Rechtbank Noord-Holland, 10-04-2020, ECLI:NL:RBNHO:2020:2644, AWB - 20_87
Rechtbank Noord-Holland, 10-04-2020, ECLI:NL:RBNHO:2020:2644, AWB - 20_87
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Holland
- Datum uitspraak
- 10 april 2020
- Datum publicatie
- 24 november 2020
- ECLI
- ECLI:NL:RBNHO:2020:2644
- Zaaknummer
- AWB - 20_87
Inhoudsindicatie
Kennelijk niet-ontvankelijk beroep.
Uitspraak
Zittingsplaats Haarlem
Bestuursrecht
zaaknummer: HAA 20/87
(gestelde gemachtigde: [A] ).
en
Procesverloop
Eiseres heeft bij brief van 5 november 2019 tegen een uitspraak op bezwaar van verweerder inzake een naheffingsaanslag omzetbelasting een bezwaarschrift ingediend bij verweerder.
Verweerder heeft deze brief aangemerkt als beroepschrift en bij brief van 27 november 2019 op grond van artikel 6:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) ter verdere behandeling aan de rechtbank doorgezonden.
Overwegingen
1. De rechtbank doet op grond van artikel 8:54 van de Awb uitspraak zonder zitting.
2. Iemand die beroep instelt, moet op grond van artikel 6:5, tweede lid, van de Awb bij het beroepschrift zo mogelijk een kopie van het bestreden besluit bijvoegen. Als dat niet gebeurt, kan de rechtbank na een herstelmogelijkheid het beroep op grond van artikel 6:6 van de Awb niet-ontvankelijk verklaren.
3. Eiseres heeft geen kopie van het bestreden besluit overgelegd bij het beroepschrift. De rechtbank heeft eiseres bij aangetekende brief van 9 januari 2020 verzocht om binnen vier weken dit verzuim te herstellen. Nader ingesteld onderzoek in het Track & Trace-systeem van PostNL heeft uitgewezen dat deze brief op 10 januari 2020 is bezorgd.
4. Voorts is eiseres, gelet op het bepaalde in artikel 8:24, tweede lid, van de Awb in samenhang met artikel 6:6 van de Awb, ook in verzuim is geweest binnen de gestelde termijn een schriftelijke machtiging op naam van de gestelde gemachtigde, een uittreksel uit het handelsregister en een kopie van de statuten over te leggen. Bij de onder 3 genoemde aangetekende brief is eiseres gewezen op deze verzuimen en is zij verzocht om deze uiterlijk binnen vier weken na datum van verzending te herstellen. Hierbij is vermeld dat, indien eiseres niet aan dit verzoek voldoet, het beroep niet-ontvankelijk kan worden verklaard. Eiseres heeft bij brief van 12 februari 2020 verzocht om uitstel voor het indienen van de verzuimen. Omdat eiseres dit verzoek niet heeft gemotiveerd én zij dit verzoek niet tijdig heeft gedaan, heeft de rechtbank het verzoek afgewezen.
5. Bij brief van 21 februari 2020 heeft eiseres, buiten de gestelde termijn, gereageerd. Een bestreden besluit, een uittreksel uit het handelsregister en een kopie van de statuten heeft eiseres niet overgelegd.
6. Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk.
7. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.C. van As, rechter, in aanwezigheid van A.C. Karels, griffier. Deze uitspraak is gedaan op 10 april 2020. Als gevolg van de maatregelen rondom het coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak alsnog in het openbaar uitgesproken.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op: