Home

Rechtbank Noord-Nederland, 15-03-2017, ECLI:NL:RBNNE:2017:917, 18/830048-16

Rechtbank Noord-Nederland, 15-03-2017, ECLI:NL:RBNNE:2017:917, 18/830048-16

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
Datum uitspraak
15 maart 2017
Datum publicatie
16 maart 2017
ECLI
ECLI:NL:RBNNE:2017:917
Zaaknummer
18/830048-16
Relevante informatie
Wetboek van Strafrecht [Tekst geldig vanaf 01-01-2023 tot 01-07-2023] art. 57, Wetboek van Strafrecht [Tekst geldig vanaf 01-01-2023 tot 01-07-2023] art. 326, Wetboek van Strafrecht [Tekst geldig vanaf 01-01-2023 tot 01-07-2023] art. 420

Inhoudsindicatie

Verdachte heeft zich, samen met een medeverdachte, schuldig gemaakt aan een zevental gevallen van Marktplaatsoplichting. Daarnaast heeft verdachte gelden, afkomstig van Marktplaatsoplichting, witgewassen door het misbruiken van zijn vaders bankrekening. Nu dat een aantal malen is gebeurd in een tijdsbestek van enkele maanden, kan worden gezegd dat verdachte hiervan een gewoonte heeft gemaakt. De rechtbank veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf van 6 maanden.

Uitspraak

RECHTBANK NOORD-NEDERLAND

Afdeling strafrecht

Locatie Groningen

Parketnummer 18/830048-16

ter terechtzitting gevoegd parketnummer 18/930152-16

vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, Noordelijke Fraudekamer, d.d. 15 maart 2017 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] 1990 te [geboorteplaats] ,

wonende te [straatnaam] , [woonplaats] .

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 17 mei 2016, 7 juli 2016 en 1 maart 2017.

De inhoudelijke behandeling van deze zaak heeft plaatsgevonden op 1 maart 2017. Verdachte is niet verschenen; wel is verschenen mr. J.B. Pieters, advocaat te Hoogeveen, die verklaard heeft uitdrukkelijk tot de verdediging te zijn gemachtigd.

Het openbaar ministerie werd ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. G. Wilbrink.

Tenlastelegging

Aan verdachte is, na nadere omschrijving van de tenlastelegging [opmerking rechtbank: uitgegaan is van de door de officier van justitie ter terechtzitting van 7 juli 2016 overgelegde en door de griffier gewaarmerkte versie van de nadere omschrijving], ten laste gelegd dat:

Parketnummer 18/830048-16:

1.

hij in of omstreeks de periode van 25 oktober 2015 tot en met 5 november 2015, te Groningen, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld een of meer persoon/personen, te weten [naam] en/of [naam] , heeft gedwongen tot de afgifte van een of meer bankpassen en/of (telkens) een hoeveelheid geld, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan die persoon/personen en/of [naam] en/of [naam] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld (onder meer) hierin bestond(en) dat verdachte en/of zijn medeverdachte(n)

- die [naam] en/of [naam] heeft/hebben geduwd en/of uitgescholden en/of

- hebben gedreigd om de honden van die [naam] en/of [naam] te doden of iets aan te doen, en/of (daarbij tevens)

- door hun houding en/of wijze van optreden jegens die persoon/personen en/of [naam] en/of [naam] bij die persoon/personen en/of die [naam] en/of [naam] de indruk heeft/hebben gewekt dat verdachte en/of zijn medeverdachte (ernstig) geweld zouden toepassen op die persoon/personen en/of die [naam] en/of [naam] , en/of haar/hun huisdieren, indien die persoon/personen en/of die [naam] en/of [naam] niet zoud(en) voldoen aan de wens(en) van verdachte en/of zijn medeverdachte;

art 317 lid 1 Wetboek van Strafrecht

art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht

2.

hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 25 oktober 2015 tot en met 5 november 2015 te Groningen, in het arrondissement Noord-Nederland, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen (telkens) door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door één of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels, hierna te noemen aangevers/gedupeerden, te weten:

a. a) [naam] (€ 214,50 voor kaarten voor de Foo Fighters, aangifte 370)

b) [naam] (€ 150 voor kaarten voor de Foo Fighters, aangifte 371)

c) [naam] / [naam] (€ 65 voor een Logitech G 25 Racestuur, aangifte 372)

d) [naam] (€ 106,75 voor een set Philips Hue led lampen, aangifte 373)

e) [naam] (€ 76,95 voor een Nijntje lamp, aangifte 374)

f) [naam] (€ 64 voor een Spacescooter, aangifte 375)

g) [naam] (€ 60 voor een Kobo Glo E-reader, aangifte 376)

h) [naam] (€ 70 voor een Apple I-pod Classic 80, aangifte 377)

i. i) [naam] (€ 180 voor kaartjes voor de Foo Fighters, aangifte 378)

j) [naam] (€ 80 voor een Nijntje lamp, aangifte 379)

k) [naam] (€ 125 voor een I-pod classic, aangifte 380)

l) [naam] (€ 95 voor een set Philips Hue led lampen, aangifte 381)

heeft/hebben bewogen tot de afgifte van bovengenoemde geldbedrag(en), in elk geval van enig goed, hebbende verdachte en/of zijn mededader(s) toen aldaar (telkens) met vorenomschreven oogmerk - zakelijk weergegeven - valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in strijd met de waarheid

- zich voorgedaan als aanbieder(s) en/of verkoper(s) van bovengenoemde concert-/festival-/evenementkaarten en/of goederen, op de internetsite Marktplaats.nl en/of

- gebruik gemaakt van de/een (valse) identiteit en of de bank- en/of girorekening(en)(nummers) van (zogenoemde "katvangers"), te weten:

a. a) [naam]

b) [naam]

- zich voorgedaan als bonafide verkoper(s) en/of

- de indruk gewekt dat hij/zij bovengenoemde concert-/festival-/evenementkaart(en) en/of goederen in het bezit had(den) en/of

- voornoemde aangevers/gedupeerde voorgehouden/beloofd dat hij/zij bovengenoemde concert-/festival-evenementkaart(en) en/of goederen zoud(en) leveren na betaling/overschrijving op de rekeningnummer(s) van bovengenoemde katvanger(s)

terwijl hij, verdachte en/of zijn mededader(s) niet in het bezit was/waren van voornoemde concert-/festival-/evenementkaarten en/of goederen, waardoor bovengenoemde aangever(s) (telkens) werd(en) bewogen tot bovenomschreven afgifte;

art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht

art 326 lid 1 Wetboek van Strafrecht.

Parketnummer 18/930152-16:

hij in of omstreeks de periode van 1 april 2015 tot en met 28 december 2015, te Assen, althans in Nederland, meermalen, een voorwerp, te weten

- een geldbedrag van 34 euro en/of

- een geldbedrag van 39 euro en/of

- een geldbedrag van 64 euro en/of

- een geldbedrag van 60 euro en/of

- een geldbedrag van 106 euro

heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft omgezet en/of van een voorwerp, te weten een geldbedrag, gebruik heeft gemaakt, terwijl hij (telkens) wist, dat die geldbedragen geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf, en dat hij van het plegen van dit feit een gewoonte heeft gemaakt;

art 420bis lid 1 ahf/ond b Wetboek van Strafrecht

art 420ter lid 1 Wetboek van Strafrecht

althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat

hij in of omstreeks de periode van 1 april 2015 tot en met 28 december 2015, te Assen, althans in Nederland, meermalen, een voorwerp, te weten

- een geldbedrag van 34 euro en/of

- een geldbedrag van 39 euro en/of

- een geldbedrag van 64 euro en/of

- een geldbedrag van 60 euro en/of

- een geldbedrag van 106 euro

heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft omgezet en/of van een voorwerpen, te weten een geldbedrag, gebruik heeft gemaakt, terwijl hij (telkens) redelijkerwijs moest vermoeden, dat die geldbedragen geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf;

art 420quatr lid 1 ahf/ond b Wetboek van Strafrecht.

Beoordeling van het bewijs

Bewezenverklaring

Strafbaarheid van het bewezen verklaarde

Strafbaarheid van verdachte

Strafmotivering

Benadeelde partijen

Toepassing van wetsartikelen

DE UITSPRAAK VAN DE RECHTBANK LUIDT:

een gevangenisstraf voor de duur van zes (6) maanden.