Home

Rechtbank Noord-Holland, 21-01-2022, ECLI:NL:RBNHO:2022:1833, 9546510 \ WM VERZ 21-1136

Rechtbank Noord-Holland, 21-01-2022, ECLI:NL:RBNHO:2022:1833, 9546510 \ WM VERZ 21-1136

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum uitspraak
21 januari 2022
Datum publicatie
4 maart 2022
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2022:1833
Zaaknummer
9546510 \ WM VERZ 21-1136

Inhoudsindicatie

Te hard rijden binnen de bebouwde kom. Locatie in de boete volgens gemachtigde summier, waardoor de boete niet individualiseerbaar is. Betrokkene is echter staande gehouden, waardoor de kantonrechter gevoeglijk aanneemt dat betrokkene zich dit nog wel kan herinneren. Ook is er bij staande houden gelegenheid geweest voor het geven van een eerste reactie.

Uitspraak

Handel, Kanton en Insolventie

locatie Haarlem

Zaaknummer : 9546510 \ WM VERZ 21-1136

CJIB-nummer : [nummer]

Uitspraakdatum : 21 januari 2022

Uitspraak op een beroep als bedoeld in artikel 9 van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV)

in de zaak van

naam : [betrokkene]

adres : [adres]

woonplaats : [postcode] [woonplaats] (hierna te noemen: betrokkene)

gemachtigde : mr. [gemachtigde] .

Het verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna te noemen: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

De zaak is behandeld op de zitting van 7 januari 2022. Op de zitting is de vertegenwoordiger van de officier van justitie verschenen. Namens gemachtigde is mr. [gemachtigde] verschenen. De kantonrechter heeft na de zitting uitspraak gedaan.

Overwegingen

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd, luidt – kort omschreven – als volgt: 25 km per uur harder rijden dan mag binnen de bebouwde kom.

Gemachtigde heeft ter zitting bevestigd dat betrokkene het niet eens is met de beslissing van de officier van justitie. Hierna zijn kort de door gemachtigde namens betrokkene aangevoerde gronden doorgenomen. In het beroepschrift is – kort weergegeven – aangevoerd:

 dat de beschikking onvoldoende individualiseerbaar is. In de aanduiding van de locatie staat enkel opgenomen “Spoorsingel”. Welke weg dit precies is en ter hoogte van welk hectometerpaaltje of perceelnummer de controle is gedaan blijkt niet uit het zaakoverzicht. Ook is er geen foto gemaakt. Betrokkene kan zich met de huidige stand van zaken niet voldoende verweren, en dit levert strijd op met het verdedigingsbeginsel.

De kantonrechter is van oordeel dat het verdedigingsbeginsel niet is geschonden. Betrokkene is in dit geval staande gehouden en heeft verklaard: “Ik moest snel mijn hond halen bij mijn ouders”. Hij heeft destijds aldus een eerste reactie kunnen geven. Nu er staande gehouden is, mag tevens aangenomen worden dat de verbalisant uitgelegd heeft wat er gebeurd is en waar. Uit het beroepschrift maakt de kantonrechter in ieder geval niet op dat de verbalisant tijdens het staande houden zich onthouden heeft van tekst en uitleg, en betrokkene hierdoor, in combinatie met de volgens gemachtigde ‘summiere locatie-aanduiding’ op de beschikking thans compleet in het duister tast over de toedracht van de opgelegde boete.

Voorts zijn er onvoldoende feiten en omstandigheden aangevoerd die aanleiding geven om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant. De boete is dus terecht opgelegd.

De kantonrechter ziet in hetgeen betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen.

Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.

De uitspraak

De kantonrechter:

‒ verklaart het beroep ongegrond.

Deze uitspraak is gedaan door mr. I. de Greef, kantonrechter, bijgestaan door de griffier, en in het openbaar uitgesproken.

De griffier De kantonrechter

Tegen deze uitspraak kan op grond van artikel 14 WAHV hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, binnen 6 weken na de hieronder vermelde dag van toezending. Hoger beroep is in beginsel alleen mogelijk als de boete in de uitspraak is bepaald op een bedrag van meer dan € 70,00. Het beroepschrift moet worden verzonden aan de afdeling Kanton van de rechtbank Noord-Holland, Postbus 251, 1800 BG Alkmaar. De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure in hoger beroep, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling van de zaak is verzocht. Het instellen van hoger beroep per e-mail is niet mogelijk.

Datum toezending: