloten. Vanaf 2005 heeft verzoeker niet meer afgelost op die lening. Verzoeker had in 2005 een eigen autobedrijf in Venray dat hij omstreeks 2008 heeft beëindigd onder meer in verband met bedreigingen en brandstichtingen. Vervolgens is verzoeker met zijn toenmalige echtgenote verhuisd naar de gemeente Baarlo. Daar heeft hij een horecabedrijf overgenomen, dat onvoldoende inkomsten bleek op te leveren. In die tijd heeft zijn echtgenote hem verlaten en is verzoeker depressief geraakt. Hij staat nog steeds onder behandeling van een psychiater. Inmiddels woont verzoeker in de gemeente Venlo.

3. Het geschil

3.1. Verzoeker heeft – samengevat – de rechtbank verzocht te bevelen dat Design Xpressions, KPN en Rabobank dienen in te stemmen met de door hem aangeboden schuldregeling.

3.2. Verzoeker stelt dat de aangeboden schuldregeling het maximaal haalbare is.

3.3. Rabobank heeft ter zitting aangevoerd – zakelijk weergegeven – dat verzoeker sinds juni 2005 niets meer heeft afgelost op de vordering van Rabobank, welke vordering inmiddels is opgelopen tot een bedrag van € 21.105,00. Verzoeker heeft Rabobank ook niet geïnformeerd over wijzigingen in zijn persoonlijke situatie (zoals zijn verhuizing) hoewel hij daartoe verplicht is. Daardoor was verzoeker niet bereikbaar voor Rabobank. Rabobank heeft een informatiebureau ingeschakeld om inlichtingen te krijgen over verzoeker. Daaruit is Rabobank gebleken dat verzoeker in 2007 met vakantie naar Egypte is geweest. Rabobank is daarom van mening dat de inspannings¬verplichting van verzoeker onvoldoende is geweest.

Verder stelt Rabobank zich op het standpunt dat verzoeker gelet op zijn leeftijd normaliter tot aan zijn pensioengerechte leeftijd nog 18 werkzame jaren tegemoet gaat. Hij volgt een HBO-opleiding waardoor het arbeidsperspectief en de verdiencapaciteit volgens Rabobank alleen maar groter wordt.

4. De beoordeling

4.1. Aan de rechtbank is het verzoek voorgelegd om Design Xpressions, KPN en de Rabobank te bevelen in te stemmen met een schuldregeling.

4.2. Een schuldeiser staat in beginsel vrij zijn medewerking aan een door een schuldenaar aangeboden buitengerechtelijke schuldregeling te weigeren. Een schuldenaar kan, hangende een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling, de rechtbank verzoeken ex artikel 287a Faillissementswet een schuldeiser te bevelen zijn medewerking te verlenen aan een schuldregeling. Indien de schuldeiser in redelijkheid niet tot weigering van de schuldregeling heeft kunnen komen, kan de rechtbank bevelen dat een weigerachtige schuldeiser daarmee dient in te stemmen. De rechtbank dient daarbij af te wegen het belang van de schuldeiser om tot een weigering te komen, het belang van de schuldenaar en de belangen van de overige schuldeisers die door de weigering worden geschaad.

4.3. Design Xpressions en KPN zijn niet ter terecht¬zitting van 11 januari 2012 verschenen. Een toelichting op de ongemotiveerde schriftelijke weigering om in te stemmen met de aangeboden schuldregeling ontbreekt daarom.

Het is voor de rechtbank niet duidelijk op welke gronden deze schuldeisers weigeren in te stemmen met de aangeboden schuldregeling. De rechtbank is van oordeel dat het verzoek, bij gebrek aan gemotiveerd verweer en gelet op de beperkte omvang van de beide schulden, in ieder geval ten aanzien van deze schuldeisers kan worden toegewezen.

4.4. Met betrekking tot het verzoek gericht tegen Rabobank overweegt de rechtbank het volgende.

De rechtbank stelt vast dat het voorstel is getoetst door PLANgroep, zijnde een onafhankelijke en deskundige partij. Het voorstel is voorts goed en betrouwbaar gedocumenteerd.

4.5. De volgende vraag die moet worden beantwoord, is, of voldoende duidelijk is dat het bod het uiterste is waartoe verzoeker financieel in staat moet worden geacht.

