Home

Rechtbank Oost-Brabant, 13-04-2018, ECLI:NL:RBOBR:2018:1769, SHE 18/821

Rechtbank Oost-Brabant, 13-04-2018, ECLI:NL:RBOBR:2018:1769, SHE 18/821

Gegevens

Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Datum uitspraak
13 april 2018
Datum publicatie
13 april 2018
ECLI
ECLI:NL:RBOBR:2018:1769
Zaaknummer
SHE 18/821

Inhoudsindicatie

Sluiting coffeeshop op grond van artikel 174, tweede lid, van de Gemeente wet na nachtelijke beschieting.

Uitspraak

Zittingsplaats ‘s-Hertogenbosch

Bestuursrecht

zaaknummer: SHE 18/821

(gemachtigde: mr. M.F.J. Martens),

en

(gemachtigden: mr. P.W.B. Verhoeven en H.J.M. van Mensvoort).

Procesverloop

Bij besluit van 16 maart 2018 (het bestreden besluit) heeft de burgemeester besloten om coffeeshop [bedrijfsnaam] aan de [adres] (de coffeeshop), op grond van artikel 174, tweede lid, van de Gemeentewet, met onmiddellijke ingang voor onbepaalde tijd te sluiten.

Verzoekster heeft op 5 april 2018 tegen het bestreden besluit bezwaar gemaakt en de voorzieningenrechter van deze rechtbank verzocht om een voorlopige voorziening te treffen die zou moeten inhouden dat het bestreden besluit wordt geschorst totdat verweerder heeft beslist op het bezwaar.

Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

De zitting heeft plaatsgevonden op 12 april 2018. Verzoekster heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde, die werd vergezeld door [naam] en [naam] , de vennoten van verzoekster. De burgemeester heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigden.

Overwegingen

De feiten

1. De coffeeshop is sinds 1996 gevestigd op het adres [adres] en wordt geëxploiteerd door haar vennoten.

In een door de politie opgemaakte bestuurlijke rapportage van 16 maart 2018 is het volgende vermeld:

(…)

Op 22 februari 2018 kwam er bij de politie Oss de navolgende melding binnen via Meld Misdaad Anoniem (MMA): “Op handen zijnde aanslag in Oss Gemeld werd dat er in een Amsterdamse horecagelegenheid werd gehoord dat een groep Marokkanen binnenkort een aanslag gaat plegen op een coffeeshop in Oss. Volgens de groep moet deze shop dicht.”

In de gemeente Oss is één (1) coffeeshop gevestigd. Dit betreft coffeeshop “ [bedrijfsnaam] ” gevestigd op de [adres] .

Naar aanleiding van deze melding heeft er op 23 februari 2018 en op 28 februari 2018 een gesprek plaatsgevonden met de vennoten van coffeeshop “ [bedrijfsnaam] ” (…).

(…)

Zowel [naam] als [naam] gaven in dit gesprek aan geen idee te hebben wie er achter deze dreiging zou zitten. [naam] gaf aan wel vaker kreten gehoord te hebben dat iemand iets tegen de coffeeshop wil doen, omdat zij de enige coffeeshop in Oss zijn.

(…)

Op vrijdag 16 maart 2018 omstreeks 03.40 uur is er diverse malen met een automatisch vuurwapen op coffeeshop “ [bedrijfsnaam] ” gevestigd aan de [adres] geschoten.

(…)

Waarneming

Door collega’s ter plaatse werd een groot aantal hulzen aangetroffen voor de coffeeshop gelegen aan de [adres] . Door collega’s werd waargenomen dat er kogelgaten in zowel de voorgevel als het rolluik van de coffeeshop zaten.

Onderzoek

Uit onderzoek is gebleken dat de daders gebruik hebben gemaakt van een automatisch vuurwapen. Daarnaast hebben de daders gebruik gemaakt van een gestolen voertuig met gedupliceerde kentekenplaten. Het betrokken voertuig is kort na het schietincident uitgebrand aangetroffen in Schaijk, gemeente Landerd.

-

Deze kenmerken duiden op betrokkenheid van zware georganiseerde criminaliteit.

Aangetroffen situatie

Collega’s ter plaatse zagen dat er diverse kogelinslagen in het rolluik en in de gevel van coffeeshop “ [bedrijfsnaam] ” zaten. Tot halverwege de coffeeshop waren inslagen te zien.

-

Collega’s zagen dat er voor het pand een groot aantal hulzen lagen.

(…)

Door het schietincident van 16 maart 2018, is hetgeen in de MMA melding van 22 februari 2018 gesteld is als motief voor dit schietincident aan te merken.

Er is derhalve een zeer grote kans dat er een nieuwe “aanslag” op coffeeshop “ [bedrijfsnaam] ” plaatsvindt zolang deze geopend blijft.

De reële kans op een nieuwe “aanslag” bij coffeeshop “ [bedrijfsnaam] ” brengt onaanvaardbare risico’s voor de openbare orde en veiligheid met zich mee.

(…)

Het schietincident bij coffeeshop “ [bedrijfsnaam] ” heeft de maatschappelijke- en de rechtsorde aanzienlijk geschokt. Bij dit soort incidenten is de kans op (onschuldige) slachtoffers zeer groot.

In een door de politie opgemaakte aanvullende bestuurlijke rapportage van 9 april 2018 is het volgende vermeld:

“(…)

Vanaf het moment van het schietincident op 16 maart 2018 tot aan heden is er geen nadere informatie binnengekomen bij de politie over de gerichte aanslag.

(…)

Waarneming

Op dinsdag 27 maart 2018 heeft er een gesprek plaatsgevonden met medewerkers van de gemeente Oss, de politie, exploitanten van coffeeshop [bedrijfsnaam] en hun raadsman.

Hiervan is een verslag opgesteld door een medewerker van de gemeente Oss.

Onderzoek

De betrokkenen bij de coffeeshop geven geen volledige openheid van zaken omtrent het schietincident van 16 maart 2018.

Aangetroffen situatie

Zie bestuurlijke rapportage van 16 maart 2018

(…)

De resultaten uit het opsporingsonderzoek en hetgeen bekend is uit de informatie-organisatie geven op dit moment nog geen richting aan het wegnemen van de dreiging richting de coffeeshop. Gezien het feit dat de onderliggende dreiging (MMA melding 22 februari 2018) nog niet weggenomen kan worden, bestaat er een onaanvaardbaar risico op herhaling van een soortgelijk ernstig incident wanneer de coffeeshop nu open zal gaan.

Daarmee zal er een onaanvaardbaar risico voor de openbare orde en veiligheid blijven

bestaan.

Gelet op bovenstaande adviseert de politie de burgemeester van Oss om coffeeshop [bedrijfsnaam] gesloten te houden.

(…)”

2. Bij het bestreden besluit, gelezen in samenhang met het verweerschrift en de ter zitting gegeven toelichting, stelt de burgemeester zich op het standpunt dat, gelet op de bevindingen van de politie, het schietincident van 16 maart 2018 de openbare orde en de veiligheid heeft aangetast. De burgemeester acht zich daarom op grond van artikel 174, tweede lid, van de Gemeentewet bevoegd om de coffeeshop voor onbepaalde tijd te sluiten. De burgemeester heeft benadrukt dat de in het bestreden besluit aangegeven sluiting voor onbepaalde tijd niet betekent dat de coffeeshop permanent is gesloten, maar dat een heroverweging kan worden gemaakt, nadat de politie na nader onderzoek nieuwe informatie en advies heeft verstrekt. Onder verwijzing naar de bestuurlijke rapportage van 9 april 2018 heeft de burgemeester ter zitting gesteld dat de vrees voor herhaling nog actueel is en het ernstig gevaar voor verstoring van de openbare orde onverminderd aanwezig is.

3. Verzoekster betoogt dat, mede gelet op de amateuristische wijze waarop het schietincident plaatsvond, op 16 maart 2018 geen sprake was van een situatie die gevaar opleverde voor de openbare orde en/of de veiligheid en gezondheid en dat de burgemeester daarom niet bevoegd was om de coffeeshop te sluiten.

