Home

Rechtbank Midden-Nederland, 01-12-2021, ECLI:NL:RBMNE:2021:6003, 9008206 UC EXPL 21-1020

Rechtbank Midden-Nederland, 01-12-2021, ECLI:NL:RBMNE:2021:6003, 9008206 UC EXPL 21-1020

Gegevens

Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Datum uitspraak
1 december 2021
Datum publicatie
23 december 2021
ECLI
ECLI:NL:RBMNE:2021:6003
Zaaknummer
9008206 UC EXPL 21-1020

Inhoudsindicatie

Verstekvonnis; verboden onderverhuur woning; verhuurder dagvaardt huurder en onderhuurder; vordering tot ontbinding hoofd- en onderhuurovereenkomst en ontruiming; tweede contractuele hoofdhuurder niet in rechte betrokken; huurachterstand en schadeverg.

Uitspraak

Civiel recht

kantonrechter

locatie Utrecht

zaaknummer: 9008206 UC EXPL 21-1020 aw/1370

Verstekvonnis van 1 december 2021

inzake

de stichting

Patrimonium Woonservice,

gevestigd te Veenendaal,

eisende partij,

gemachtigde: DigiDeur,

tegen:

1 [gedaagde sub 1] ,

wonende te [woonplaats 1] ,

verder ook te noemen: [gedaagde sub 1] ,

2. [gedaagde sub 2],

wonende te [woonplaats 1] ,

verder ook te noemen: [gedaagde sub 2] ,

3. [gedaagde sub 3],

wonende te [woonplaats 2] , Verenigde Koninkrijk,

gedaagde partijen,

allen niet verschenen.

1 De procedure

Hoe de procedure is verlopen, blijkt uit het volgende:

- de dagvaarding met producties is op 29 januari 2021 bij [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] bezorgd,

- [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] hebben niet (tijdig) op de dagvaarding gereageerd en zij hebben ook geen uitstel gevraagd. Tegen hen is verstek verleend,

- bij tussenvonnis van 10 maart 2021 heeft de kantonrechter Patrimonium verzocht bij akte toe te lichten of [A] , die naast [gedaagde sub 1] in de overgelegde huurovereenkomst als huurder wordt vermeld, als huurder moet worden aangemerkt en zo ja op welke grondslag,

- vervolgens heeft Patrimonium bij akte verzocht om haar in de gelegenheid te stellen op grond van artikel 56 Rv [A] in de procedure op te roepen,

- bij tussenvonnis van 23 juni 2021 heeft de kantonrechter aan Patrimonium de gelegenheid geboden om [A] tegen de rolzitting van 1 september 2021 op te roepen,

- bij exploot van 16 juli 2021 heeft Patrimonium [gedaagde sub 3] , wonende te [woonplaats 2] , Verenigd Koninkrijk, opgeroepen om te verschijnen op de rolzitting van 1 september 2021,

- bij akte van 16 juli 2021 heeft Patrimonium haar vordering gewijzigd (niet vermeerderd),

- [gedaagde sub 3] heeft niet (tijdig) op de dagvaarding geantwoord en zij heeft ook geen uitstel gevraagd. Tegen haar is verstek verleend,

- vervolgens heeft de kantonrechter bepaald dat vonnis zal worden gewezen.

2 De vorderingen van Patrimonium

2.1.

Patrimonium vordert dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:

a. a) de huurovereenkomst voor de woning aan [adres] in [plaatsnaam] zal ontbinden, wegens een door [gedaagde sub 1] gepleegde toerekenbare tekortkoming en – naar de kantonrechter begrijpt – [gedaagde sub 1] te veroordelen de woning te ontruimen;

b) de onderhuurovereenkomst tussen [gedaagde sub 1] en [gedaagde sub 2] zal ontbinden en [gedaagde sub 2] zal veroordelen de woning te ontruimen;

c) [gedaagde sub 1] zal veroordelen om aan haar te betalen de achterstallige huur berekend tot 1 februari 2021 van € 2.555,44, de wettelijke rente berekend tot 20 januari 2021 van € 20,50, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 20 januari 2021 en met € 329,93 aan buitengerechtelijke incassokosten;

d) [gedaagde sub 1] zal veroordelen om aan haar € 665,21 per maand te betalen aan schadevergoeding, voor de periode vanaf 1 februari 2021 tot de ontbinding en € 665,21 per maand voor de periode tussen de ontbinding en de ontruiming;

e) [gedaagde sub 1] zal veroordelen om aan haar te betalen een bedrag gelijk aan het bedrag dat [gedaagde sub 1] van [gedaagde sub 2] heeft ontvangen en nog zal ontvangen voor de ongeoorloofde onderhuur;

f) [gedaagde sub 1] zal veroordelen om aan haar te betalen € 2.500,00 aan boete wegens ongeoorloofde onderverhuur;

g) [gedaagde sub 1] zal veroordelen in de proceskosten.

2.2.

Patrimonium legt aan haar vorderingen ten grondslag dat zij met [gedaagde sub 1] een huurovereenkomst heeft gesloten voor de woning aan [adres] in [plaatsnaam] . Zij heeft medio januari 2021 geconstateerd dat [gedaagde sub 1] de woning zonder haar toestemming onderverhuurt aan [gedaagde sub 2] . Dit is in strijd met de algemene huurvoorwaarden. Ook heeft [gedaagde sub 1] een huurachterstand laten ontstaan. Die tekortkomingen in de nakoming van de huurovereenkomsten geeft Patrimonium het recht de huurovereenkomst te ontbinden. Volgens artikel 7.6 van de algemene bepalingen moet [gedaagde sub 1] alle uit de onderverhuur ontvangen inkomsten afdragen aan Patrimonium en is hij een boete verschuldigd van € 2.500,00.

3 De beoordeling

4 De beslissing