Rechtbank Noord-Holland, 24-03-2021, ECLI:NL:RBNHO:2021:4123, 8681936
Rechtbank Noord-Holland, 24-03-2021, ECLI:NL:RBNHO:2021:4123, 8681936
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Holland
- Datum uitspraak
- 24 maart 2021
- Datum publicatie
- 14 juni 2021
- ECLI
- ECLI:NL:RBNHO:2021:4123
- Zaaknummer
- 8681936
Inhoudsindicatie
Huurrecht. Verzoek medehuurderschap. Geen duurzame gemeenschappelijke huishouding.
Uitspraak
Handel, Kanton en Insolventie
locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 8681936 \ CV EXPL 20-6439
Uitspraakdatum: 24 maart 2021
Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:
1 [eiser sub 1]
allen wonende te [woonplaats]
eisers
verder gezamenlijk te noemen: [eisers]
gemachtigde: mr. M. Boerwinkel
tegen
de stichting Stichting Ymere
gevestigd te Amsterdam
gedaagde
verder te noemen: Ymere
gemachtigde: mr. M. Stokvis
1 Het procesverloop
[eisers] hebben bij dagvaarding van 17 juli 2020 een vordering tegen Ymere ingesteld. Ymere heeft schriftelijk geantwoord.
Op 25 januari 2021 heeft een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. [eisers] en Ymere hebben gebruik gemaakt van pleitaantekeningen, die zijn overgelegd. Voorafgaand aan de zitting hebben [eisers] bij brief van 14 januari 2021 nog stukken toegezonden.
2 De feiten
Ymere is op 1 april 1966 een huurovereenkomst aangegaan met [eiser sub 2] en [eiser sub 3] (hierna: de ouders). [eiser sub 1] is hun zoon (hierna: [eiser sub 1] ). De huurovereenkomst heeft betrekking op de woning aan [adres] (hierna: de woning).
In oktober 2018 hebben [eisers] Ymere verzocht om er mee in te stemmen dat [eiser sub 1] medehuurder van de woning werd. Per brief d.d. 19 oktober 2018 heeft Ymere dit verzoek afgewezen. Per brief d.d. 30 juli 2019 heeft de gemachtigde van [eisers] Ymere aangeschreven en gemotiveerd aangegeven waarom de afwijzing niet terecht was en Ymere nogmaals verzocht om [eiser sub 1] medehuurder te maken van de woning. Per e-mail d.d. 6 augustus 2019 heeft Ymere dit verzoek afgewezen. Tussen de gemachtigde van [eisers] en Ymere is daarna nog gecommuniceerd over de situatie waarbij Ymere per e-mail d.d. 24 februari 2020 nogmaals heeft geweigerd mee te werken aan het verzoek tot medehuurderschap.
Blijkens een afschrift uit de basisadministratie woont [eiser sub 1] sinds 27 februari 2017 onafgebroken in de woning. Daarvoor heeft hij van 7 juni 1975 tot 2 september 2014 in de woning gewoond.