Home

Rechtbank Noord-Nederland, 05-03-2018, ECLI:NL:RBNNE:2018:750, 18/830154-17

Rechtbank Noord-Nederland, 05-03-2018, ECLI:NL:RBNNE:2018:750, 18/830154-17

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Datum uitspraak
5 maart 2018
Datum publicatie
7 maart 2018
ECLI
ECLI:NL:RBNNE:2018:750
Zaaknummer
18/830154-17

Inhoudsindicatie

De rechtbank Noord-Nederland, locatie Groningen, heeft een man veroordeeld tot een gevangenisstraf van 210 dagen waarvan 140 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren. Aan de voorwaardelijke straf zijn bijzondere voorwaarden gekoppeld.

Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van het opzettelijk voorhanden hebben van een grote hoeveelheid verdovende middelen, te weten een hoeveelheid van ongeveer 4000 xtc-pillen.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht

Locatie Groningen

parketnummer 18/830154-17

Vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 5 maart 2018 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1991 te [geboorteplaats] ,

wonende te [straatnaam] , [woonplaats] .

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 20 februari 2018.

Verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. S.A.S. Jansen, advocaat te Veenendaal.

Het openbaar ministerie is ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. P.M. van der Spek.

Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:

hij op of omstreeks 14 april 2017 te Groningen, gemeente Groningen, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk heeft verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, ongeveer 4000 XTC-pillen, in elk geval een hoeveelheid van een materiaal bevattende MDMA, zijnde MDMA een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet; art 2 ahf/ond C Opiumwet art 10 lid 3 Opiumwet.

Beoordeling van het bewijs

Bewezenverklaring

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Strafbaarheid van verdachte

Strafmotivering

Toepassing van wetsartikelen

Uitspraak

De rechtbank

een gevangenisstraf voor de duur van 210 dagen

een taakstraf voor de duur van 240 uren.