Home

Rechtbank Noord-Holland, 22-02-2023, ECLI:NL:RBNHO:2023:1649, 9930480

Rechtbank Noord-Holland, 22-02-2023, ECLI:NL:RBNHO:2023:1649, 9930480

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum uitspraak
22 februari 2023
Datum publicatie
4 april 2023
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2023:1649
Zaaknummer
9930480

Inhoudsindicatie

Luchtvaartzaak. De bemanning is als gevolg van buitengewone omstandigheden (voortdurende de-icing pogingen) uit de uren gelopen. Het was niet mogelijk om het toestel ijsvrij te houden.

Uitspraak

Handel, Kanton en Insolventie

locatie Haarlem

Zaaknr./rolnr.: 9930480 \ CV EXPL 22-3478

Uitspraakdatum: 22 februari 2023

Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:

de rechtspersoon naar buitenlands recht

AirHelp Germany GmbH

gevestigd te Berlijn (Duitsland)

eiseres

hierna te noemen: Airhelp

gemachtigde: mr. D.E. Lof

tegen

de rechtspersoon naar buitenlands recht

EasyJet Airline Company Limited

gevestigd te Luton (Verenigd Koninkrijk)

gedaagde

hierna te noemen: de vervoerder

gemachtigde: mr. Z.K. Elahi

1 Het procesverloop

1.1.

Airhelp heeft bij dagvaarding van 25 mei 2022 een vordering tegen de vervoerder ingesteld. De vervoerder heeft schriftelijk geantwoord.

1.2.

Airhelp heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna de vervoerder een schriftelijke reactie heeft gegeven. Ondanks daartoe in de gelegenheid te zijn gesteld heeft Airhelp niet meer gereageerd op de producties bij de schriftelijke reactie van de vervoerder.

2 De feiten

2.1.

[de passagier] (hierna: de passagier) heeft een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan de vervoerder hem diende te vervoeren van Amsterdam naar Londen Gatwick Airport (Verenigd Koninkrijk) met vlucht U2 8884 op 31 maart 2022, hierna: de vlucht.

2.2.

De vlucht is geannuleerd.

2.3.

De passagier heeft zijn (vermeende) vorderingsrecht aan Airhelp overgedragen.

2.4.

Airhelp heeft compensatie van de vervoerder gevorderd in verband met voornoemde annulering.

2.5.

De vervoerder heeft geweigerd tot betaling over te gaan.

3 De vordering en het verweer

3.1.

Airhelp vordert dat de vervoerder bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:- € 250,00, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 31 maart 2022 tot aan de dag der algehele voldoening; - de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente.

3.2.

Airhelp heeft aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). Airhelp stelt dat de vervoerder vanwege de vertraging van de vlucht gehouden is te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 250,00.

3.3.

De vervoerder betwist de vordering. Op zijn verweer wordt – voor zover relevant – bij de beoordeling van het geschil ingegaan.

4 De beoordeling

5 De beslissing