Verder voert verzoekster aan dat de gevolgen van het bestreden besluit, die betrekking hebben op de economische en persoonlijke belangen van de vennoten en de werknemers van verzoekster en de toegenomen illegale drugshandel op straat, zwaarder moeten wegen dan de belangen die de burgemeester met het bestreden besluit beoogt te beschermen. De burgemeester heeft onvoldoende meegewogen dat de gemeente Oss een één-coffeeshopbeleid kent en dat na de sluiting de illegale softdrugshandel op straat floreert. Verzoekster stelt dat het bestreden besluit is genomen in strijd met het gelijkheidsbeginsel en wijst in dat verband op het door de gemeente Amsterdam ontwikkelde beleid, dat wordt toegepast in geval van beschieting van een coffeeshop.

Verzoekster meent dat het bestreden besluit niet zorgvuldig is voorbereid. Verzoekster stelt dat de politie de reeds voor 16 maart 2018 ontvangen informatie over een dreigende situatie niet serieus heeft genomen en dat niet begrijpelijk is waarom dit na de onprofessioneel uitgevoerde aanslag anders is geworden.

Karakter van deze procedure: een voorlopige voorziening

4. Het gaat hier om een verzoek om een voorlopige voorziening. Uitgangspunt van de wet is dat het maken van bezwaar de werking van een besluit niet opschort (artikel 6:16 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)). Met andere woorden: het besluit blijft van kracht ook als er bezwaar tegen is gemaakt. Die hoofdregel kan worden doorbroken door het treffen van een voorlopige voorziening. De mogelijkheid daartoe is geregeld in artikel 8:81 van de Awb. In dat artikel is vermeld dat als tegen een besluit bezwaar is gemaakt, de voorzieningenrechter op verzoek een voorlopige voorziening kan treffen als onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist. De verzoeker moet dus goede redenen hebben die maken dat hij de beslissing op het bezwaar niet kan afwachten en een uitzondering op de hoofdregel dat het bezwaar de uitvoering van het besluit niet schorst, rechtvaardigen. Een voorlopige voorziening heeft – zoals de term al zegt – het karakter van een tussenmaatregel, in afwachting van de beslissing op het bezwaar. De beoordeling die de voorzieningenrechter maakt, is dus voorlopig van aard en de rechtbank die in een later stadium op het eventuele beroep beslist, is niet aan het oordeel van de voorzieningenrechter gebonden.

Onverwijlde spoed?

5. De voorzieningenrechter is van oordeel dat verzoekster aannemelijk heeft gemaakt dat en waarom zij niet kan wachten tot de burgemeester een beslissing op het bezwaar heeft genomen.

Er is daarom sprake van ‘onverwijlde spoed’ in de zin van artikel 8:81 van de Awb.

Beoordeling van het bestreden besluit

6. Ingevolge artikel 174, eerste lid, van de Gemeentewet is de burgemeester belast met het toezicht op de openbare samenkomsten en vermakelijkheden alsmede op de voor het publiek openstaande gebouwen en daarbij behorende erven. Ingevolge het tweede lid is de burgemeester bevoegd bij de uitoefening van het toezicht, bedoeld in het eerste lid, de bevelen te geven die met het oog op de bescherming van veiligheid en gezondheid nodig zijn.

7. Uit de geschiedenis van de totstandkoming van artikel 174 van de Gemeentewet (Kamerstukken II 1988/89, 19 403, nr. 10, blz. 92 en 93) volgt dat dit artikel de bevoegdheid behelst tot het geven van bevelen teneinde onverwijld in te grijpen in situaties die de veiligheid of de gezondheid bedreigen. De bevelen die uit hoofde van dit artikel worden gegeven, zien op concrete, zich direct aandienende, de veiligheid of gezondheid bedreigende situaties. Zoals de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling) eerder heeft overwogen (uitspraak van 26 mei 2010, ECLI:NL:RVS:2010:BM5615), kan de in artikel 174, tweede lid, neergelegde bevoegdheid dan ook uitsluitend worden aangewend indien onverwijld moet worden ingegrepen ter bescherming van de veiligheid en gezondheid. Daarbij is het niet van belang of een de veiligheid of gezondheid bedreigende situatie al dan niet is ontstaan door een verwijtbaar handelen dan wel nalaten.

