Rechtbank Midden-Nederland, 19-04-2022, ECLI:NL:RBMNE:2022:1509, 16-338816-21
Rechtbank Midden-Nederland, 19-04-2022, ECLI:NL:RBMNE:2022:1509, 16-338816-21
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Midden-Nederland
- Datum uitspraak
- 19 april 2022
- Datum publicatie
- 30 mei 2022
- ECLI
- ECLI:NL:RBMNE:2022:1509
- Zaaknummer
- 16-338816-21
Inhoudsindicatie
Veroordeling voor het dealen en het bezit van cocaïne, heroïne en hasj.
Uitspraak
Strafrecht
Zittingsplaats Utrecht
Parketnummer: 16.338816.21 (P)
Vonnis van de meervoudige kamer van 19 april 2022
in de strafzaak tegen
[verdachte] ,
geboren op [geboortedatum] 2002 te [geboorteplaats] ,ingeschreven in de Basisregistratie personen op het adres
[adres] , [woonplaats] .
1 ONDERZOEK TER TERECHTZITTING
Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 5 april 2022.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. T.M. van Wanrooij en van hetgeen verdachte en zijn raadsman, mr. S.J.F. van Merm, advocaat te Maastricht, naar voren hebben gebracht.
2 TENLASTELEGGING
De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:
feit 1: in de periode van 21 juli 2021 tot en met 17 december 2021 te Amersfoort cocaïne heeft gedeald;
feit 2: op 17 december 2021 te Amersfoort opzettelijk ongeveer 72,62 gram heroïne en ongeveer 5,29 gram cocaïne aanwezig heeft gehad;
feit 3: in de periode van 21 juli 2021 tot en met 17 december 2021 te Amersfoort meer dan 30 gram hasjiesj heeft gedeald;
feit 4: op 17 december 2021 te Amersfoort opzettelijk ongeveer 195,61 gram hasjiesj aanwezig heeft gehad.
3 VOORVRAGEN
De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.