Home

Rechtbank Oost-Brabant, 03-05-2019, ECLI:NL:RBOBR:2019:2529, 01/845010-19

Rechtbank Oost-Brabant, 03-05-2019, ECLI:NL:RBOBR:2019:2529, 01/845010-19

Gegevens

Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Datum uitspraak
3 mei 2019
Datum publicatie
3 mei 2019
ECLI
ECLI:NL:RBOBR:2019:2529
Zaaknummer
01/845010-19

Inhoudsindicatie

Verdachte heeft in haar woning met twee messen op haar dochter ingestoken. Het slachtoffer heeft daardoor steekwonden aan de linkerbovenarm en in de linkerborstkas on der linkerborst opgelopen. De rechtbank is van oordeel dat verdachte voorwaardelijk opzet op de dood van het slachtoffer heeft gehad. De rechtbank acht poging tot doodslag wettig en overtuigend bewezen en veroordeelt verdachte daarvoor tot 30 maanden gevangenisstraf waarvan achttien maanden voorwaardelijk met een proeftijd van vijf jaren. Aan het voorwaardelijk deel worden diverse bijzondere voorwaarden verbonden, waaronder een klinische behandeling voor de alcoholverslaving van verdachte in een afkickkliniek gevolgd door een ambulante behandeling. De bijzondere voorwaarden wordt dadelijk uitvoerbaar verklaard.

De vordering van het slachtoffer als benadeelde partij wordt toegewezen tot een bedrag van €5.117,51. Daarvan bestaat € 5.000,-- uit immateriële schadevergoeding.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK OOST-BRABANT

Strafrecht

Parketnummer: 01/845010-19

Datum uitspraak: 3 mei 2019

Vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] op [1963] ,

wonende te [woonplaats] , [adres 1] ,

thans gedetineerd te: Zwolle PPC.

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting van 19 april 2019.

De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie en van hetgeen van de zijde van verdachte naar voren is gebracht.

De tenlastelegging.

De zaak is aanhangig gemaakt bij dagvaarding van 20 maart 2019.

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:

zij op of omstreeks 09 januari 2019 te Helmond ter uitvoering van het door

verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer] opzettelijk van het leven te beroven, althans zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, meermalen met twee, althans een, mes(sen) heeft gestoken - in de borststreek, - in de hand,

- in de (boven)arm(en), in elk geval het bovenlichaam en in de richting van het (boven)lichaam, van die

[slachtoffer] , terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.

Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze in de bewezenverklaring verbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is verdachte daardoor niet in de verdediging geschaad.

De formele voorvragen.

Bewijs.

De bewezenverklaring.

De strafbaarheid van het feit.

De strafbaarheid van verdachte.

Oplegging van straf en/of maatregel.

De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer] .

Beslag.Het standpunt van de officier van justitie.

Toepasselijke wetsartikelen.

DE UITSPRAAK

poging tot doodslagVerklaart verdachte hiervoor strafbaar.

Maatregel van schadevergoeding van EUR 5.117,51 subsidiair 60 dagen hechtenis.

Beslissing op de vordering van de benadeelde partij:

Verbeurdverklaring van de inbeslaggenomen goederen, te weten: