Home

Rechtbank Noord-Nederland, 29-05-2019, ECLI:NL:RBNNE:2019:2437, C/18/185763 / HA ZA 18-157

Rechtbank Noord-Nederland, 29-05-2019, ECLI:NL:RBNNE:2019:2437, C/18/185763 / HA ZA 18-157

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Datum uitspraak
29 mei 2019
Datum publicatie
5 juni 2019
ECLI
ECLI:NL:RBNNE:2019:2437
Zaaknummer
C/18/185763 / HA ZA 18-157

Inhoudsindicatie

Erfrecht. Legitieme portie. In aanmerking te nemen giften en voortzettings-jurisprudentie. Bewijskracht notariële akte in dit geval vrij. Toch tegenbewijs.

Uitspraak

vonnis

Afdeling privaatrecht

Locatie Groningen

zaaknummer / rolnummer: C/18/185763 / HA ZA 18-157

Vonnis van 29 mei 2019

in de zaak van

1 [eiser 1] [achternaam] ,

wonende te Vlagtwedde,

2. [eiser 2] [achternaam],

wonende te Oude Pekela,

eisers in conventie,

verweerders in reconventie,

advocaat mr. P. van Wijngaarden te Groningen,

tegen

[gedaagde] [voornaam] [achternaam],

wonende te Vlagtwedde,

gedaagde in conventie,

eiseres in reconventie,

advocaat mr. P. Stehouwer te Groningen.

Partijen zullen hierna [eiser 1] , [eiser 2] en [gedaagde] genoemd worden.

1 De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

-

het tussenvonnis van 10 oktober 2018;

-

het proces-verbaal van comparitie van 22 januari 2019;

-

de conclusie van antwoord in reconventie, tevens houdende akte overlegging producties;

-

de akte houdende overlegging producties van [gedaagde] .

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

1.3.

Bij fax d.d. 31 januari 2019 is namens [eiser 1] en [eiser 2] gereageerd op de inhoud van het proces-verbaal van comparitie, dat buiten aanwezigheid van partijen is opgemaakt. Nu namens [gedaagde] geen bezwaar tegen de gevraagde aanvulling is gemaakt en de rechtbank de geplaatste kanttekening onderschrijft, dient genoemd proces-verbaal op de in de daaraan gehechte reactie van [eiser 1] en [eiser 2] aangegeven wijze als aangevuld en/of gecorrigeerd te worden beschouwd.

2 De feiten

2.1.

Partijen zijn de kinderen van de heer [voorletter(s)] [achternaam] en mevrouw [voorletter(s)] [achternaam] , die in gemeenschap van goederen met elkaar waren gehuwd.

2.2.

Vader is overleden op [datum] . Hij heeft bij testament d.d. 24 juli 1986 over zijn nalatenschap beschikt. Hierin heeft hij het vruchtgebruik van zijn gehele nalatenschap aan moeder gelegateerd en heeft hij partijen tot zijn enige erfgenamen benoemd.

2.3.

Bij notariële akte d.d. 23 december 2005 is tot verdeling van de gemeenschap van goederen en de nalatenschap van vader overgegaan. Daarbij is het totale bedrijfsvermogen (landbouwbedrijf) en het totale privévermogen, waaruit de gemeenschap bestond, aan moeder toebedeeld, onder (onder meer) de verplichting voor haar om aan ieder van partijen € 191,915,11 uit te keren wegens overbedeling. Ter zake van die uitkering is vervolgens een schuldregeling getroffen, inhoudende dat moeder aan ieder van partijen voornoemd bedrag wegens geleend geld schuldig erkent, waarbij de opeisbaarheid is uitgesteld (onder meer tot aan het overlijden van moeder).

2.4.

Na het overlijden van vader hebben moeder en [gedaagde] het landbouwbedrijf in de vorm van een maatschap voortgezet. Moeder is per 1 januari 2009 uitgetreden. Bij notariële akte d.d. 23 maart 2012 zijn ter uitvoering van de tussen moeder en [gedaagde] overeengekomen bedrijfsoverdracht (een koopovereenkomst), de bedrijfsgebouwen met woning, landerijen en verdere toebehoren (suikerquotum, toeslagrechten en aandelen Avebe) aan [gedaagde] toegedeeld c.q. geleverd. In de akte is voorts, voor zover van belang, het volgende bepaald:

OVERNAMESOM (KOOPPRIJS), VERREKENING DIVERSE BEDRAGEN

De koopprijs (overnamesom) van het verkochte, vallende onder het ondernemingsvermogen, bedraagt (…) minus de belastinglatentie (…), zodat het verkochte een totale overnamewaarde heeft van zevenhonderd zesentachtig duizend negenhonderd zevenenvijftig euro (€ 786.957,00).

Voormelde overnamewaarde (…) wordt door partijen verlaagd met een bedrag van zeshonderd zesendertig duizend negenhonderd zevenenvijftig euro (€ 636.957,00), welk laatstgemeld bedrag door partijen wordt aangemerkt als een verlaging van de overname som (wordt gezien als schenking) als bedoeld in artikel 35b en 35c van de Successiewet, zodat de overnamesom van het verkochte éénhonderd vijftig duizend euro (€ 150.000,00) bedraagt.

Voormelde bedragen blijken uit een door Accon/AVM, (mede) gevestigd te Veendam, opgemaakt opstelling bedrijfsoverdracht, welke opstelling in kopie aan deze akte zal worden gehecht (…).

(…)

De overnamesom van de onroerende zaak (…) (opm. rechtbank: de woning), bedraagt eenhonderd zeventien duizend euro € 117.000,00).

1. De comparanten verklaren vervolgens dat zij zijn overeengekomen om gemelde koopsommen (…) om te zetten in even zo grote schulden wegens geldlening.

(…)

2.5.

Moeder heeft op enig moment (een deel van) de overnamesom van de woning aan [gedaagde] geschonken/kwijtgescholden.

2.6.

Moeder is overleden op 12 augustus 2017. Zij heeft bij testament d.d. 19 december 2003 over haar nalatenschap beschikt. Hierin heeft zij, voor zover van belang, [gedaagde] tot haar enige erfgenaam benoemd en [eiser 1] en [eiser 2] (en hun afstammelingen) onterfd.

2.7.

[eiser 1] en [eiser 2] hebben op 2 c.q. 3 oktober 2017 verklaard een beroep op hun legitieme portie te doen.

2.8.

[gedaagde] heeft op 18 oktober 2017 een volmacht tot beneficiaire aanvaarding ondertekend. Op 7 augustus 2018 heeft zij een verklaring van aanvaarding onder het voorrecht van boedelbeschrijving ter griffie afgelegd.

2.9.

In een memo d.d. 8 februari 2018 heeft [naam] van Countus Accountants + Adviseurs (een door [gedaagde] ingeschakelde adviseur) een overzicht van de samenstelling van de nalatenschap van moeder opgenomen. Volgens dat overzicht is het saldo van de nalatenschap van moeder negatief (-/- € 69.140,00), en bedragen de legitieme porties van [eiser 1] en [eiser 2] (rekening houdende met schenkingen en een claim van [gedaagde] ex artikel 4:36 BW) nihil.

3 De vorderingen

4 De standpunten van partijen

5 De beoordeling

6 De beslissing