Home

Rechtbank Overijssel, 16-01-2019, ECLI:NL:RBOVE:2019:159, C/08/216635 / HA ZA 18-184

Rechtbank Overijssel, 16-01-2019, ECLI:NL:RBOVE:2019:159, C/08/216635 / HA ZA 18-184

Gegevens

Instantie
Rechtbank Overijssel
Datum uitspraak
16 januari 2019
Datum publicatie
22 januari 2019
ECLI
ECLI:NL:RBOVE:2019:159
Zaaknummer
C/08/216635 / HA ZA 18-184

Inhoudsindicatie

Uitleg overeenkomsten in het kader van het ontwikkelen van een online portal. De overeenkomsten behelsden een inspanningsverbintenis en geen resultaatsverbintenis. Beroep op vernietiging van de algemene voorwaarden wordt verworpen. Voorts geen sprake van verzuim (geen fatale termijn, geen uitzondering op de hoofdregel van in gebreke stellen), zodat eiser niet gerechtigd was de overeenkomsten buitengerechtelijk te ontbinden. De rechtbank wijst de vorderingen in conventie af, nu evenmin is gebleken van dwaling en onvoorziene omstandigheden. In reconventie worden de vorderingen voor een klein deel toegewezen.

Uitspraak

vonnis

Team kanton en handelsrecht

Zittingsplaats Zwolle

zaaknummer / rolnummer: C/08/216635 / HA ZA 18-184

Vonnis van 16 januari 2019

in de zaak van

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

VCSW B.V.,

gevestigd te Den Haag,

eiseres in conventie,

verweerster in reconventie,

advocaat mr. J.I. van Vlijmen te 's-Gravenhage,

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

WEBSTORES B.V.,

gevestigd te Hardenberg,

gedaagde in conventie,

eiseres in reconventie,

advocaat mr. P.H.J. Nij Bijvank te Hardenberg.

Partijen zullen hierna VCSW en Webstores genoemd worden.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

-

het tussenvonnis van 25 juli 2018

-

de conclusie van antwoord in reconventie

-

de akte overlegging aanvullende producties, tevens akte aanvulling grondslag vordering in reconventie van Webstores

-

de akte overlegging producties en vermeerdering van eis in conventie van VCSW

-

het proces-verbaal van comparitie van 29 oktober 2018 en de daaraan gehechte opmerkingen van partijen.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten

2.1.

VCSW is een onderneming die zich met name richt op het verlenen van advies aan werkgevers op het gebied van sociale verzekeringswetgeving.

2.2.

Webstores houdt zich bezig met de ontwikkeling van websites en software, webhosting en aanverwante activiteiten.

2.3.

VCSW is eind 2015/begin 2016 in contact gekomen met Webstores, omdat zij behoefte had aan een webbased online portal (hierna: portal).

2.4.

Op 22 februari 2016 heeft Webstores een offerte uitgebracht aan VCSW voor haar werkzaamheden (hierna: de offerte) met de volgende toelichting:

VCSW staat voor een grote uitdaging: een compleet nieuw bedrijfs kritisch platform dat als ‘aorta’ door de gehele organisatie, haar klanten en partners gebruikt gaat worden. VCSW is daarin ambitieus en ziet dat de automatisering van diensten en processen voor een uniek voordeel ten opzichte van de concurrentie zorgt.

VCSW heeft voor het inventariseren, trainen en uitvoeren van het project de ondersteuning van Webstores gevraagd. In deze offerte begroten we deze onderdelen. (…)

In deze offerte hebben we het project opgedeeld in vier fases:

1. inventariseren

2. definiëren

3. trainen

4. uitvoeren (…)

We hebben de fases zo ingericht dat er na elke fase een ‘exit’ mogelijkheid bestaat voor VCSW. Dat betekent dat elke fase duidelijke deliverables heeft waarmee VCSW de verdere fasering zelfstandig kan uitvoeren en/of een andere partij kan inschakelen. Hoewel er dus een duidelijk stappenplan uit deze fasering is gekomen ronden we tijdens het project elke fase formeel af.

