Rechtbank Noord-Holland, 23-05-2018, ECLI:NL:RBNHO:2018:4183, 5918807
Rechtbank Noord-Holland, 23-05-2018, ECLI:NL:RBNHO:2018:4183, 5918807
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Noord-Holland
- Datum uitspraak
- 23 mei 2018
- Datum publicatie
- 31 mei 2018
- ECLI
- ECLI:NL:RBNHO:2018:4183
- Zaaknummer
- 5918807
Inhoudsindicatie
Luchtvaartzaak. Beroep op buitengewone omstandigheden, bestaande uit door het luchtverkeersbeheer ingestelde ‘slot restrictions’, weersomstandigheden op de luchthaven London Gatwick en blikseminslag op het toestel dat de onderhavige vlucht zou uitvoeren, onvoldoende onderbouwd.
Uitspraak
Afdeling Privaatrecht
Sectie Kanton – locatie Haarlem
Zaaknr./rolnr.: 5918807 \ CV EXPL 17-3886
Uitspraakdatum: 23 mei 2018
Beschikking in de zaak van:
[de passagier] ,
wonende te [woonplaats]
verzoekende partij
verder te noemen: de passagier
gemachtigde: mr. J.M. Poortvliet
tegen
EasyJet Airline Company Limited,
gevestigd te Luton (Verenigd Koninkrijk)
verwerende partij
verder te noemen: Easyjet
gemachtigde: mr. J.W.A. Lameijer
1 Het procesverloop
Dit verloop blijkt uit:
- -
-
het vorderingsformulier (formulier A), ingekomen ter griffie op 20 april 2017;
- -
-
het antwoordformulier (formulier C), ingekomen ter griffie op 29 augustus 2017;
2 De feiten
De passagier heeft met Easyjet een vervoersovereenkomst gesloten op grond waarvan Easyjet de passagier diende te vervoeren van Amsterdam Schiphol Airport naar London Gatwick Airport op 7 juni 2016, hierna: de vlucht.
De vlucht heeft meer dan drie uur vertraging opgelopen.
De passagier heeft compensatie van Easyjet gevorderd in verband met voornoemde vertraging.
Easyjet heeft geweigerd tot betaling over te gaan.
3 Het verzoek en het verweer
De passagier verzoekt Easyjet te veroordelen tot betaling van:
- € 250,00, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 7 juni 2016 tot aan de dag der algehele voldoening; - € 44,77 aan buitengerechtelijke incassokosten;- de proceskosten.
De passagier baseert haar vordering op de Verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van de verordening (EEG) nr. 295/91 (hierna: de Verordening) en de daarop betrekking hebbende rechtspraak van het Europese Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: het Hof). De passagier stelt dat Easyjet vanwege de vertraging van de vlucht gehouden is haar te compenseren conform artikel 7 van de Verordening tot een bedrag van € 250,00. Daarnaast maakt de passagier aanspraak op betaling door Easyjet van de buitengerechtelijke kosten en de wettelijke rente.