Rechtbank Midden-Nederland, 25-08-2021, ECLI:NL:RBMNE:2021:5061, UTR 21/2659
Rechtbank Midden-Nederland, 25-08-2021, ECLI:NL:RBMNE:2021:5061, UTR 21/2659
Gegevens
- Instantie
- Rechtbank Midden-Nederland
- Datum uitspraak
- 25 augustus 2021
- Datum publicatie
- 19 juli 2022
- ECLI
- ECLI:NL:RBMNE:2021:5061
- Zaaknummer
- UTR 21/2659
Inhoudsindicatie
8:54; geen besluit awb; geen sprake is van verandering in de rechten van eiser, verplichtingen of bevoegdheden of in die van iemand anders; eiser is voorzien van informatie met betrekking tot de door eiser gestelde vragen.
Uitspraak
Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: UTR 21/2659
en
(gemachtigde: S. van Anrooij).
Procesverloop
Deze uitspraak gaat over het beroep van eiser tegen het besluit van verweerder van 6 mei 2021.
Overwegingen
1. De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat in deze zaak niet nodig is. Hieronder legt de rechtbank dat verder uit.
2. Eiser heeft op 5 februari 2021 een bezwaarschrift ingediend tegen de brief van 28 december 2020. Volgens verweerder was deze brief geen besluit waar bezwaar tegen kon worden gemaakt. Verweerder heeft het bezwaar om die reden niet-ontvankelijk verklaard.
3. De rechtbank moet de vraag beantwoorden of verweerder terecht heeft besloten dat de brief van 28 december 2020 geen besluit is waar eiser bezwaar tegen kon maken. Volgens de wet is er sprake van een ‘besluit’ als er een schriftelijke beslissing is van een bestuursorgaan die een publiekrechtelijke rechtshandeling inhoudt. Dit betekent dat er door het besluit iets moet veranderen in iemands rechten, verplichtingen of bevoegdheden. Dit staat in artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
4. In dit geval heeft verweerder in de brief van 28 december 2020 vragen beantwoord, die eiser heeft gesteld aan verweerder. De vragen hebben onder meer betrekking op de ruiming van de woning van eiser, op de bevoegdheden van de gemeenteraad en op de mogelijkheid van inzage in raadswerk. In de brief beantwoordt verweerder deze door eiser gestelde vragen. De beantwoording wordt niet aangemerkt als besluit in de zin van de Awb, nu er geen sprake is van verandering in de rechten van eiser, verplichtingen of bevoegdheden of in die van iemand anders. In die brief heeft verweerder eiser voorzien van informatie met betrekking tot de door eiser gestelde vragen.
5. Het standpunt van verweerder dat er geen sprake is van een besluit waar eiser bezwaar tegen kon maken is naar het oordeel van de rechtbank juist. Verweerder heeft het bezwaar daarom terecht niet-ontvankelijk verklaard. Wat eiser heeft geschreven aan de rechtbank is geen reden om hier anders over te denken. Het besluit van verweerder is juist en het beroep is kennelijk ongegrond (artikel 8:54 Awb).
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
Beslissing
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. L.M. Reijnierse, rechter, in aanwezigheid van
N. Dayerizadeh, griffier. De beslissing is uitgesproken op 25 augustus 2021 en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.
De griffier is verhinderd de uitspraak te ondertekenen
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op: