Home

Rechtbank Noord-Holland, 02-09-2020, ECLI:NL:RBNHO:2020:7092, 8224889

Rechtbank Noord-Holland, 02-09-2020, ECLI:NL:RBNHO:2020:7092, 8224889

Gegevens

Instantie
Rechtbank Noord-Holland
Datum uitspraak
2 september 2020
Datum publicatie
26 november 2020
ECLI
ECLI:NL:RBNHO:2020:7092
Zaaknummer
8224889

Inhoudsindicatie

aanneming van werk

Uitspraak

Handel, Kanton en Insolventie

locatie Haarlem

Zaaknr./rolnr.: 8224889 CV EXPL 19-19230

Uitspraakdatum: 2 september 2020

Vonnis van de kantonrechter in de zaak van:

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheidBouwbedrijf Leiden B.V.

gevestigd te Leiden

eiseres in conventieverweerster in reconventie

verder te noemen: BBL

gemachtigde: mr. M.B. van Munster

tegen

[gedaagde]

wonende te [woonplaats]

gedaagde in conventieeiser in reconventie

verder te noemen: [gedaagde]

gemachtigde: mr. R.L. Andriessen

1 Het procesverloop

1.1.

BBL heeft bij dagvaarding van 9 december 2019 een vordering tegen [gedaagde] ingesteld. [gedaagde] heeft schriftelijk geantwoord en daarbij een tegenvordering ingediend.

1.2.

Op 7 juli 2020 heeft een zitting plaatsgevonden. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat partijen ter toelichting van hun standpunten naar voren hebben gebracht. Voorafgaand aan de zitting hebben BBL bij brief, ontvangen op de griffie op 9 juni 2020 en [gedaagde] bij brief, ontvangen op de griffie op 1 juli 2020, nog stukken toegezonden. Ter zitting heeft BBL stukken overgelegd en heeft [gedaagde] schriftelijk zijn eis gewijzigd.

2 De feiten

2.1.

[gedaagde] heeft op 6 september 2018 aan BBL opdracht gegeven tot het verrichten van verbouwingswerkzaamheden aan zijn woning aan de [straatnaam] te [woonplaats] . Daartoe heeft BBL een offerte opgesteld, welke door partijen is besproken en waarbij, onder andere in e-mails, vragen zijn beantwoord. Op 3 september 2018 is de uiteindelijke offerte toegezonden, naar aanleiding waarvan per e-mail van 6 september 2018 door BBL nog een aantal vragen is beantwoord. Tevens is in die e-mail gewezen op de meegezonden algemene voorwaarden. [gedaagde] heeft diezelfde dag per e-mail akkoord gegeven op de offerte. De overeengekomen aanneemsom bedraagt € 110.990,85 inclusief btw.

2.2.

Op bladzijde 1 van de geaccordeerde offerte staat: ‘Op al onze werkzaamheden is de Algemene Voorwaarden voor Aanneming van werk 2013 (AVA 2103) van toepassing.(..)De betaling zal geschieden in termijnen, te weten:1e termijn bij 30% bij opdracht werkzaamheden2e termijn bij 30% bij voortgang werkzaamheden3e termijn bij 30% bij voortgang werkzaamheden4e termijn bij 10% voor oplevering werkzaamhedenWerkzaamheden niet opgenomenWerkzaamheden anders dan omschreven in deze offerte.(..)Geen binnen- en buitenschilderwerk opgenomen, anders dan genoemd.Elektra – loodgieter – en/of CV werkzaamheden, anders dan genoemd.

2.3.

[gedaagde] heeft de eerste en tweede termijnbetaling volledig voldaan.

2.4.

Bij e-mail van 22 november 2018 heeft BBL de factuur van de derde termijn (30% van de aanneemsom) ten bedrage van € 33.297,25 aan [gedaagde] gestuurd.

2.5.

Bij e-mail van 23 november 2018 heeft [gedaagde] daarop als volgt gereageerd: ‘Ik heb het zelf ook nog even nagerekend; ik zit er niet veel vanaf maar het is net iets minder. Zou je er naar willen kijken? Het bedrag is € 33.160,10 dat nog open staat.

2.6.

[gedaagde] heeft de 3e termijn deels voldaan, op een bedrag van € 8.297,25 na.

2.7.