1.0

Inventariseren

Het project begint met de inventarisatie om de scope van het project te bepalen. Hiervoor zijn al een aantal sessies gepland. (…)

2.0

Definiëren

Vervolgens is het tijd om het project te definieren. We beschrijven hoe we het project gaan realiseren en maken afspraken over de werkwijze en het werkproces. (…)

3.0

Trainen

Het team van VCSW heeft op dit moment weinig tot geen ervaring met het realiseren van grote (bedrijfs kritische) projecten, daarnaast ontbreekt het aan ervaring met het Symfony PHP framework. Tijdens een aantal trainingssessies leiden we de developers van VCSW hiervoor op (aantal deelnemers is niet gelimiteerd). (…)

4.0

Uitvoeren

Na de vorige fases is het tijd om daadwerkelijk te beginnen met het project. We ontwikkelen met het team van VCSW en ondersteuning van Webstores een nieuw bedrijfs kritisch platform. We begeleiden en coachen maar kunnen ook actief mee bouwen. (…)

VCSW heeft ons gevraagd om voor het uitvoeren van het project een flexibel model te ontwikkelen waarbij er een ‘minimaal’ en ‘maximaal’ voorstel is uitgewerkt. Afhankelijk van de behoeften van de Product Owner (VCSW) kan er capaciteit worden gereserveerd. (…)

Voorwaarden:

-

Uren worden minimaal 3 weken voor de start van de werkzaamheden ingekocht

-

De Product Owner is samen met de Scrum Master verantwoordelijk voor de backlog (taken per sprint)

-

Ingekochte uren worden maandelijks aan het einde van de maand gefactureerd (…)

Alle in de offerte genoemde producten en/of diensten worden geleverd volgens de algemene voorwaarden van Webstores B.V. gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel te Zwolle.

2.5.

Bij e-mail van 2 maart 2016 heeft de heer [A] , [algemeen directeur van VCSW] akkoord gegeven voor het onderdeel “1.0 Inventariseren”. Deze fase is afgerond en VCSW heeft de factuur van Webstores voldaan.

2.6.

Op 10 mei 2016 stuurde de heer [B] van [Webstores] ) een e-mail aan VCSW met in de bijlage een orderbevestiging d.d. 6 mei 2016 (hierna: de orderbevestiging) “voor de ontwikkeling van de mijn omgeving met diverse tooling van VCSW”. In de e-mail staat verder voor zover van belang vermeld: “hierbij het formele document dat wij ons committeren aan de afgesproken fases en tijdsplanning. Dit is het deel wat buiten de vorige offerte viel of nog bepaald moest worden.”

2.7.

Het project is volgens de orderbevestiging opgedeeld in 9 sprints:

2.8.

Webstores heeft onderdelen 2.0 en 3.0 van de offerte op 31 mei en 31 oktober 2016 respectievelijk 30 juni 2016 gefactureerd aan VCSW.

2.9.

Op 16 maart 2017 hebben partijen een nadere overeenkomst gesloten genaamd “Sprintbundel” (hierna: de Sprintbundel) voor het uitvoeren van de volgende werkzaamheden: doorontwikkeling webapplicaties VCSW en doorlopend onderhoud en ondersteuning. Als omschrijving voor Sprintbundel is opgenomen: door het maandelijks inkopen van een bepaald aantal uren kan een korting op zowel het standaard als toptarief worden gegeven. De overeenkomst gaat in op 1 maart 2017 en eindigt op 31 december 2017.

2.10.

Op 9 juni 2017 stuurde [C] van VCSW een e-mail aan [B] :

Zoals zojuist besproken hebben wij het besluit genomen om het volledige project on hold te zetten. Met directie/MT is besproken dat wij nu eerst inzichtelijk gaan maken hoe wij er voor staan alvorens wij besluiten verder te gaan met ontwikkelen. Zoals aangegeven zijn er te vaak deadlines niet gehaald en hebben wij op dit moment nog geen bruikbaar product. (…)

2.11.

De advocaat van VCSW heeft op 3 oktober 2017 een brief aan Webstores gestuurd, waarin hij namens VCSW onder meer de overeenkomst tussen partijen buitengerechtelijk ontbindt en aanspraak maakt op terugbetaling van de reeds betaalde bedragen ad € 224.292,64 en vergoeding van schade. In de brief schrijft de advocaat onder andere:

(…) In de orderbevestiging (…) is door u een tijdpad genoemd beginnend in mei 2016 en eindigend in oktober 2016 (!). (…)

Het gaat hier zonder twijfel om een zgn. resultaatsverbintenis, waarbij alleen dan aan de overeenkomst is voldaan als het project is voltooid en na door u te zijn getest, aan cliënte is opgeleverd. (…)

In oktober 2016 was het project bij lange na niet gereed, waarmee in beginsel uw verzuim is ingetreden. Cliënte heeft uiterste coulance betracht en u de tijd gegeven om het project te voltooien. Die ruimte was er in principe omdat cliënte de web portal in januari 2017 in gebruik wilde nemen.

