Home

Rechtbank Overijssel, 03-06-2016, ECLI:NL:RBOVE:2016:1981, 08/910050-15

Rechtbank Overijssel, 03-06-2016, ECLI:NL:RBOVE:2016:1981, 08/910050-15

Gegevens

Instantie
Rechtbank Overijssel
Datum uitspraak
3 juni 2016
Datum publicatie
3 juni 2016
ECLI
ECLI:NL:RBOVE:2016:1981
Zaaknummer
08/910050-15

Inhoudsindicatie

Een 21-jarige man uit Enschede is veroordeeld tot de maximale jeugddetentie van 2 jaar en jeugd-TBS voor het wurgen van een jonge vrouw uit diezelfde stad. De 18-jarige vrouw en de man hadden een korte en ingewikkelde relatie. Op 25 september 2015 hadden zij seks in een bos bij Enschede. Daarna kregen zij een heftige ruzie en in een opwelling doodde hij haar. Daarnaast moet de man moet een schadevergoeding betalen van ruim 8.500 euro aan de nabestaanden.

Uitspraak

Afdeling Strafrecht

Zittingsplaats Almelo

Parketnummer (P): 08/910050-15

Datum vonnis: 3 juni 2016

Vonnis (promis) op tegenspraak van de rechtbank Overijssel, meervoudige kamer voor strafzaken, rechtdoende in de zaak van de officier van justitie tegen:

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1995 in [geboorteplaats] ,

wonende in [woonplaats 1] ,

nu verblijvende in Justitiële Jeugdinrichting (JJI),

De Hunnerberg in Nijmegen.

1 Het onderzoek op de terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de openbare terechtzitting

van 20 mei 2016. De rechtbank heeft kennis genomen van de vordering van de officier

van justitie mr. Y. Oosterhof en van hetgeen door de verdachte en zijn raadsvrouw

mr. D. Greven, advocaat te Enschede, naar voren is gebracht.

2 De tenlastelegging

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte, al dan niet met voorbedachte raad, [slachtoffer] heeft gedood.

Voluit luidt de tenlastelegging aan de verdachte, dat:

hij op of omstreeks 25 september 2015, althans in of omstreeks de periode van

25 september 2015 tot en met 26 september 2015, in de gemeente Enschede, althans in Nederland, [slachtoffer] opzettelijk (en al dan niet met voorbedachten rade) van het leven heeft beroofd, door die [slachtoffer] te wurgen, in die zin dat haar, door samendrukkend en/of omsnoerend en/of stompend en/of botsend geweld op de hals, de adem is ontnomen en/of zij verstikt is en/of daardoor om het leven is gekomen en/of gebracht.

3 De vordering van de officier van justitie

De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het impliciet subsidiair ten laste gelegde feit, zijnde doodslag, op grond van artikel 77c van het Wetboek van Strafrecht (Sr) met toepassing van het jeugdstrafrecht wordt veroordeeld tot een jeugddetentie voor de duur van twee jaren en oplegging van de PIJ-maatregel. Voorts dient de civiele vordering van de nabestaanden van het slachtoffer geheel te worden toegewezen, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de Terwee-maatregel.

4. De voorvragen

De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zij bevoegd is tot kennisneming van deze zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

5 De beoordeling van het bewijs

6 De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

7 De strafbaarheid van de verdachte

8 De op te leggen straf of maatregel

9 De schade van benadeelden

10 De toegepaste wettelijke voorschriften

11 De beslissing