Home

Rechtbank Noord-Nederland, 23-11-2022, ECLI:NL:RBNNE:2022:4375, 10132064 AR VERZ 22-55

Rechtbank Noord-Nederland, 23-11-2022, ECLI:NL:RBNNE:2022:4375, 10132064 AR VERZ 22-55

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Datum uitspraak
23 november 2022
Datum publicatie
24 november 2022
ECLI
ECLI:NL:RBNNE:2022:4375
Zaaknummer
10132064 AR VERZ 22-55

Inhoudsindicatie

- buschauffeur die zich met enige regelmaat verslaapt

- wel verwijtbaar, maar niet érnstig verwijtbaar

Uitspraak

Afdeling privaatrecht

Locatie Leeuwarden

zaaknummer / rekestnummer: 10132064 AR VERZ 22-55

Beschikking van de kantonrechter van 23 november 2022

in de zaak van:

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

ARRIVA PERSONENVERVOER NEDERLAND B.V.,

gevestigd te Heerenveen,

verzoekster,

gemachtigde: mr. G. Schraa,

tegen

[A] ,

wonende te [woonplaats] ,

verweerder,

gemachtigde: mr. J. Heckman-Engelage.

Partijen zullen hierna Arriva en [A] worden genoemd.

1 De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:

-

het verzoekschrift met producties 1 t/m 20 van Arriva, ingekomen op 6 oktober 2022

-

het verweerschrift met producties 21 en 22 van [A] , ingekomen op 17 oktober 2022

-

producties 23 t/m 25 van Arriva

-

producties 26 en 27 van [A]

-

productie 28 van Arriva

-

de mondelinge behandeling van 25 oktober 2020, waarbij de gemachtigde van Arriva het standpunt van haar cliënte heeft toegelicht aan de hand van een pleitnotitie.

2 De feiten

2.1.

Arriva is een organisatie die het openbaar vervoer uitvoert, onder andere in de provincie Fryslân. Er zijn in het kader van de daartoe aan Arriva verleende concessie afspraken gemaakt over welke afwijkingen van de dienstregeling zijn toegestaan, routes sluiten op elkaar aan en reizigers rekenen op bepaalde vertrek- en aankomsttijden.

2.2.

[A] is op 1 juni 2010 in dienst getreden bij de rechtsvoorgangster van Arriva, Qbuzz. Door een concessieovergang is [A] per 11 december 2016 rechtstreeks bij Arriva in dienst getreden. [A] is werkzaam in de functie van buschauffeur voor 36 uur per week tegen een bruto salaris van € 2.797,23 per maand, exclusief vakantiebijslag en overige emolumenten. Op de arbeidsovereenkomst is de cao Openbaar Vervoer van toepassing. De opzegtermijn bedraagt voor Arriva thans drie maanden.

2.3.

Sinds het najaar van 2017 verslaapt [A] zich met enige regelmaat.

- In oktober 2017 is met [A] gesproken over het feit dat hij zich een aantal keren verslapen had en wat de nadelige gevolgen daarvan zijn voor de dienstuitvoering van Arriva. Arriva heeft dit schriftelijk aan [A] bevestigd.

- Medio juni 2019 heeft [A] zich weer een paar keer verslapen. [A] is hier op 27 juni 2019 op aangesproken. Dit is bij brief van 3 juli 2019 aan [A] bevestigd.

- In oktober 2019, nadat [A] zich op 14 oktober weer verslapen heeft, heeft Arriva [A] hulp aangeboden en van 27 oktober 2019 tot en met 24 mei 2020 heeft er op kosten van Arriva begeleiding van [A] plaatsgevonden door een psycholoog vanuit SpecialistenNet. Dit traject is succesvol afgesloten.

- Tijdens het traject bij de psycholoog heeft [A] zich op 11 december 2019, 3 februari 2020 en 11 februari 2020 verslapen.

- De leidinggevende van [A] , mevrouw [B] (hierna: [B] ), heeft hierover op 3 februari 2020 en 11 februari 2022 met [A] gesproken. Het laatste gesprek is bij brief van 17 februari 2022 aan [A] bevestigd, waarbij [A] gewaarschuwd is dat hij een disciplinaire maatregel kan verwachten wanneer hij zich weer verslaapt.

- Op 27 februari 2020 is [A] te laat gekomen voor het tweede deel van zijn (gebroken) dienst omdat hij zich in het aanvangstijdstip had vergist. [A] heeft hier bij brief van

9 maart 2020, ondanks bezwaar van zijn kant, een officiële waarschuwing voor gekregen.

- Op 10 juli 2020 is [A] weer te laat gekomen en na een gesprek op 14 juli 2020 met [B] heeft hij een laatste officiële waarschuwing gekregen met een proeftijd van één jaar.

- Naar aanleiding van een frequent verzuimgesprek op 26 januari 2021 heeft Arriva [A] een multidisciplinair traject bij Tigra aangeboden, bestaande uit sporten/bewegen in combinatie met psychologische begeleiding. Dit traject heeft van 12 maart 2021 tot en met 9 september 2021 plaatsgevonden en is succesvol afgerond.