Bij e-mail van 5 december 2018 heeft BBL een factuur voor de laatste (4e)termijn van 10% voor oplevering inclusief meer- en minderwerk gestuurd aan [gedaagde] . In de e-mail staat verder vermeld: ‘We gaan het einde naderen van de verbouwing. Ik heb de meer en minderwerk even op een rijtje gezet in de bijlage.Verschil met de vorige lijst is:Vuilcontainer extra (nummer 8)Deur babykamer omdraaienStucwerk in mindering gebracht.In de bijlage ook de laatste termijn van 10% voor oplevering inclusief meer en minderwerk conform bovenstaand overzicht.Voor de laatste termijn staat dan nog een bedrag van € 2308,14 open zie factuur.Je hebt van de vorige factuur 18010234 tot nu toe € 25.000,00 overgemaakt, graag ontvang ik nog het resterend bedrag á € 8297,25 inclusief btw nog voor vrijdag.Vrijdag kan [XX] dan nog komen om de laatste klusjes te komen doen.Hij gaf aan dat hij met jou besproken had dat je de deurtjes zelf zou boren en monteren, resterende deuren had hij al wel gemonteerd op koelkast en vaatwasser.Graag maak ik voor vrijdag ook een afspraak om de elektra op te leveren, hoe laat schikt het voor jou?’.

2.8.

Bij e-mail van 10 december 2018 heeft [gedaagde] hierop als volgt gereageerd:‘Hierbij nog de lijst met openstaande punten:* Hoekje in de slaapkamer bij het dak dichtmaken* Badkamer; sifon plaatsen en glazen pui douche lekt nog* Dak afmaken* Elektriciteitskast maken* Wc deur beneden raampjes dichten* Raampje wc maken* Kleuren tegelvoegsel badkamer en wc’s donker maken* Dimmers licht keuken omdraaien* Container legen* Troep buiten opruimen en bouwspullen (hout etc.) meenemen; muur voorkant huis schoonmaken * Raambeveiliging Axa staat voor 1104,58 euro in de offerte. Voor dat bedrag had ik volledig nieuwe sluiters verwacht en niet alleen een slotje.* Afzuigers wc en badkamer staat voor 449,74 euro in de offerte maar zal alleen het kapje zijn.’.

2.9.

Bij e-mail van 11 januari 2019 heeft BBL het volgende aan [gedaagde] bericht:‘Zoals gisteren telefonisch besproken pas ik de het btw tarief voor aanbrengen van de isolatie aan van 21% btw naar 6% btw. Het btw tarief is inderdaad van toepassing op de arbeid van het aanbrengen van isolatie en was in de hoofdbegroting niet meegenomen tijdens het calculatieproces. (..). Totaal bedraagt van het te verrekenen verschil € 222,00 btw voordeel.De voorgaande lijst van 10-12-2018 had [XX] nog die week afgerond.gisteren heeft [XX] de deuren aangepast en sloten vervangen en sluitbaar gemaakt.Ik begreep gisteren dat je nog een aantal punten hebt, graag ontvang ik die zodat we het project kunnen afronden.Graag maak ik nog een afspraak bij jullie om alles even door te lopen, begin volgende week heb ik tijd, ik hoor graag wat jullie schikt.’.

2.10.

Op 1 februari 2019 is [YY] (hierna: [YY] ), directeur BBL, langs geweest bij [gedaagde] . De schilder was daar ook bij. De bedoeling was het meer- en minderwerk en de afronding van de werkzaamheden te bespreken, maar het gesprek is op niets uitgelopen.

2.11.

Bij e-mail van 20 februari 2019 heeft BBL het volgende aan [gedaagde] bericht: ‘(..) Verder in de bijlage de begroting aangepast met verlaagd btw en aangevuld met meer en minderwerkzaamheden en bijgevoegd eindfactuur. (..)Op de mail van vorige week gestuurd van de administratie is geen reactie geweest van jullie, er staat nog steeds een groot bedrag open van het niet volledig betaald factuur van de 3e termijn.(..)De reden van onze afspraak was om meer en minderwerken door te spreken waarbij ik de aanpassingen zou toelichten, waaronder het doorgevoerde verlaagde btw bedrag wat overigens in de overeengekomen en ondertekende offerte stond.Ik ben nog steeds in de veronderstelling dat we met een goed gesprek het project voor beide partijen kunnen afronden, dit is in ieder geval wel mijn uitgangspunt en mijn vraag of dit voor jullie ook nog bespreekbaar is.Verder ben ik gebeld door [ZZ] , die willen morgen het kozijn plaatsen, gevraagd is of wij hier bij kunnen zijn om de platen weg te halen en een strook rubber neer te leggen.Uiteraardis dit mogelijk indien het nog openstaande bedrag van de 3e termijn wordt voldaan.(..)Verder heb ik de schilder gesproken, die wil de werkzaamheden verder ook afmaken, dit in goed overleg met hem, daar blijf ik dan verder buiten.Graag hoor ik jullie reactie omtrent bovenstaand.’.

2.12.

Bij brief van 5 maart 2019 heeft [gedaagde] – samengevat – op voormelde e-mail van BBL gereageerd, waarbij aangegeven is dat hij zeer ontevreden is over de gang van zaken. Het werk is niet afgerond, het meer/minderwerk is niet correct berekend, de btw-berekening was niet correct, het stuc- en schilderwerk vertoont gebreken, geen deadline is gehaald, er is schade door lekkage, het voegwerk is niet conform kleur en er is een aantal genoemde werkzaamheden niet verricht. Aan BBL wordt verzocht om de werkzaamheden in een strak tijdschema alsnog na te komen en BBL krijgt tot 11 maart 2019 om een planning aan te leveren. Bij gebreke waarvan BBL in verzuim verkeert en [gedaagde] zich vrij acht verdere maatregelen te nemen, waarbij wordt aangekondigd dat een deskundige zal worden ingeschakeld om de schade op te nemen, naar aanleiding waarvan schade zal worden gevorderd en de aannemingsovereenkomst zal worden ontbonden. Daarnaast zal een ander aannemingsbedrijf opdracht krijgen om de resterende werkzaamheden uit te voeren. Betaling van het nog openstaande bedrag van € 8.297,50 wordt opgeschort.

2.13.

Bij brief van 11 maart 2019 heeft BBL hierop gereageerd. Samengevat betwist zij de gestelde tekortkomingen en doet zij het voorstel een aantal werkzaamheden door BBL te verrichten ter afronding, alsmede een aantal door de schilder nog uit te voeren werkzaamheden, onder de voorwaarde dat [gedaagde] eerst het resterende deel van de derde termijn (€ 8.297,25 inclusief btw) voldoet.

2.14.

Bij brief van 31 maart 2019 heeft [gedaagde] op het voorstel gereageerd. Hij stelt –samengevat – dat de door BBL voorgestelde nog te verrichten werkzaamheden niet voldoen en somt een (niet-limitatief) aantal tekortkomingen van BBL op. Daarnaast stelt hij dat het schilderwerk is georganiseerd via BBL; de aanneming en betaling is via BBL gegaan. Het schilderwerk dient dus op rekening van BBL te komen. Hij betwist in schuldeisersverzuim te verkeren en dat de algemene voorwaarden (AVA 2013) hem ter hand zijn gesteld, zodat deze niet van toepassing zijn.

2.15.

Op 4 juni 2020 heeft [gedaagde] Bureau voor Bouwpathologie B.V. een onderzoek laten doen, waarvan de resultaten zijn neergelegd in een rapport d.d. 29 juni 2020.

3 De vordering

3.1.

BBL vordert dat de kantonrechter [gedaagde] veroordeelt tot betaling van € 8.523,17 inclusief btw, te vermeerderen met de wettelijke rente + 2% over € 8.297,25 vanaf 16 november 2018, over € 28,09 inclusief btw vanaf 15 februari 2019 en over € 197,83 inclusief btw vanaf 6 maart 2019 tot de dag van algehele voldoening. Daarnaast vordert BBL veroordeling van [gedaagde] tot betaling van de buitengerechtelijke kosten en van de proceskosten, de nakosten daaronder begrepen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na datum vonnis.

3.2.

Zij legt aan de vordering ten grondslag – kort weergegeven – dat met [gedaagde] een aanneemsom is overeengekomen, te betalen in 4 termijnen, waarbij [gedaagde] zijn betalingsverplichtingen uit hoofde van de tussen partijen gesloten overeenkomst niet is nagekomen. Hij heeft de derde termijnfactuur deels onbetaald gelaten en ook beide eindafrekeningen, d.d. 1 februari 2019 (€ 28,09) en 20 februari 2019 (€ 197,83), zijn ondanks aanmaningen niet voldaan.

4 Het verweer en de voorwaardelijke vordering in reconventie

5 De beoordeling

6 De beslissing