Home

Rechtbank Oost-Brabant, 14-12-2015, ECLI:NL:RBOBR:2016:4054, C/01/299770 / KG ZA 15-644

Rechtbank Oost-Brabant, 14-12-2015, ECLI:NL:RBOBR:2016:4054, C/01/299770 / KG ZA 15-644

Gegevens

Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
Datum uitspraak
14 december 2015
Datum publicatie
28 juli 2016
ECLI
ECLI:NL:RBOBR:2015:7756
Zaaknummer
C/01/299770 / KG ZA 15-644

Inhoudsindicatie

herstelvonnis

Uitspraak

vonnis

Civiel Recht

Zittingsplaats 's-Hertogenbosch

zaaknummer / rolnummer: C/01/299770 / KG ZA 15-644

Herstelvonnis van 14 december 2015

in de zaak van

[eiseres] ,

wonende te [woonplaats],

eiseres,

advocaat mr. M.A.J. Jansen te Amsterdam,

tegen

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

ALTIUS HORSES B.V.,

gevestigd te Heusden,

gedaagde,

gemachtigde mr. M. Üffing te Coevorden.

Partijen zullen hierna [eiseres] en Altius Horses B.V. genoemd worden.

1 Het verzoek tot verbetering

1.1.

Bij brief van 30 november 2015 heeft mr. Jansen de voorzieningenrechter verzocht om verbetering van het op 27 november 2015 in deze zaak gewezen vonnis, in die zin dat rechtsoverweging 3.2 wordt aldus wordt gewijzigd dat daar waar staat “De stallingskosten die Altius tot op heden heeft betaald voor [eiseres] bedragen, van 28 november 2014 tot en met oktober 2015, 11 x € 400,00 = € 4.400,00” wordt gewijzigd in: “De stallingskosten die Altius tot op heden niet heeft betaald voor [eiseres] bedragen, van 28 november 2014 tot en met oktober 2015, 11 x € 400,00 = € 4.400,00.”

1.2.

De voorzieningenrechter heeft mr. Wensing in de gelegenheid gesteld zich over dit verzoek uit te laten.

1.3.

Bij brief van 1 december 2015 heeft [naam], office manager van het kantoor van mr. Wensing namens mr. Wensing een week uitstel gevraagd om te reageren op het verzoek van mr. Jansen, neergelegd in diens brief van 30 november 2015.

1.4.

Bij brief van 2 december 2015 heeft mr. Jansen de voorzieningenrechter verzocht om met spoed een herstelvonnis te wijzen.

1.5.

Bij brief van 8 december 2015 heeft mr. Wensing aangegeven zich te refereren aan het oordeel van de voorzieningenrechter.

2. De beoordeling

2.1.

De voorzieningenrechter is van oordeel dat in het vonnis van 27 november 2015 sprake is van een kennelijke fout, die zich voor eenvoudig herstel leent. De voorzieningenrechter zal het verzoek dan ook toewijzen als volgt.

3 De beslissing

De voorzieningenrechter:

3.1.

bepaalt dat rechtsoverweging 3.2. van het op 27 november 2015 tussen [eiseres] en Altius Horses B.V. gewezen vonnis, waar staat

“De stallingskosten die Altius tot op heden heeft betaald voor [eiseres] bedragen, van 28 november 2014 tot en met oktober 2015, 11 x € 400,00 = € 4.400,00”

wordt gewijzigd in

“De stallingskosten die Altius tot op heden niet heeft betaald voor [eiseres] bedragen, van 28 november 2014 tot en met oktober 2015, 11 x € 400,00 = € 4.400,00.”

3.2.

bepaalt dat deze verbetering onder de vermelding van de datum 14 december 2015 wordt vermeld op de minuut van het vonnis van 27 november 2015,

3.3.

gelast elk van partijen, voor zover zij dit niet reeds hebben gedaan, de ontvangen grosse dan wel het ontvangen afschrift van het vonnis van 27 november 2015 na ontvangst van dit herstelvonnis aan de griffie van de rechtbank te retourneren.

Dit vonnis is gewezen door mr. E. Loesberg en in het openbaar uitgesproken op 14 december 2015.