Home

Rechtbank Midden-Nederland, 16-03-2021, ECLI:NL:RBMNE:2021:1020, 16/243115-18 (P)

Rechtbank Midden-Nederland, 16-03-2021, ECLI:NL:RBMNE:2021:1020, 16/243115-18 (P)

Gegevens

Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
Datum uitspraak
16 maart 2021
Datum publicatie
16 maart 2021
ECLI
ECLI:NL:RBMNE:2021:1020
Zaaknummer
16/243115-18 (P)

Inhoudsindicatie

Veroordeling van openlijke geweldpleging en overtreding van artikel 5 WVW op de A6 in Almere op 20 mei 2018. Overschrijding redelijke termijn > oplegging van een vw. GEV van 1 maand pft. 2 jaren en een TS van 140 uren voor openlijk geweld en een geldboete van € 500,- en een vw. OBM van 2 maanden voor overtreding art. 5 WVW. Gedeeltelijke toewijzing vordering BP.

Uitspraak

Strafrecht

Zittingsplaats Lelystad

Parketnummer: 16/243115-18 (P)

Vonnis van de meervoudige kamer van 16 maart 2021

in de strafzaak tegen

[verdachte] , geboren op [1987] te [geboorteplaats] ,wonende te [woonplaats] , [adres] .

1 ONDERZOEK TER TERECHTZITTING

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 2 maart 2021.

De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering en standpunten van officier van justitie mr. H.J. Lambers en van hetgeen verdachte en zijn de raadsvrouw mr. N. Wijkman, advocaat te Almere, alsmede de benadeelde partij [slachtoffer 1] en namens hem mevrouw

[A] van Slachtofferhulp Nederland naar voren hebben gebracht.

2 TENLASTELEGGING

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht.

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte:

feit 1

primair

op 20 mei 2018 te Almere en/of Lelystad, op de Rijksweg A6 in vereniging

geweld heeft gepleegd tegen personen, te weten [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 4] ;

subsidiair

op 20 mei 2018 te Almere en/of Lelystad samen met (een) ander(en) [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 4] heeft mishandeld;

feit 2

op 20 mei 2018 te Almere, als bestuurder van een motorfiets, daarmee rijdende op de Rijksweg A6, zich zodanig heeft gedragen waardoor gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd.

3 VOORVRAGEN

De dagvaarding is geldig, de rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het tenlastegelegde, de officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging van verdachte en er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4 WAARDERING VAN HET BEWIJS

5 BEWEZENVERKLARING

6 STRAFBAARHEID VAN DE FEITEN

7 STRAFBAARHEID VAN VERDACHTE

8 OPLEGGING VAN STRAF

9 BENADEELDE PARTIJ

10 TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN

11 BESLISSING