4.6. De rechtbank is van oordeel dat die vraag bevestigend moet worden beantwoord gelet op de leeftijd van verzoeker, zijn arbeidsverleden en het feit dat de HBO-opleiding in ieder geval tot medio 2014 duurt. In het licht van deze feiten en omstandigheden is niet aannemelijk dat verzoeker tijdens een wettelijke schuldsanerings¬regeling een hoger bedrag zal genereren ten behoeve van de schuldeisers dan thans is aangeboden. Daarbij neemt de rechtbank in aanmerking dat aan PLANgroep voor de uitvoering van de aangeboden schuldregeling geen kosten zijn verschuldigd, terwijl dat in de wettelijke schuldsaneringsregeling wel het geval is. De vergoeding van die kosten komt ten nadele van de schuldeisers die hebben ingestemd met de schuldregeling. In de verzochte gedwongen schuldregeling zullen de schuldeisers daarom een hogere uitkering ontvangen dan in een wettelijk traject te verwachten is.

Verder acht de rechtbank het niet erg waarschijnlijk dat verzoeker, gelet op zijn leeftijd, na het afronden van de HBO-opleiding een baan zal vinden waarmee hij een substantieel hoger inkomen gaat verdienen.

In zoverre is het verweer van de Rabobank daarom niet gegrond.

4.7. Het verweer van Rabobank dat verzoeker zich sinds 2005 onvoldoende heeft ingespannen om de openstaande vordering af te lossen wordt ook verworpen. Uit de stukken en tijdens de zitting zijn namelijk zodanige feiten en omstandigheden gebleken op grond waarvan de rechtbank van oordeel is dat verzoeker geen verwijt kan worden gemaakt van het feit dat hij niet heeft afgelost op de vordering van Rabobank. Evenmin betekent het feit dat verzoeker niet heeft voldaan aan zijn verplichting tegenover Rabobank om zijn verhuizing mee te delen dat verzoeker ten aanzien van het ontstaan en onbetaald laten van zijn schuld aan Rabobank niet te goeder trouw was.

4.8. Andere feiten of omstandigheden op grond waarvan een verzoek tot toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling zou moeten worden afgewezen, zijn vooralsnog niet aannemelijk geworden.

4.9. De rechtbank is in het licht van hetgeen is overwogen van oordeel dat de belangen die Rabobank heeft bij uitoefening van haar bevoegdheid tot weigering, on¬even¬¬¬¬redig zijn ten opzichte van de belangen van verzoeker en van de overige schuldeisers die door die weigering mogelijk worden geschaad en dat Rabobank daarom niet in redelijkheid tot weigering van instemming met de aangeboden schuldregeling heeft kunnen komen. Dat de vordering van Rabobank 26,4% van de totale schuldenlast uitmaakt, maakt dit oordeel niet anders.

4.10. De slotsom luidt dat de rechtbank het verzoek zal toewijzen in die zin dat Design Xpressions, KPN en de Rabobank worden bevolen in te stemmen met het aangeboden akkoord.

4.11. Aan een beoordeling van het verzoek tot toelating tot de wettelijke schuldsaneringsregeling komt de rechtbank dan niet meer toe.

4.12. De rechtbank acht geen termen aanwezig enige partij in de kosten te veroordelen.

5. Beslissing

De rechtbank:

5.1. beveelt verweerders,

1. DESIGN XPRESSIONS,

vertegenwoordigd door LAVG Gerechtsdeurwaarders,

correspondentieadres: 4801 BD Breda, Postbus 1163,

2. KPN,

correspondentieadres: 5600 RZ Eindhoven, Postbus 90190,

en

3. RABOBANK NEDERLAND,

correspondentieadres: 5600 MA Eindhoven, Postbus 221,

in te stemmen met de door verzoeker aangeboden schuldregeling zoals hiervoor overwogen;

5.2. verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.

Dit vonnis is gewezen door mr. M.M. Vanhommerig en in aanwezigheid van de griffier in het openbaar uitgesproken op 17 januari 2012.

Tegen deze uitspraak kan degene, aan wie de Faillissementswet dat recht toekent, uitsluitend via een advocaat binnen acht dagen na de dag van deze uitspraak hoger beroep instellen bij een verzoekschrift, in te dienen ter griffie van het gerechtshof dat van de zaak kennis moet nemen.