Home

Rechtbank Midden-Nederland, 19-08-2021, ECLI:NL:RBMNE:2021:3997, 16.264502.19 (P)

Rechtbank Midden-Nederland, 19-08-2021, ECLI:NL:RBMNE:2021:3997, 16.264502.19 (P)

Gegevens

Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Datum uitspraak
19 augustus 2021
Datum publicatie
24 augustus 2021
ECLI
ECLI:NL:RBMNE:2021:3997
Zaaknummer
16.264502.19 (P)

Inhoudsindicatie

Verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan schuldheling, heeft geholpen bij een inbraak die door anderen is gepleegd en heeft een moker verduisterd.

Uitspraak

Strafrecht

Zittingsplaats Utrecht

Parketnummer: 16.264502.19 (P)

Vonnis van de meervoudige kamer van 19 augustus 2021

in de strafzaak tegen

[verdachte] ,

geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,

wonende aan de [adres] te [woonplaats 1] .

1 ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

De rechtszaak tegen verdachte heeft in het openbaar plaatsgevonden op de zittingen van 16 april 2020 en 13 juli 2021. Op 13 juli is de zaak inhoudelijk behandeld. Verdachte was bij de inhoudelijke behandeling aanwezig, waardoor juridisch gezien sprake is van een vonnis op tegenspraak. Het onderzoek is op de zitting van 5 augustus 2021 gesloten.

De rechtbank heeft tijdens de zitting gesproken met en geluisterd naar de standpunten van verdachte, zijn advocaat mr. S.J.M. Laurier en de officier van justitie mr. J.R.F. Esbir Wildeman.

2 TENLASTELEGGING

De officier van justitie verdenkt verdachte ervan dat hij betrokken is geweest bij meerdere strafbare feiten. Deze verdenkingen staan beschreven in de tenlastelegging, die als bijlage is opgenomen in dit vonnis.

Kort gezegd verdenkt de officier van justitie verdachte ervan dat hij:

  1. op 26 september 2019 in [plaats] samen met anderen fietsen in bezit heeft gehad, terwijl hij wist of moest weten dat die fietsen van een misdrijf afkomstig waren;

  2. op 2 november 2019 in [plaats] samen met anderen heeft ingebroken aan de [adres] , waarbij een kluis, sieraden, munten, een houten kistje en een kliko zijn weggenomen (primair), dan wel dat hij op die datum en in die plaats heeft geholpen bij genoemde inbraak (subsidiair), dan wel dat hij op die datum en in die plaats samen met anderen voornoemde goederen in bezit heeft gehad, terwijl hij wist of moest weten dat die goederen van een misdrijf afkomstig waren (meer subsidiair);

  3. tussen 2 en 6 november 2019 in [plaats] een moker heeft verduisterd;

  4. in de periode van 24 februari 2019 en 4 november 2019 in [plaats] samen met anderen een criminele organisatie heeft gevormd, die het plegen van woninginbraken en andere vermogensdelicten tot doel had.

3 INLEIDING 1

Al vanaf eind 2018 vinden in de gemeente [plaats] verschillende incidenten plaats. De politie vermoedde dat de jeugdige ‘ [bijnaam] ’ daarvoor verantwoordelijk was. De politie kreeg meerdere meldingen over afpersingen en geweldshandelingen door deze groep. De groep zou voor veel overlast zorgen in de horeca en op verschillende scholen in (voornamelijk) [plaats] . In de meldingen wordt [medeverdachte 1] genoemd als leider van de groep. Ook de namen van [medeverdachte 2] en [medeverdachte 3] worden in meldingen genoemd.

De politie besluit daarop in oktober 2019 het onderzoek ‘ [bijnaam] ’ te starten. Het onderzoek richtte zich op dat moment op de afpersingen die [medeverdachte 1] (met anderen) mogelijk gepleegd zou hebben. De politie heeft toen, na bevel daartoe van de rechter-commissaris, de telefoonnummers van [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] afgeluisterd. Uit de tapgesprekken bleek volgens de politie dat [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] zich bezighielden met woninginbraken met (onder andere) de volgende personen: [medeverdachte 4] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 5] en [verdachte] . Later werd ook [medeverdachte 6] door de politie als één van de daders van de woninginbraken geïdentificeerd en als verdachte aangemerkt. Binnen twee weken luisterde de politie met meerdere gesprekken mee die over inbraken leken te gaan. De politie verbond de verdachten op grond van die tapgesprekken aan in ieder geval acht inbraken of pogingen daartoe. Door de hoeveelheid inbraken in een korte tijd, besloot het openbaar ministerie tot aanhouding van verdachten [medeverdachte 1] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 4] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 5] en [verdachte] . Later werd ook [medeverdachte 6] aangehouden.2

4 VOORVRAGEN

Voordat de rechtbank een inhoudelijke beslissing kan nemen in de zaak tegen verdachte, moet zij eerst kijken of aan de in de wet gestelde voorvragen is voldaan. Dat is het geval: de dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd om deze zaak te beoordelen, de officier van justitie mag verdachte vervolgen en er zijn geen redenen om de vervolging uit te stellen.

5 WAARDERING VAN HET BEWIJS

6 BEWEZENVERKLARING

7 STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

8 STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

9 OPLEGGING VAN STRAF

10 BENADEELDE PARTIJ

11 TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

12 BESLISSING