Ook in januari 2017 was de software echter niet gereed. Voor zover u cliënte (delen van) software ter beschikking hebt gesteld, is die software door u niet (genoegzaam) getest. In januari 2017 hebt u niettemin een web portal aan cliënte aangeboden opdat cliënte zelf kon testen. Cliënte heeft een reeks tests uitgevoerd. Die tests hebben een groot aantal fouten opgeleverd. Ik volsta te verwijzen naar de voor zichzelf sprekende e-mails van cliënte:

-

15 januari 2017: een deeltest met niet minder dan 34 fouten,

-

16 januari 2017: twee aanvullende fouten en de opmerking dat niet alles getest kan worden,

-

18 januari 2017: navigatie is ondeugdelijk,

-

2 februari 2017: deeltest waaruit blijkt dat veel fouten niet zijn opgelost met een grote reeks aanvullende fouten; cliënte doet een opsomming van 37 fouten,

-

2 februari 2017 (een aanvullende e-mail): cliënte schrijft dat de facturatie niet getest kon worden, omdat zij niet aan de facturatiefase toekomt door de foutmeldingen.

De slotsom is dat er in januari geen werkend product is opgeleverd, ondanks dat u drie maanden extra de tijd hebt gekregen een werkend product op te leveren. (…)

Omdat er in het voorjaar geen uitzicht was dat de software, ondanks de enorme bedragen die zijn gefactureerd, op korte termijn bruikbaar en wekend zou zijn en u daarover ook geen uitspraak kon doen, heeft cliënte het project on hold gezet. (…)

Vaststaat dat u de overeengekomen prestatie niet tijdig hebt geleverd. U bent toerekenbaar tekort geschoten in de nakoming van de overeenkomsten met cliënte. Cliënte heeft er ook geen enkel vertrouwen in dat u een behoorlijk werkend product kunt opleveren.(…)

2.12.

De advocaat van Webstores heeft op 18 oktober 2017 op bedoelde brief gereageerd. Volgens Webstores bestaat er geen grond om tot ontbinding over te gaan. De advocaat van Webstores wijst erop dat VCSW gehouden is en blijft om haar verplichtingen uit hoofde van de tussen partijen gesloten overeenkomsten na te komen. Voor zover dat niet gebeurt, stelt Webstores VCSW in gebreke en aansprakelijk voor de te lijden schade.

2.13.

De factuur van Webstores van 30 juni 2017 ad € 4.731,10 inclusief btw wegens verrichte werkzaamheden (46 uur) is onbetaald gebleven. Met de factuur van 26 maart 2018 ten bedrage van € 98.941,70 inclusief btw heeft Webstores de Sprintbundel gefactureerd over de periode juni tot en met december 2017. In die periode heeft Webstores geen werkzaamheden verricht voor VCSW.

2.14.

Bij brief van 20 augustus 2018 heeft de advocaat van VCSW een zogenaamde “ingebrekestelling voor zover vereist” doen uitgaan. De advocaat van Webstores heeft daarop bij brief van 3 september 2018 gereageerd.

3 Het geschil

3.1.

VCSW vordert samengevat en na vermeerdering van eis - bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:

Primair:

I. Webstores te veroordelen tot betaling van € 248.640,18, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente over € 224.292,64 vanaf 3 april 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;

II. Webstores te veroordelen tot vergoeding van de door VCSW geleden schade als gevolg van de toerekenbare tekortkoming in de nakoming, nader op te maken bij staat;

Subsidiair:

III. de overeenkomsten tussen partijen wegens dwaling te vernietigen, met veroordeling van Webstores tot vergoeding van de door VCSW geleden schade, nader op te maken bij staat;

Meer subsidiair:

IV. de overeenkomsten tussen partijen te ontbinden althans de gevolgen daarvan in goede justitie te wijzigen, met zodanige gevolgen als de rechtbank geraden zal achten;

Primair, subsidiair en meer subsidiair:

V. Webstores te veroordelen tot betaling van de proceskosten, waaronder de beslagkosten.

3.2.

Webstores voert verweer.

3.3.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

in reconventie

3.4.

Webstores vordert samengevat - bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:

I. te verklaren voor recht dat VCSW jegens Webstores aansprakelijk is voor de schade die Webstores heeft geleden als gevolg van het gelegde conservatoir beslag;

II. VCSW te veroordelen tot vergoeding aan Webstores van de door Webstores als gevolg van het beslag geleden schade, nader op te maken bij staat;

III. VCSW te veroordelen tot betaling van:

a. € 103.672,80, althans een in goede justitie te bepalen bedrag;

b. de wettelijke handelsrente over het bedrag van € 4.731,10 vanaf veertien dagen na 30 juni 2017 en over € 98.941,70 vanaf 14 dagen na 26 maart 2018 tot aan de dag der algehele voldoening.

IV. VCSW te veroordelen in de proceskosten en de nakosten en de wettelijke rente daarover.

3.5.

VCSW voert verweer.

3.6.

Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4 De beoordeling

5 De beslissing