Home

Rechtbank Midden-Nederland, 03-02-2023, ECLI:NL:RBMNE:2023:379, UTR 21/904

Rechtbank Midden-Nederland, 03-02-2023, ECLI:NL:RBMNE:2023:379, UTR 21/904

Gegevens

Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Datum uitspraak
3 februari 2023
Datum publicatie
16 maart 2023
ECLI
ECLI:NL:RBMNE:2023:379
Zaaknummer
UTR 21/904

Inhoudsindicatie

Beroep gegrond. Eiser kan zich (duurzaam, dus zonder te verwachten verbetering) niet uit eigen beweging uiten, zodat hij niet kan communiceren in de zin van het Compendium. T.o. uitgegaan van basale werknemersvaardigheden. Recht op Wajong.

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht

Bestuursrecht

zaaknummer: UTR 21/904

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 3 februari 2023 op het beroep in de zaak tussen

[eiser] , uit [woonplaats] (eiser)

(gemachtigde: mr. E. van den Bogaard),

en

de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv).

(gemachtigde: mr. E.F. de Roy van Zuydewijn)

Inleiding

1.1

Eiser is op [geboortedatum] 2015 achttien jaar oud geworden. Op 7 januari 2020 heeft hij een uitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong) aangevraagd. Om in aanmerking te komen voor een Wajonguitkering moet vast komen staan dat eiser op zijn achttiende verjaardag duurzaam geen arbeidsvermogen heeft. Daarvan is sprake als hij duurzaam:

  1. geen taak kan uitvoeren in een arbeidsorganisatie, of;

  2. niet over basale werknemersvaardigheden beschikt, of;

  3. niet aaneengesloten kan werken gedurende ten minste een periode van een uur; of

  4. niet ten minste vier uur per dag belastbaar is, tenzij hij niet ten minste twee uur per dag belastbaar is en ook niet in staat is per uur ten minste een bedrag te verdienen dat gelijk is aan het minimumloon per uur.

Deze criteria worden beoordeeld door een verzekeringsarts. De criteria onder a. en b. worden ook beoordeeld door een arbeidsdeskundige.

1.2

Een verzekeringsarts en arbeidsdeskundige van het Uwv hebben onderzoek gedaan naar de medische situatie van eiser. Volgens hen voldeed eiser op zijn achttiende verjaardag aan geen van de vier criteria, zodat ervan uit moet worden gegaan dat hij arbeidsvermogen heeft. In het besluit van 6 maart 2020 (het primaire besluit) heeft het Uwv eisers aanvraag daarom afgewezen.

1.3

Eiser heeft bezwaar gemaakt. Een verzekeringsarts bezwaar en beroep en een arbeidsdeskundige bezwaar en beroep hebben heronderzoek gedaan. Zij bevestigen de conclusie van de eerste verzekeringsarts en arbeidsdeskundige. In het besluit van 20 januari 2021 (het bestreden besluit) heeft het Uwv het bezwaar van eiser daarom ongegrond verklaard en de afwijzing in stand gelaten.

1.4

Eiser heeft beroep ingesteld, en zijn beroep onderbouwd met een brief van zijn logopediste van 10 juli 2021. Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend, en een aanvullend rapport van zijn verzekeringsarts bezwaar en beroep van 16 juli 2021.

1.5

Het beroep is op 23 juli 2021 bij de rechtbank behandeld op een digitale zitting via Skype. Eiser is samen met zijn moeder verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. Het Uwv heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Op de zitting heeft de rechtbank de stukken die door eiser vlak voor de zitting, namelijk op 21 juli 2021 zijn ingediend (te weten: een pleitnota, een verklaring van eisers ouders, en algemene informatie over dysfatie) geweigerd wegens strijd met de goede procesorde. Na afloop van de zitting heeft de rechtbank het onderzoek in de zaak geschorst en het Uwv gevraagd om een aanvullende beoordeling over de vraag of, en zo ja waarom er bij eiser sprake zou zijn van basale werknemersvaardigheden (criterium b).

1.6

Hierop heeft het Uwv aanvullende rapporten van zijn arbeidsdeskundige bezwaar en beroep van 12 augustus 2021 en van zijn verzekeringsarts bezwaar en beroep van 27 augustus 2021 toegestuurd. Eiser heeft bij brief van 12 november 2021 gereageerd en een brief van zijn logopediste van 31 oktober 2021 en e-mailverkeer over zijn schoolverloop meegestuurd. Ook heeft eiser de op de zitting geweigerde pleitnotitie en verklaring van zijn ouders, nogmaals ingediend. De rechtbank heeft de verklaring van eisers ouders alsnog toegevoegd aan het dossier, maar de pleitnotitie aan eiser geretourneerd wegens strijd met de goede procesorde.

1.7

In februari 2022 heeft de griffier van de rechtbank partijen telefonisch laten weten dat de rechtbank zich wil laten voorlichten over de zaak en daarvoor op zoek is naar een geschikte onafhankelijke deskundige. Bij brief van 23 juni 2022 heeft de rechtbank partijen laten weten voornemens te zijn om oudkinderneuroloog en psychiater dr. C. Nijiokiktjien aan te stellen als deskundige. Hierbij zijn partijen in de gelegenheid gesteld om op de keuze voor deze deskundige en op de vraagstelling aan de deskundige te reageren. Het Uwv heeft niet gereageerd. Eiser heeft gereageerd op de vraagstelling. Naar aanleiding hiervan heeft de rechtbank de vraagstelling op een aantal punten heeft aangepast. Op 9 augustus 2022 heeft de rechtbank dr. Nijiokiktjien aangesteld als deskundige.

1.8

Op 6 september 2022 heeft dr. Nijiokiktjien zijn deskundigenrapport uitgebracht. Eiser heeft bij brief van 6 oktober 2022 gereageerd. Het Uwv heeft gereageerd met een aanvullend rapport van zijn arbeidsdeskundige bezwaar en beroep van 2 november 2022. Hierop heeft eiser bij brief van 25 november 2022 gereageerd en een aanvullende verklaring van zijn moeder meegestuurd.

1.9

Met toestemming van partijen heeft de rechtbank het onderzoek in de zaak vervolgens op 11 januari 2023 gesloten.

Overwegingen

Beslissing

Bent u het niet eens met deze uitspraak?