Home

Rechtbank Noord-Nederland, 06-03-2020, ECLI:NL:RBNNE:2020:1046, C/18/196694 KG ZA 20-15

Rechtbank Noord-Nederland, 06-03-2020, ECLI:NL:RBNNE:2020:1046, C/18/196694 KG ZA 20-15

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Datum uitspraak
6 maart 2020
Datum publicatie
6 maart 2020
ECLI
ECLI:NL:RBNNE:2020:1046
Zaaknummer
C/18/196694 KG ZA 20-15

Inhoudsindicatie

Kort geding kraker tegen strafrechtelijke ontruiming. Na belangenafweging komt de voorzieningenrechter tot het oordeel dat het belang van de Staat (Openbaar Ministerie) bij ontruiming in de gegeven omstandigheden groter is dan het belang van de kraker om in het gekraakte pand te kunnen blijven.

Uitspraak

vonnis

Afdeling privaatrecht

Locatie Groningen

zaaknummer / rolnummer: C/18/196694 / KG ZA 20-15

Vonnis in kort geding van 6 maart 2020

in de zaak van

[naam] ,

wonende te [woonplaats] ,

eiser,

advocaat mr. R. Zwiers,

tegen

de STAAT DER NEDERLANDEN,

gevestigd te Den Haag,

gedaagde,

advocaat mr. T.I. ten Kroode.

Partijen zullen hierna [eiser] en de Staat genoemd worden.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

-

de dagvaarding;

-

de mondelinge behandeling;

-

de pleitnota van [eiser] ;

-

de pleitnota van de Staat.

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2 De feiten

2.1.

Jessa Vastgoed B.V. is vanaf 28 juni 2019 eigenaresse van het bedrijfspand aan de Emdenweg 1 te Groningen.

Dat pand is in december 2019 door [eiser] gekraakt. Blijkens een als productie 8 door de Staat overgelegd proces-verbaal van bevindingen is geconstateerd dat op het desbetreffende adres drie personen (onder wie [eiser] ) ingeschreven staan in de Basisregistratie Personen.

Op 27 december 2019 is namens de eigenaresse aangifte gedaan van kraak. Bovendien heeft de eigenaresse [eiser] bij brief van 6 januari 2020 aangemaand het pand binnen vijf dagen na dagtekening van die brief te verlaten.

2.2.

Op 15 januari 2020 heeft de Officier van Justitie een brief doen toekomen aan de perso(o)n(en) die wonen of vertoeven in het pand Emdenweg 1 te Groningen, met, voor zover hier relevant, de volgende inhoud:

‘(…) Hierbij wil ik u aankondigen dat ik al degenen die thans wonen of vertoeven in het pand Emdenweg 1 te Groningen aanmerk als verdachten ter zake overtreding van de artikelen 138, 138a en/of 139 van het wetboek van strafrecht.

Ik ben voornemens om dit pand Emdenweg 1 te ontruimen. Deze ontruiming zal plaatsvinden binnen acht weken na de dagtekening van deze aankondiging, te weten uiterlijk op 11 maart 2020.

Als u een oordeel van de rechter over deze voorgenomen ontruiming wenst te verkrijgen kunt u een kort geding aanhangig maken. Ik zal de eerste zeven dagen van de termijn van acht weken na heden daarom niet over gaan tot ontruiming. Gedurende die zeven dagen heeft u de gelegenheid een kort geding te starten. (…).’

3 Het geschil

3.1.

De vordering van [eiser] strekt ertoe de Staat te gelasten de ontruiming van het pand en het perceel aan de Emdenweg 1 te Groningen te staken en gestaakt te houden, met veroordeling van de Staat in de kosten van deze procedure.

3.2.

De Staat heeft verweer gevoerd.

4 De beoordeling

5 De beslissing