Rechtbank Midden-Nederland, 31-03-2022, ECLI:NL:RBMNE:2022:1214, 21/2238
Rechtbank Midden-Nederland, 31-03-2022, ECLI:NL:RBMNE:2022:1214, 21/2238
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Midden-Nederland
- Datum uitspraak
- 31 maart 2022
- Datum publicatie
- 15 april 2022
- Annotator
- ECLI
- ECLI:NL:RBMNE:2022:1214
- Zaaknummer
- 21/2238
Inhoudsindicatie
Bezwaar tegen ontheffing Wnb-vergunning voor afschot knobbelzwanen en legselreductiemaatregelen is door verweerder ten onrechte niet-ontvankelijk verklaard. Eiseres is belanghebbende bij de verleende ontheffing. Verder oordeelt de rechtbank dat verweerder niet in redelijkheid van zijn bevoegdheid gebruik heeft mogen maken om het bezwaar niet-ontvankelijk te verklaren vanwege het te laat indienen van de bezwaargronden.
Uitspraak
RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND
Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 21/2238
Stichting Dierenradar, uit Krimpenerwaard, eiseres
en
het college van gedeputeerde staten van de provincie Utrecht, verweerder
(gemachtigde: mr. M.C. de Smidt en mr. V.A.C. de Gier)
Als derde-partij heeft aan het geding deelgenomen: Faunabeheereenheid Utrecht, gevestigd te Renswoude(gemachtigde: J. Nuissl ).
Inleiding
Met het besluit van 13 augustus 2020 heeft verweerder aan de faunabeheereenheid op grond van de Wet natuurbescherming ontheffing verleend om knobbelzwanen in de provincie Utrecht te mogen doden met het geweer en voor het onklaar maken van de eieren van knobbelzwanen (legselreductiemaatregelen). Met het besluit van 31 augustus 2020 heeft verweerder dit besluit ingetrokken en de ontheffing opnieuw verleend, met gewijzigde en aanvullende voorschriften.
Eiseres heeft tegen de verleende ontheffing bezwaar gemaakt bij verweerder en daarnaast heeft zij de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. Dit verzoek en het verzoek van andere stichtingen hebben geleid tot de uitspraak van de voorzieningenrechter van deze rechtbank van 30 november 20201. De voorzieningenrechter heeft het besluit van 31 augustus 2020 geschorst.
Met de beslissing op bezwaar van 30 maart 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiseres niet-ontvankelijk verklaard. Zij is het hier niet mee eens en heeft daartegen beroep ingesteld.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft het beroep, samen met het beroep in zaaknummer 21/2200, op 27 januari 2022 op zitting behandeld. Namens eiseres is haar bestuurder mr. [A] verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigden en mr. [B] . Namens de faunabeheereenheid zijn J. Nuissl en [C] verschenen.