Rechtbank Noord-Holland, 26-04-2022, ECLI:NL:RBNHO:2022:3929, 7707038 \ CV EXPL 19-5145
Rechtbank Noord-Holland, 26-04-2022, ECLI:NL:RBNHO:2022:3929, 7707038 \ CV EXPL 19-5145
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Holland
- Datum uitspraak
- 26 april 2022
- Datum publicatie
- 12 mei 2022
- ECLI
- ECLI:NL:RBNHO:2022:3929
- Zaaknummer
- 7707038 \ CV EXPL 19-5145
Inhoudsindicatie
Luchtvaart. Beroep op doorwerking van buitengewone omstandigheden slaagt niet, onvoldoende onderbouwd. Werkzaamheden luchthaven Jyväskylä.
Uitspraak
Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 7707038 \ CV EXPL 19-5145
Uitspraakdatum: 26 april 2022
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
de stichting
Stichting Achmea Rechtsbijstand
statutair gevestigd te Tilburg
eiseres
hierna te noemen Achmea
gemachtigde mr. I.G.B. Maertzdorff en mr. M.J.R. Hannink (EUclaim B.V.)
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands recht
Finnair OYj
statutair gevestigd te Helsinki (Finland), mede kantoorhoudende te Schiphol
gedaagde
hierna te noemen de vervoerder
gemachtigde mr. W.O. Russell (Warendorf Adocaten)
1 Het procesverloop
Achmea heeft bij dagvaarding van 17 januari 2019 een vordering tegen de vervoerder ingesteld. De vervoerder heeft schriftelijk geantwoord.
Achmea heeft hierop schriftelijk gereageerd, waarna de vervoerder een schriftelijke reactie heeft gegeven.
2 De feiten
[betrokkene] (hierna: de passagier) heeft een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan de vervoerder de passagier diende te vervoeren van Jyväskylä Airport (Finland) via Helsinki-Vantaa Airport (Finland) naar Amsterdam-Schiphol Airport.
De passagier zou op 9 juni 2017 om 14:55 uur lokale tijd vanuit Jyväskylä Airport met vlucht AY201 vertrekken en om 15:40 uur lokale tijd aankomen op Helsinki-Vantaa Airport. Vanuit daar zou zij met vlucht AY845 om 16:15 uur lokale tijd verder vliegen naar Amsterdam-Schiphol Airport om daar om 17:45 uur lokale tijd aan te komen.
Vlucht AY201 van Jyväskylä Airport naar Helsinki-Vantaa Airport (hierna: de vlucht) is vertraagd uitgevoerd als gevolg waarvan de passagier haar aansluitende vlucht naar Nederland heeft gemist. De passagier is omgeboekt naar een andere vlucht en is hiermee drie uur en 44 minuten later dan oorspronkelijk gepland aangekomen op de overeengekomen eindbestemming.
EUclaim B.V. heeft namens de passagier compensatie van de vervoerder gevorderd in verband met voornoemde vertraging.
De vervoerder heeft geweigerd tot betaling over te gaan.
3 De vordering
Achmea vordert dat de vervoerder bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van:
- € 400,00, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 9 juni 2017, althans vanaf datum ingebrekestelling dan wel vanaf de datum van betekening van de dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
- € 90,75 dan wel € 72,60 aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met wettelijke rente;
- de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
Achmea heeft aan de vordering ten grondslag gelegd de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). Achmea stelt dat de vervoerder vanwege de vertraging van de vlucht gehouden is te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 400,00.