- Op 6 oktober 2021 èn op 13 oktober 2021 heeft [A] zich weer verslapen. Op 13 oktober 2021 hebben [B] en de HR adviseur, mevrouw [C] , hierover met [A] gesproken.

2.4.

Op 28 oktober 2021 heeft een vervolggesprek plaatsgevonden, waarbij [A] zich heeft laten bijstaan door mevrouw S. Spaargaren van CNV Vakmensen. [A] is er op gewezen dat wanneer hij nog een keer te laat komt, Arriva dit zal aanmerken als een dringende reden voor ontslag op staande voet. Op verzoek van mevrouw Spaargaren is hier een termijn van twee jaar aan gekoppeld. Partijen hebben daarbij de volgende afspraken gemaakt, zo blijkt uit de brief van [B] :

- Je (ktr.: [A]) krijgt de tijd tot volgende week donderdag om na te denken over mogelijke

hulpvragen;

- Donderdag 4 november gaan we samen in gesprek om te kijken naar wat er mogelijk is;

- Ik vraag pro forma berekeningen voor je op, op basis van werkweken van 32 en 36 uur.

2.5.

Op 4 november 2021 heeft een vervolggesprek plaatsgevonden. [A] is vervolgens tijdelijk minder gaan werken (36 uur in plaats van 40 uur) en Arriva heeft hem af en toe op andere diensten dan de gebroken diensten ingepland. In maart 2022 heeft een positief balansgesprek plaatsgevonden. [A] heeft in dat gesprek desgevraagd aangegeven dat hij eigenlijk geen moeite hoeft te doen om op tijd te komen.

2.6.

Op 11 augustus 2022 heeft [A] zich opnieuw verslapen. Op 15 augustus 2022 heeft hierover een gesprek plaatsgevonden, waarna [A] is vrijgesteld van het verrichten van werkzaamheden. Bij brief van 18 augustus 2022 heeft Arriva [A] meegedeeld dat zij beëindiging van de arbeidsovereenkomst nastreeft, hetzij door middel van een vaststellingsovereenkomst, hetzij door middel van een ontbindingsprocedure. [A] heeft hierop aangegeven dat hij het er niet mee eens is dat Arriva zijn arbeidsovereenkomst wil beëindigen. Een vaststellingsovereenkomst is niet tot stand gekomen.

3 Het verzoek

3.1.

Arriva verzoekt de arbeidsovereenkomst met [A] te ontbinden, primair op grond van verwijtbaar handelen of nalaten (de e-grond). Subsidiair verzoekt Arriva de arbeids-overeenkomst met [A] te ontbinden op grond van een verstoorde arbeidsverhouding (de

g-grond).

3.2.

Arriva voert daartoe aan dat een correcte toepassing van haar dienstregeling van groot belang is. Een rit die niet op tijd is, te weten langer dan drie minuten vertraagd, wordt aangemerkt als uitgevallen rit, waarvoor Arriva ook geen exploitatiebijdrage ontvangen. Per exploitatie is er één reservechauffeur en bus aanwezig op 340 diensten (ritten) voor het geval er sprake is van nood (bus die niet werkt, ongeluk, teveel passagiers). Er kan niet van uit worden gegaan dat de betreffende bus en/of chauffeur beschikbaar is voor het geval een collega zich verslaapt.

3.3.

[A] is, zo stelt Arriva, vanaf medio 2017 meermalen (veel) te laat op het werk verschenen. Gevolg is dan dat de rit door een andere chauffeur moet worden gereden of dat de rit uitvalt. Zowel mondeling als schriftelijk is [A] hier steeds op aangesproken. Ondanks alle kansen en begeleiding die Arriva [A] heeft geboden blijft hij de basale verplichting om op tijd te komen voor zijn dienst grovelijk veronachtzamen. Tijdens de in oktober 2021 overeengekomen proefperiode van twee jaar, is [A] wederom te laat gekomen, en wel binnen tien maanden.

3.4.

Het structureel te laat komen danwel zich verslapen, zonder dat [A] daar een, al dan niet redelijke, verklaring voor heeft, levert volgens Arriva verwijtbaar handelen danwel nalaten aan de zijde van [A] op. Arriva verzoekt daarom de arbeidsovereenkomst met [A] op die grond te ontbinden. Daarnaast is er hiervoor sprake van een verstoorde arbeidsverhouding.

3.5.

Voorts voert Arriva aan dat er sprake is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van [A] en dat er om die reden geen recht op betaling van de transitievergoeding bestaat. Arriva verzoekt daarom voor recht te verklaren dat aan [A] geen transitievergoeding toekomt. Daarnaast volgt daaruit dat de arbeidsovereenkomst op zo kort mogelijke termijn dient te worden ontbonden, aldus Arriva.

4 Het verweer

5 De beoordeling

6 De beslissing