8. Bij de beoordeling of zich een de veiligheid of gezondheid bedreigende situatie voordoet, komt de burgemeester beoordelingsvrijheid toe. De rechter mag de uitoefening van die vrijheid slechts terughoudend toetsen. Derhalve staat ter beoordeling of de burgemeester zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat een dergelijke situatie zich op 16 maart 2018 voordeed, zodat onverwijlde sluiting van de inrichting nodig was.

9. De voorzieningenrechter oordeelt dat de burgemeester zich in het bestreden besluit, gelet op de in de bestuurlijke rapportage van 16 maart 2018 vermelde bevindingen, in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat het schietincident zodanig ernstig was, dat dit een bedreiging opleverde voor de veiligheid en gezondheid. Aannemelijk is dat de impact van het schietincident op omwonenden groot was en onrust heeft veroorzaakt. De voorzieningenrechter ziet geen grond voor het oordeel dat de aan het bestreden besluit ten grondslag gelegde bestuurlijke rapportage onzorgvuldig tot stand is gekomen of dat deze onjuistheden of niet op feiten gebaseerde verdachtmakingen bevatten. Op 27 maart 2018 is er een gesprek geweest tussen de vennoten, verzoeksters gemachtigde, twee ambtenaren van de gemeente Oss en een politieambtenaar. Verzoekster heeft de inhoud en de strekking van het verslag van dat gesprek betwist. Die betwisting kan echter niet afdoen aan het oordeel dat het schietincident op 16 maart 2018 ernstig was. Gelet op het ernstig karakter van het geweldsincident en met het oog op bescherming van veiligheid en gezondheid was de burgemeester bevoegd om de coffeeshop met onmiddellijke ingang te sluiten.

10. Verzoeksters beroep op het gelijkheidsbeginsel slaagt niet, reeds omdat de burgemeester niet op grond van dit beginsel is gehouden het beleid dat de burgemeester van Amsterdam in gevallen als deze hanteert, toe te passen.

11. De voorzieningenrechter concludeert dat de burgemeester zich, gelet op de ten tijde van het bestreden besluit beschikbare gegevens, in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat de directe sluiting van de coffeeshop geboden was om de veiligheid en gezondheid van omwonenden en personen die in de coffeeshop zouden verblijven, te beschermen.

12. De ordemaatregel die wordt beoogd met de toepassing van artikel 174, tweede lid, van de Gemeentewet, is in beginsel beperkt in duur. Dat niet altijd bij het nemen van het besluit kan worden aangegeven hoelang de sluiting zal duren, is inherent aan het karakter van deze ordemaatregel.

13. Gelet op de aanvullende bestuurlijke rapportage van 9 april 2018, is nog niet duidelijk wie verantwoordelijk is voor het schietincident en wat de exacte toedracht daarvan is. De rechtmatigheid van de sluiting in het bestreden besluit neemt echter niet weg dat de burgemeester ambtshalve en bij de heroverweging in bezwaar actief dient na te gaan of nog steeds sprake is van een de veiligheid of gezondheid bedreigende situatie, die voortduring van de sluiting van de coffeeshop noodzakelijk maakt. In het verweerschrift en ter zitting is toegezegd dat de burgemeester in contact zal blijven met de politie om te bepalen of en wanneer de situatie zodanig is veranderd dat de sluiting kan worden opgeheven en dat dan niet geaarzeld zal worden om de sluiting zo spoedig als mogelijk te heroverwegen.

14. De voorzieningenrechter ziet, gelet op het voorgaande, geen aanleiding voor het treffen van een voorlopige voorziening en wijst het verzoek af.

15. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening af.

Deze uitspraak is gedaan door mr. H.M.H. de Koning, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van P.L.M.M. Mulders, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 13 april 2018.

griffier voorzieningenrechter

Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel